Slimme Logistiek

In het rapport dat Topsector Logistiek in april 2017 publiceerde, staat onder meer dat 24% van de NOx (stikstofoxiden) en 34% van de fijnstofuitstoot van motorvoertuigen in de stad op het conto van bestelauto’s geschreven kan worden. Dit terwijl de busjes daar maar 12% van het totale aantal gereden kilometers voor hun rekening nemen. Een van de oplossingen voor het terugdringen van de door de dieselbussen uitgestoten emissies is overstappen naar elektrische voertuigen.

Met de Iveco Daily Electric, Nissan e-NV200 en Renault Kangoo Z.E. is het aanbod elektrische bestelauto’s van de grote merken nog beperkt. Met de geplande komst van de Mercedes e-Sprinter, Renault Master Z.E. en Volkswagen e-Crafter komt daar binnenkort verandering in en neemt ook het aantal beschikbare modellen met een groter laadvermogen toe.

Dat meer merken, waaronder marktleiders Volkswagen en Mercedes-Benz, met elektrische modellen komen, maakt het volgens Hans Quak van TNO makkelijker om over te stappen. ‘Veel bedrijven kunnen daarvoor dan bij hun eigen dealer blijven’, zegt de senior wetenschapper stedelijke logistiek en distributie. ‘Dat verlaagt de drempel aanzienlijk. Zeker als dealers hen ook gaan ondersteunen bij zaken als het inrichten van een oplaad­infrastructuur.’

Toenemende actieradius en TCO
Als tweede factor die elektrische bestelauto’s aantrekkelijker maken, noemt Quak de toenemende actieradius. ‘Door de ontwikkelingen op het gebied van batterijtechnologie wordt die steeds groter en daarmee ook de inzetmogelijkheden van de voertuigen. Nu al zijn ze goed inzetbaar op met name voorspelbare routes. Bijvoorbeeld bij pakketbezorging. Voor 7 van de 10 routes die daarvoor afgelegd worden, is de actieradius van de huidige modellen reeds voldoende. Dat blijkt uit het gebruik in de praktijk van bijvoorbeeld UPS en TNT binnen het FREVUE-project (Europees project dat elektrisch vrachtvervoer in de stad stimuleert, red.).’

Over een ander belangrijk, zo niet doorslaggevend punt om een elektrische bestelauto aan te schaffen, de total cost of ownership (TCO), kan Quak in algemene zin geen indicatie geven. Quak: ‘Daarvoor lopen lokale subsidies en belastingvoordelen in Europa te veel uiteen. Ook zijn er nog grote onzekerheden ten aanzien van de levenscyclus, onderhoudskosten en restwaarde. Wel duidelijk is dat tegenover de hogere aanschafprijs aanzienlijk lagere brandstofkosten per kilometer staan. Door veel te rijden, lijkt een positieve business case daardoor haalbaar. Uit Europees onderzoek komt dat ook naar voren, maar die uitkomsten zijn niet een-op-een af te zetten tegen de Nederlandse situatie. Al kan het heel goed zijn dat door de dalende aanschaf- en batterijprijzen de TCO voor een elektrische bestelbus in Nederland al op korte termijn lager is dan die van een diesel-variant.’

Heft in eigen hand
Behalve de grote automerken bieden onder andere ook BD Auto, Spijkstaal, Van Blitterswijk Eco-Mobiliteit en Voltia elektrische bestelauto’s aan. De laatste doet dat via een leaseconcept. Zowel Voltia als BD Auto leveren e-vans die niet standaard elektrisch zijn, maar omgebouwde modellen van onder meer Fiat en Renault (BD Auto) en Citroën (Voltia). Van Blitterswijk Eco-Mobiliteit is importeur van onder andere Goupil. Online supermarkt Picnic gebruikt voor zijn bezorgingen de G4 van dat merk (en de inmiddels niet meer leverbare E-Worker van Mega). Het moederbedrijf van DHL, Deutsche Post, wachtte voor het elektrificeren van zijn wagenpark de ontwikkelingen in de markt af, maar nam zelf het heft in handen. De postgigant produceert via dochterbedrijf StreetScooter zijn eigen elektrische bestelauto: de Work. Spijkstaal brengt dit model in Nederland op de markt. Daarnaast is Deutsche Post een samenwerking aangegaan met Ford voor het maken van een grotere elektrische bezorgauto. Van deze Work XL, die gebaseerd is op de Ford Transit, moeten er voor het einde van 2018 minimaal 2.500 dienst doen in stedelijke bezorgrondes.

De gemeente Rotterdam heeft een subsidieregeling voor ondernemers die hun oude bestelauto willen laten slopen of inruilen voor een schonere, zoals een 100% elektrische.

Lichte elektrische vracht­voertuigen (LEVV)
Andere schonere alternatieven voor de dieselbus zijn lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVV). Dat zijn elektrisch aangedreven voertuigen met twee, drie of vier wielen die kleiner zijn dan een bestelwagen en, volgens de definitie van de branchevereniging voor elektrisch vervoer DOET, een accucapaciteit hebben van minder dan tien kilowattuur. Hieronder vallen onder meer elektrische brommers en scooters, bakfietsen met een elektromotor (e-cargo bikes) en minibusjes met een maximale laadcapaciteit van 750 kg. Dit nieuwe fenomeen kent dus vele verschijningsvormen. LEVV zijn al volop verkrijgbaar en het aantal nieuwe modellen neemt rap toe, maar het ultieme lichte elektrische vrachtvoertuig bestaat nog niet, aldus Ewoud Moolenburgh. Hij is als docent en onderzoeker stedelijke distributie verbonden aan de Hogeschool Rotterdam. Die onderwijsinstelling is een van de kennispartners van LEVV-LOGIC. In dat project ontwikkelt de Hogeschool Rotterdam, samen met de Hogeschool Amsterdam, de Vereniging DOET, het bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen, nieuwe kennis over logistieke concepten en businessmodellen met LEVV voor het MKB. Het doel van het twee jaar durende project is een rendabele inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen voor stadslogistiek.

Gedragsverandering
‘Voor snelle kleine leveringen van bijvoorbeeld versproducten en bepaalde service- en onderhoudsdiensten zijn LEVV een kansrijk alternatief in de stad’, vertelt Moolenburgh. ‘In dit project inventariseren wij onder meer het aanbod lichte elektrische vrachtvoertuigen en onderzoeken we aan de hand van pilots in hoeverre dat aansluit bij de behoeften en eisen van gebruikers en inpasbaar is in hun logistieke keten. Een van de rollen die wij daarbij spelen, is aan de hand van praktijkervaringen LEVV zo aan te passen dat ze aan de eisen van de deelnemende bedrijven voldoen en ook voor vergelijkbare diensten goed inzetbaar zijn. Hier houden onze studenten van de opleiding Automotive zich mee bezig. Aan het succesvol implementeren van deze voertuigen zitten meer kanten dan alleen een technische, logistieke en economische. Ook de menselijke factor speelt daarbij een grote rol. Gedragsverandering, bij zowel bedrijven die LEVV willen inzetten als hun klanten, is noodzakelijk voor het welslagen daarvan. Het vraagt bijvoorbeeld nogal wat aanpassing van servicemonteurs om de overstap te maken van een bestelauto naar een e-bakfiets, zoals nu bij een van de pilots gebeurt.’

Logistieke efficiency
Met gedragsverandering heeft Michel Oldenburg ook te maken in zijn functie van logistiekmakelaar bij Bereikbaar Haaglanden. Het doel van dit samenwerkingsverband van werkgevers en overheden is het verbeteren van de bereikbaarheid in de regio Haaglanden en Rijnland tijdens de spits. Het inzetten op logistieke efficiency is een van de manieren waarop die organisatie dat wil bereiken. Voor advies daarover en ondersteuning daarbij kunnen bedrijven bij Oldenburg terecht. Het slimmer inzetten van bestelauto’s is een van de oplossingen die hij hen kan bieden. ‘Dat kan op veel verschillende manieren’, geeft Oldenburg aan. ‘Door procedures aan te passen, het werk anders in te richten, andere diensttijden in te voeren, goederenstromen te bundelen, gebruik te maken van de technologische innovaties. Voorbeelden uit die laatste categorie zijn overstappen op digitale werkbonnen en bij service- en onderhoudswerkzaamheden beheer op afstand en voorspelbaar onderhoud. Daarmee zijn veel kilometers te besparen. Soms kan met een relatief eenvoudige verandering in de werkwijze al een enorme efficiencyslag gemaakt worden. Bij een bouwbedrijf, dat meedeed aan onze pilot Beter Benutten Nachtdistributie, bezochten de medewerkers ’s ochtends vaak eerst de bouwmarkt voordat zij naar de klant gingen. Door in te stellen dat zij voortaan ’s middags doorgeven welke materialen zij de volgende dag nodig hebben, worden die nu collectief besteld. ’s Ochtends staan die klaar op het eigen bedrijf en kunnen de medewerkers vanaf daar direct naar de klant en mijden ze ook nog de spits. Per wagen, het bedrijf heeft er een stuk of zeven, levert dat dagelijks een tijdsbesparing op van drie kwartier. Tel uit je winst.’