De transportafdeling van FDF bestaat niet meer. De centrale dienst verdween tijdens de reorganisatie, die in 1992 werd ingezet. Het proces naar verzelfstandiging en uitbesteding van logistieke activiteiten bij FDF wordt dezer dagen afgerond. M. Bouwman, die het proces bij FDF heeft geleid, stopt hiermee en werpt zich op volgende klussen.
In de reorganisatie werden onder meer verantwoordelijkheden verlegd naar de verschillende bedrijfseenheden; deze rapporteren nu rechtstreeks aan de directie. FDF verwacht daarmee de slagkracht van de organisatie te vergroten. Een tussenlaag, met daarin onder meer de transportafdeling, werd zodoende overbodig en verdween.
Bouwman is op dit moment officieel dan ook geen transportmanager maar adviseur. Organisatorisch gezien valt hij onder een dienst die rechtstreeks de directie ondersteunt. Deze dienst trekt de kar in speciale projecten, zorgt binnen FDF voor de contacten tussen de verschillende mensen die in het transport bezig zijn en zet het strategisch beleid voor de toekomst uit. ,,En als er vragen zijn, kan men altijd bij me terecht.”
Verschillende bedrijfseenheden, met name Friesland Export en Frico International hebben, vanwege de grote hoeveelheden transport die moeten worden ingekocht, nu een eigen transportmanager. De andere afdelingen binnen FDF, zoals de vijftien Nederlandse bedrijfsonderdelen, werken met dienstverleners of hebben een relatief klein pakket en dus weinig omkijken naar transport en voorraadbeheer. In deze onderdelen wordt logistiek dus gecombineerd met andere taken. ,,Commercieel gezien uiteraard”, aldus Bouwman. ,,Logistiek is in de meeste sectoren commercieel niet, maar operationeel wel een dagtaak.” Operationeel zijn en waren de verschillende bedrijfsonderdelen zeer zelfstandig.
Transporttechnische motieven lagen aan het ontmantelen van de centrale transportafdeling niet ten grondslag. ,,Het was puur een bedrijfsorganisatorische keus”, aldus Bouwman. ,,Je kan ervoor kiezen alle stromen in een hand te leggen, beleid centraal te maken en vervolgens aan de afdelingen op te leggen. Maar je kan ook zeggen ‘laat de afdeling Export met Internationaal gaan praten’. Als mensen en afdelingen elkaar spontaan gaan zoeken, kan dat zeker ook voordelen hebben.” De directie van FDF gaat er daarbij vanuit dat in de jaren voor de decentralisatie, transport en logistiek in de bedrijfsonderdelen voldoende zijn gestroomlijnd en dusdanig op poten staan, dat nu op eigen benen verder kan worden gegaan.
Friesland Frico Domo – toen nog – kende net als de andere zuivelproducenten, een grote overcapaciteit. Sinds 1983, toen de zogenaamde superheffing werd ingevoerd, loopt de melkproduktie door de op dit moment 4.765 melk-leverende leden van de cooperatie terug. De verwerkingscapaciteit voor de 1,8 miljard kilo melk die de veehouders jaarlijks aanvoeren, was bovendien door de fusies te groot geworden. ,,Een fabriek draait immers maar een dag in het jaar op volle capaciteit”, aldus Bouwman. ,,Melk kan je niet bewaren.” De melkproduktie van de koeien wordt bovendien nogal beinvloed door de seizoenen.
Condensfabriek
Friesland Dairy Foods kwam tot stand na een keten van fusies. Frico (Friesche Cooperatieve Zuivel-Export Vereeniging – anno 1898), ging samen met de Drentse Onder Melk Organisatie (Domo), de Cooperatieve Fabriek van Melkproducten in Bedum en, in 1990, met de Condensfabriek Friesland. FDF staat in Leeuwarden en ommeland nog altijd te boek als ‘De Condens’. De fusienaam Friesland Frico Domo werd een jaar geleden vervangen door Friesland Dairy Foods (FDF). Het bedrijf produceert nu naast melk en kaas zaken als boter, melkpoeders en kindervoeding. Bekende merknamen van het concern zijn in Nederland Friesche Vlag, Completa, Balance, Choq, Domo, Frico, Slankie en Kollumer.
Toen het fusieproces was voltooid, concludeerde de directie van FDF dat het bedrijf marktgerichter moest gaan werken en dat op de produktiekosten bespaard moest worden. Het bedrijf kon dat in haar ogen bereiken door zich zoveel mogelijk te beperken tot zijn kernactiviteiten. Binnen drie jaar liep het aantal Nederlandse werknemers van FDF terug van vierduizend naar drieduizend. In totaal werden drie kaasfabrieken, in Kolderveen, Tuk en Oosterzee gesloten en binnenkort gaan de poorten dicht bij ‘De Ommelanden’ in Groningen, sinds 1956 onderdeel van het concern. Op dit moment telt FDF nog achttien fabrieken in binnen- en buitenland. Dit inclusief een fabriek die volgende maand in Vietnam wordt geopend. FDF wil ook gaan bouwen aan een fabriek in Peru.
Net als bij voorbeeld de catering van de kantines, beveiliging en automatisering, rekende FDF transport niet meer tot de kernactiviteiten. Uitbesteden is in de hele zuivelindustrie een echte trend. Van de ‘grote drie’ ging Coberco onlangs in zee met Bakker Logistiek, heeft Campina-Melkunie in Huybregts een belangrijke dienstverlener gevonden en koos FDF voor Christian Salvesen. Dat bedrijf groeide in de afgelopen jaren uit tot ‘huisdienstverlener’ van FDF. Ongeveer honderd werknemers van de fabrikant kwamen bij de dienstverlener in dienst.
Zestig chauffeurs vonden een nieuwe werkgever in Melkstroom, een vennootschap in Beilen. Volgens de letter van de wet. Want Melkstroom is in feite de verzelfstandigde rijdende melkontvangst (rmo) van FDF. Met de verzelfstandiging maakten de chauffeurs de overstap van de zuivelcao naar de – dertig procent goedkopere – beroepsgoederencao.
FDF had een deel van het rmo-vervoer al eerder uitbesteed aan Melkweg in Beilen. Deze twee bedrijven verzorgen nu de volledige aanvoer van melk naar de fabrieken. Gevolg van de hele operatie is dat FDF eigen chauffeurs, noch vrachtwagens of ander rollend materieel meer bezit.
Enige uitzondering is Frico Nederland, waarin de kaasactiviteiten zijn ondergebracht. Vanuit Raamsdonksveer levert Frico Nederland rechtstreeks aan detaillisten. Dat vervoer doet FDF nog zelf, maar op termijn zal ook daar volgens Bouwman verandering in komen.
Voor het vervoer tussen fabriek en pakhuis maakt FDF gebruik van de diensten van een zestal vervoerders, die met aangepast materieel – planken – de kazen los vervoeren. Een behoorlijk aantal, ‘want je doet niet zoveel ritten op een dag hoor’. ,,Dertig ton kaas in stukjes van vier kilo”, allemaal met de hand behandeld. Reden waarom het vervoer nog op deze conventionele manier gebeurt is voornamelijk de inrichting van de pakhuizen zelf, die een stap naar grootschaligheid en effectiviteitsverbetering nog niet toestaat. ,,Vanuit een nulsituatie zouden we de zaken heel anders inrichten”, aldus Bouwman.
Kaas produceert op vijf lokaties in Nederland. De kaas wordt gerijpt in kaaspakhuizen, daar verpakt en rechtstreeks gedistribueerd naar de afnemers. Voor de goede orde: meer dan de helft van de melk die bij FDF Nederland wordt aangeleverd, gaat op aan de kaas. Voor de juiste proportie: voor de produktie van een kilo kaas is tien liter melk nodig.
In Wolvega is de exportkaas ondergebracht. Dit bedrijfsonderdeel verkoopt aan afnemers in een groot aantal landen. Binnen Europa gaat het vervoer goeddeels over de weg. Frico heeft het pakket per land ondergebracht bij verschillende vervoerders. Daaronder Broersma (Duitsland), De Vries (Belgie), Franssen (Groot-Brittannie), Mol (Frankrijk) en Malenstein (Italie). Transport gebeurt in koeltrailers op pallets. In de keuze voor de vervoerders spelen onder meer het gebruikte materieel mee en de combinatie-mogelijkheden van de bedrijven. Het gaat immers niet altijd om volle wagenladingen. Griekenland is een Europese bestemming die vooral over zee wordt bediend. Frico International maakt daarvoor gebruik van een afvaart uit Eemshaven.
Bijna de helft van de omzet (in totaal 4,2 miljard gulden in 1994, 300 miljoen minder dan een jaar eerder) haalt FDF buiten Europa. Met name gecondenseerde melk en melkpoeder vindt zijn weg naar het Midden-Oosten, Afrika en Zuid-Amerika. Naar Afrika gaat vooral gecondenseerde melk, landen met een wat hogere levensstandaard en vers water vragen meer om melkpoeder. FDF heeft dertien dochterbedrijven of deelnemingen buiten Europa.
De overzeese bestemmingen bedient FDF met een keur – ‘zeker twintig’ – aan rederijen. Steeds vaker worden produktie en afvaarten aan elkaar gekoppeld, aldus Bouwman. ,,Vroeger stuurde je maar wat weg, de klant had vaak maanden voorraad.” Zowel aan de orderkant als aan de produktiekant kunnen nu opdrachten worden aangestuurd op basis van bekende afvaartschema’s. Mede daarom heeft FDF het tot ‘beleid’ verheven de controle over de lading zo lang mogelijk te bewaren.
Stopzetten
Mogelijk zal binnen afzienbare termijn vervoer binnen Nederland ook over water plaatsvinden. De NS hebben aangekondigd te stoppen met de shuttle Leeuwarden-Rotterdam. FDF is op die verbinding de grootste klant van de spoorwegen. Bouwman veronderstelt dat het met het spoorvervoer vanuit Leeuwarden gedaan zal zijn na het aflopen van het vijfjarige contract met de NS, eind dit jaar. ,,Tenminste, de NS zal toch wel zo goed zijn het contract uit te dienen”, aldus Bouwman, gespeeld wijfelend. FDF zet jaarlijks ongeveer twaalfduizend containers op het spoor, vanuit Leeuwarden en Veendam.
Ronduit verbolgen is Bouwman over het gebrek aan overleg. ,,De NS redeneert rucksichtlos: ‘we leiden zo veel verlies op de dienst, dat is onze omzet, dus daar moet per gefactureerde gulden zo veel bij’. Het alternatief dat we krijgen voorgelegd, is dus dat we alle kosten gaan betalen. Ja, en dan is het spoorvervoer voor ons niet meer interessant”, aldus Bouwman. Kleine kanttekening van zijn kant: ,,Twee jaar geleden hebben de NS miljoenen geinvesteerd in de terminal. Dadelijk is die door gras overwoekerd.”
Terwijl FDF volgens Bouwman nu ook weer niet de grootste vrek is als het milieu in het geding is. Milieuvriendelijker vervoer mag volgens Bouwman een paar procenten meer kosten. Mede daarom zijn het gebruik van de lichter vanuit Harlingen of Meppel reele alternatieven voor de treindienst. Maar in het onvermijdelijke geval gaan er volgens Bouwman gewoon ieder dag veertig vrachtwagens over de weg. ,,Dan wordt het druk hoor.”
Leeuwarden is in het afgelopen jaar meer dan ooit het brandpunt geworden van het distributietraject van FDF. De voorraad lang houdbare produkten van de units Friesche Vlag Nederland, Friesland Nutrition en Friesland Food Service Europe, waarin ongeveer veertig procent van de ingezamelde melk wordt verwerkt, is geconcentreerd in de Friese hoofdstad. Toelevering gebeurt vanuit verschillende fabrieken in Noord-Nederland.
Een voormalige opslagruimte van Frico Kaas in Leeuwarden werd omgebouwd tot distributiecentrum, geschikt voor maximaal twaalfduizend pallets. Dienstverlener Christian Salvesen zorgde voor de investering in systemen. Het magazijn is uitgerust met een geautomatiseerd laad- en lossysteem. Binnenkomende pallets worden ingescand via een barcode. Orders van afnemers komen on-line bij Salvesen binnen, worden verzameld en verwerkt tot zendingen naar de horeca-groothandel, instellingen en supermarktketens, in totaal enkele honderden afleverpunten. De automatisering is onder meer van belang vanwege de retouremballage. Vijftig procent van de omzet in lang houdbare produkten in Nederland is statiegeld van flessen en kratten. Voordat FDF de factuur kan sturen, moet de emballage worden verrekend.
FDF kende Salvesen goed door de samenwerking van beide bedrijven in het vervoer van dagvers produkten vanuit Groningen. De dienstverlener nam in 1994 vijftig chauffeurs en het wagenpark van de dagversdistributie over van FDF. Salvesen verzorgt sindsdien de toelevering naar de winkels in het bedieningsgebied van FDF, zo ongeveer boven de lijn Dronten-Zwolle. Sinds kort levert het concern ook landelijk een assortiment, waaronder de zogenaamde spettervla. De orderpicking in het centrum, direct bij de produktielijn, bleef FDF zelf doen.
Een deel – ongeveer eenderde – van dat vervoerspakket was al uitbesteed. Top in Zuidhorn, Wiegman en Holwerda zetten van oudsher al wagens in voor de versdistributie van FDF. Deze vervoerders hebben, ook na de komst van Salvesen, volgens Bouwman voor FDF het voordeel dat zij de grote dienstverlener scherp houden.
De vervoerders hebben alle een deel van het wagenpark in kleuren van FDF. ,,Niet honderd procent”, aldus Bouwman, ,,maar de helft tot zestig procent. De transporteurs moeten ook de mogelijkheid hebben wagens elders in te zetten en wij moeten er maar voortdurend werk voor hebben.”
FDF heeft beide opdrachten – de distributie van lang houdbare en verse produkten – niet als koppel aan Salvesen vergeven, aldus Bouwman. Salvesen deed volgens hem gewoon voor beide opdrachten een goed aanbod. ,,Zij kijken ook wat ze zelf aan de pakketten kunnen toevoegen, bij voorbeeld de levering aan dezelfde winkels met artikelen uit hun eigen distributiecentra.” Bouwman ziet meer voordelen voor zijn dienstverlener in het verschiet. ,,Onze afnemers zeggen: ‘doen jullie zaken met Salvesen. Goh, dan zal ik mijn andere leveranciers ook eens pushen om met Salvesen in zee te gaan, dan krijg ik maar een auto aan mijn deur.” Dienstverlening voor andere melkproducenten is Salvesen overigens contractueel verboden.
Salvesen en FDF sloten precies een jaar geleden een principe-akkoord over voorraadbeheer en distributie van de lang houdbare produkten, nadat de in eerste instantie voorgenomen samenwerking tussen de producent en Portena in Heerenveen was stukgelopen. Salvesen kreeg volgens Bouwman de voorkeur boven een aantal andere kandidaten, op basis van zijn expertise in de levensmiddelenbranche, de mogelijkheden tot co-makership, waaronder de bereidheid personeel over te nemen en zijn bedrijfseconomische achtergrond – de zekerheid van het grote Britse moederconcern.
Salvesen begon in april definitief de werkzaamheden in Leeuwarden, op basis van een vijfjarig contract. ,,Je kan tijdens zo’n project niet zeggen ‘we kijken aan het eind van het jaar eens hoe we verder gaan met elkaar”, aldus Bouwman. ,,Daarom moet je ook clausules inbouwen dat je op een goede manier afscheid van elkaar kan nemen als je echt niet met elkaar verder kan.” Dergelijke zaken tellen volgens hem uiteindelijk zwaarder dan de – ook belangrijke – tarieven die worden overeengekomen. Hetzelfde geldt, zelfs nog sterker, voor een specifieke dienst als de rmo. ,,Daarbij kan je niet zeggen ‘morgen neem ik een andere vervoerder, want die capaciteit is er niet.” Of je zou een wagenpark over moeten nemen van de vervoerder waar je van af wilt. ,,Maar zo ga je niet met elkaar om.”
FDF sloot in juni 1995 het ondersteunende magazijn in Vianen. Dat kostte Althuisius, de vaste vervoerder op de route van en naar Friesland, werk voor zeven mensen. Deze vervoerder blijft nog wel voor FDF actief in het exportvervoer. De voorraden uit Vianen werden, samen met die van verschillende vestigingen in Leeuwarden, overgebracht naar het Friese Warga, waar een oude melkfabriek vanaf januari was omgebouwd tot tijdelijk distributiecentrum. Christian Salvesen was in april definitief ingehaakt op het proces.
Na deze concentratie van voorraad en distributie werd deze in gedeelten, ‘maar toch relatief snel’, overgeheveld naar Leeuwarden. Daar heeft FDF het kaaspakhuis ‘in moordend tempo’ omgebouwd tot distributiecentrum. ,,Dat was nog een heel proces”, aldus Bouwman. ,,Tien meter hoog waren de planken voor de kaasrijping opgestapeld.” Pilaren deden dienst als dakondersteuning en stonden in de weg, het draagvermogen van de vloer bleek niet geschikt voor heftrucks, waarna de keus voor zoveel mogelijk automatisering snel was gemaakt. Radiografisch gestuurd verzamelen de magazijnmedewerkers nu hun orders.
Minder hele pallets en meer order-picken is de teneur in het distributiecentrum. ,,Met name onder de grootverbruikers zijn er afnemers die wel een order van tien pallets bestellen, maar met de paar honderd artikelen die we hebben, toch kleine hoeveelheden bestellen. Zij worden liever twee keer dan een keer in de week toegeleverd”, aldus Bouwman.
Van de ruim honderd werknemers die in de magazijnen en achter het stuur bij de distributie van houdbare goederen betrokken waren, gingen er ongeveer vijftig over naar het nieuwe centrum in Leeuwarden. De anderen werden opgenomen in de arbeidspool Nieuw Werk, gingen de vut in of vonden werk bij Christian Salvesen in Boxtel, Amsterdam of Raalte. Voor zover Bouwman weet is er niemand gedwongen ontslagen. ,,De mensen die bij Christian Salvesen in dienst traden, kregen direct een vast dienstverband en er werd niet geselecteerd op ziekteverzuim of zo. Bovendien kregen ze een terugkeergarantie, indien zij de komende jaren hun werk verliezen.”
Al met al betekende de operatie een ‘enorme ommezwaai’ binnen FDF. ,,We hadden nog twee-wegpallets, omdat we van de zijkant belaadden”, noemt Bouwman een voorbeeld. ,,In het nieuwe distributiecentrum zijn vier-wegpallets nodig.”
De start in Leeuwarden was dan ook moeizaam. ,,We hebben geen uitvoerige testperiode in acht genomen.” Noodgedwongen moest worden teruggevallen op Warga, waar nog voorraad gehouden werd. ,,Zoiets is geen kwestie van ‘we draaien de knop om en het loopt’. De technische installatie liet het afweten, we lagen helemaal stil. Dat kun je je klanten niet aandoen.” In Warga is nog steeds een buffercapaciteit beschikbaar, maar niet voor lang, de gebouwen zijn al verkocht. ,,Bovendien zijn we nu het stadium voorbij waarin we terug moeten of kunnen vallen op Warga.”
TED KONINGS
FDF heeft produktie en distributie van zijn lang houdbare produkten geconcentreerd in Leeuwarden. (Foto: Ben Salome)
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?