Sta je op een raffinaderij met een equipment van een klein miljoen, klaar om te gaan leegzuigen, blijkt een controleur het sein nog niet op veilig te hebben gezet. Wat dat kost! Algemeen directeur van Reym, Fred Knitel, wil met dit voorbeeld aangeven dat het niet meer doenlijk en veelal te duur is om een opdracht om afvalstoffen te verwijderen, op te delen in segmenten en er verschillende bedrijven mee aan de slag te laten gaan. ,,Het is zo complex, dit werk. Dat vraagt om, wat wij noemen, gebundelde kracht. Daarom bieden we een totaalpakket.”
Reym reinigt tanks, installaties, pijpleidingen, afvalbassins. Commercieel directeur Jonny Kappen: ,,Wij werken heel projectmatig, met een plan van aanpak per opdracht.” Het fotoboek komt op tafel. Er gaat doorgaans een hele caravaan aan materieel naar een klus: een zuigwagen om het vuil los te maken, een tankwagen voor het transport, kippers die het dikkere spul meenemen, een wagen met de beschermingsmaterialen voor het personeel. Knitel: ,,Onderdelen van het werk besteden we uit. Om iets schoon te kunnen maken, moet je het bijvoorbeeld vaak eerst openschroeven. Dat laten we over aan een werktuigbouwkundig bedrijf, maar voor de klant blijven wij het centrale aanspreekpunt. En zijn wij aansprakelijk voor alle projectonderdelen.”
Grote jongen
Reym, ooit begonnen als tanktransporteur, is nu vooral industrieel reiniger. Tot de klantenkring behoren Shell, DSM en de NAM. Het tanktransport beslaat nog eenderde van de portefeuille, vaak – voortkomend uit de hoofdactiviteit – het vervoeren van vervuilde afvalstoffen naar verwerkingsinstallaties. Daarnaast vervoert Reym vloeibaar afval voor bedrijven. De derde poot, het bemiddelen tussen aanbieder van afvalstoffen en verwerker, omvat onder meer tijdelijke opslag en advisering. Wat te doen bijvoorbeeld met sludge, modderachtige troep met wat olie, waar, zo blijkt bij analyse, wat kwik doorheen zit. Dat heeft voor de afvalstroom complicaties. Er moeten bijvoorbeeld vervoermiddelen worden ingezet die al vaker met kwik in aanraking zijn geweest. En niet elk verwerkingsbedrijf accepteert afval met kwik.
Het is een grote jongen, Reym. Ruim driehonderd man personeel. Met een hoofdkantoor in Amersfoort, zeven vestigingen in het land, een in Brunei en een in Maleisie. Dochter van milieudienstverlener Waste Management. Sinds begin 1994 erkend als afvaltransporteur (de ‘witte lijst’ van de stichting Miloba) en sinds juni 1994 in het bezit van het ISO 9002 en het VCA certificaat. Met het zusterbedrijf Afvalstoffen Terminal Moerdijk (ATM) wordt nauw samengewerkt om de totaalaanpak van reinigen, transport en verwerking van afval te verwezenlijken. Met als specialisaties grond- en scheepsreiniging, waterzuivering, opslag van chemische produkten en afvalstoffen in tanks, slibverwerking en verfafvalbehandeling. Het wagenpark is omvangrijk, met onder meer veertig vacuumwagens die zichzelf kunnen laden en lossen. honderd opslagtanks, veertig offshore units en tien calamiteiten units.
Concurrentie
Reym werkt, aldus Jonny Kappen, op een markt met een grote concurrentie in de deeldisciplines. Nu de chemische industrie zich wat uit Nederland terugtrekt en de minister van Economische Zaken niet vooraan staat met het binnenhalen van potentiele milieuvervuilers, is het toekomstperspectief voor de gevaarlijke stoffen-sector niet jubelend. De hoge milieu-eisen bieden Reym weliswaar enige compensatie, maar van een groeiscenario is geen sprake. Je zaagt als bedrijf dat afvalpreventie nastreeft, natuurlijk ook aan je eigen poten, zeggen ze bij Reym. Knitel: ,,En dat doet ook de collectieve grotere aandacht voor milieu-aspecten. Werden installaties vroeger eens in de zes maanden schoongemaakt, nu worden ze zo gebouwd, dat kan worden volstaan met een reiniging in de twee jaar. Dat is mooi voor het milieu maar kost ons werk,” zegt hij lachend.
Aanpalend
Ook de toetreding van buitenlandse bedrijven op de markt van de industriele reiniging maakt de spoeling dun. Reym herorienteert zich daarom op aanpalende activiteiten. Het tanktransport staat daarbij zeker niet bovenaan. Vervoerders zijn er genoeg, aldus Kappen. Reym moet zich juist verder profileren in het specialistische reinigingswerk en in de afvallogistiek.
Voor het bedrijf is het daarom zaak te investeren in steeds geavanceerder materieel. Een recente aanwinst is de flushconnector voor het inwendig reinigen van leidingen die aan het begin van de leiding wordt gemonteerd, waaraan vervolgens een lucht- en wateraansluiting wordt aangesloten. Aan het eind van de leiding zuigt een vacuumwagen de troep op. Het voordeel boven de kruipslang is vooral dat een gesloten systeem van reinigen ontstaat.
Als van oudsher rechtgeaard dienstverlenend transportbedrijf heeft het personeel van Reym door de uitdijende reinigingsactiviteiten een omslag in werken moeten doorlopen. Kappen: ,,Vroeger was het vaak eerst doen en dan denken. In de industriele reiniging moet dat absoluut precies andersom.”
Het bedrijf treft regelmatig klanten die niet precies de inhoud van de schoon te maken tank kennen. De documenten, die vereist zijn om de afvalstoffen te kunnen vervoeren, moeten daarom soms ter plekke worden opgemaakt. Bij calamiteiten waarbij het op snel handelen aankomt om erger te voorkomen, worden de gevaarlijke stoffen zo vlug mogelijk opgezogen en vervolgens opgeslagen voor nadere expertise. Is zo’n onbekende stof niet onveilig voor de reinigingsmensen? Dat valt mee, zegt Knitel. ,,Met metingen is goed te achterhalen of een stof explosief is of niet. Het probleem met onbekende stoffen is veeleer, wat er na het schoonmaken moet gebeuren. Waar moet je met het spul naar toe? Bij het werken met vervuild afval is deskundigheid omtrent de materie daarom een eerste vereiste.”
Ziekteverzuim
Voor een bedrijf als Reym is de cao-bepaling dat de werkgever bij ziekte een gemiddelde van de verdiensten van de afgelopen drie maanden moet uitbetalen, een groot knelpunt. Wij zijn een seizoensgebonden bedrijf, legt Kappen uit. ,,In de winter is het rustig maar ’s zomers hebben we het razend druk, er worden dan heel veel overuren gemaakt. Het werk is zwaar en vuil. Het ziekteverzuim schommelt rond de tien procent. Wordt iemand na de topmaanden ziek, dan moeten we het overwerk meerekenen bij het ziekengeld. Een ziekmelding in de rustige periode is daardoor heel lonend; je krijgt gemakkelijk 25 tot 30 procent meer dan wanneer je zou werken. Het is dus een kromme regeling.”
Fenneken Lamaker van de Federatie Tank- en Silo Transporteurs beaamt dat. ,,Het is een probleem voor de hele sector maar met name voor seizoensgebonden bedrijven pakt het extra zwaar uit.” De bepaling heeft als achtergrond dat chauffeurs hun overuren door de aard van het werk als normaal onderdeel van hun salaris beschouwen en er bij ziekte niet op achteruit gaan. Knitel: ,,Deze bepaling drukt zwaar op het bedrijf. Nu hoeven we nog maar de eerste zes weken ziekte zelf te betalen maar als de plannen doorgaan om het hele eerste jaar voor rekening van het bedrijfsleven te laten komen, dan breekt de hel los.”
door CAROLIEM MEIJER
Commercieel directeur J. Kappen van Reym: ,,Wij werken heel projectmatig, met een plan van aanpak per opdracht.” (Foto: Cord Otting).
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?