Nike, Siemens, Canon. Het waren niet de minste verladers die hun logistieke managers naar het FIATA-congres in Singapore hadden gestuurd om de expediteurs uit te leggen wat zij verstaan onder ‘changing demand in airfreight logistics’, zoals de titel van het Forum luidde. Hoewel ieder er zijn eigen draai aan gaf, was de teneur van hun standpunt gelijk: voor de verlader gaat kwaliteit boven alles. Boven snelheid, maar ook boven prijs.
Hoe kwaliteit is te bereiken, daarover hadden de verladers verschillende verhalen. Zo legde de senior director corporate produktion and logistics van Siemens, Dieter Oesau, sterk de nadruk op de snelle beschikbaarheid van informatie. De verplaatsing van luchtvracht is een ding, zei hij, maar de verplaatsing van gegevens over die vracht een ander. Precies die gegevens moeten de fysieke vracht steeds een stap voor zijn. Dus ook eerder op de plaats van bestemming arriveren. Dan weet de afzender waar hij aan toe is en houdt de verlader hem te vriend.
Transportation manager Richard Hasting van Nike wees weer op het belang voor expediteurs om een specialisme te ontwikkelen en zich als specialist te binden aan een verlader. De kwaliteit die daarvan het gevolg is, is voor de integrators onbereikbaar, betoogde Hastings. Desgevraagd erkende hij wel dat in zo’n geval de afhankelijkheid van de expediteur van een verlader wel heel groot wordt. Hij vergeleek het daarom met een huwelijk, dat gebaseerd moet zijn op wederzijds vertrouwen, en dat ontbonden moet kunnen worden zonder desastreuze gevolgen voor een van beide.
De onvrede onder de aanwezige luchtvrachtexpediteurs bestond hierin dat, behalve dat wat er werd verteld oude koek was, alleen heel grote verladers voor het forum waren uitgenodigd. NVVL-afgevaardigde Guus Tenniglo verwoordde dat tegenover de voorzitter van het Airfreight Institute, Sarash Nagarvala, die het forum leidde: “De gemiddelde expediteur heeft voor 95 procent te maken met kleine of middelgrote verladers die van toeten noch blazen weten.” Een ander merkte kritisch op dat voor een compleet beeld ook de luchtvaartmaatschappijen hadden mogen worden uitgenodigd.
Na afloop van het forum lichtte NVVL-man Tenniglo zijn bezwaren nog eens toe. “De Nike’s en de Siemensens hebben hun logistieke zaakjes natuurlijk goed voor elkaar. Die hebben makkelijk praten over kwaliteit. Maar de meeste expediteurs hebben voor het merendeel te maken met kleine verladers die zeggen: hier heb je de lading, die moet op die datum daar zijn, zoek het maar uit. En dan zijn de documenten niet in orde, want daar hebben ze geen verstand van. Ook de verpakking deugt niet. Maar als het misgaat, heeft de expediteur het gedaan.
Ook van de suggestie van Oesau dat expediteurs best wat meer mogen vragen voor hun diensten, als dan de kwaliteit maar stijgt, was Tenniglo niet onder de indruk. “Als ik naar Siemens toe ga, en ik zeg: ik heb hier wat beters, maar het kost wat meer, geloof dan maar niet dat ze me met open armen ontvangen. Dan zeggen ze ‘wat ik nu heb, is goed genoeg’.” Over prijs en kwaliteit is het nu eenmaal makkelijk praten.
Bovendien, je hebt Oesau ook horen zeggen dat hij tegen minimumprijzen is. Dat is tegenstrijdig want afschaffing daarvan drukt de prijzen juist. En dan te bedenken dat Siemens zelf standaard voorrijkosten in rekening brengt als je wasmachine kapot is.”

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement