In 1988 ging Van Overveld van start met een paar auto’s. Hij trok opleggers voor expediteurs, deed ritten naar Duitsland en Italie, het complete vrachtenwerk. Na anderhalf jaar besloot hij zich met name te richten op Spanje en Portugal, met groupagevervoer.

Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot een middelgrote transportonderneming met zo’n vijftig medewerkers. In 1995 is een omzet van ruim tien miljoen gulden gerealiseerd. Van Overveld haalt bijna 85 procent van zijn omzet uit ritten van en naar het zuiden. Wekelijks rijden minstens dertig auto’s naar het Iberisch schiereiland, de meeste tot Spanje, een paar gaan door naar Portugal.

In het oude pand annex woonhuis past het transportbedrijf niet meer. Deze zomer betrekt Van Overveld daarom een be drijfspand op het nieuwe industrieterrein in Etten-Leur. Het pand is vijf keer groter dan het oude pand en krijgt ook een distributiefunctie. De lokatie biedt uitgebreide mogelijkheden voor op- en overslag, er is een parkeerplaats van 8000 m, een eigen werkplaats en een wasstraat.

Lage prijzen

Spanje is voor Van Overveld de afgelopen jaren een goede markt geweest. Van een dip heeft hij, in tegenstelling tot andere bedrijven, geen last gehad. Wel constateert hij een verschuiving. De retourvrachten worden beter, de export naar Spanje en Portugal stagneert. Van Overveld: ,,De lage prijzen kunnen een probleem vormen. Spanje-agenten willen ons voor een prijs die ze ook aan een Spanjaard betalen, op en neer naar Barcelona laten rijden. Maar een Spaanse chauffeur is gemiddeld een kwartje per kilometer goedkoper. Dat redden wij niet. De complete vrachten vallen daardoor weg. Wat er overblijft, komt bij TVO terecht. Twee meter naar Barcelona, drie meter naar Lissabon. Spaanse bedrijven beconcurreren ons op de eenvoudige vrachten met te lage prijzen. Maar de moeilijkere vrachten en de echte spoedzaken worden aan ons toevertrouwd.”

Spanje is een populaire bestemming. TVO ondervindt flink wat concurrentie van eigen rijders. Dure weekenduren, lange wachttijden, zeven dagen van huis: het deert de eigen rijder niet en zeer scherpe prijzen zijn het gevolg. ,,We worden dus wel gedwongen om veel kleinere zendingen per auto te combineren”, aldus Van Overveld.

Eigen kantoor

In november heeft het bedrijf een kantoor in Irun geopend. Als belangrijke beweegredenen noemt Van Overveld het kunnen garanderen van kortere doorlooptijden en het beperken van de kosten. De wagens kunnen nu in Irun omkoppelen. Het bedrijf wil via het kantoor in Irun meer chauffeurs op de Spaanse loonschaal plaatsen. Die chauffeurs kunnen het transport in Spanje of Portugal na het ontkoppelen overnemen. Daarmee beperkt het bedrijf loonkosten en zijn de uit Nederland vertrokken chauffeurs bovendien niet zo lang van huis. Verder kan er in Irun goedkoper brandstof worden getankt.

De chauffeurs die in Spanje wonen, worden in peseta’s uitbetaald. Van Overveld: ,,Dat ging voorheen via Nederland; het is niet eenvoudig alles op een rijtje te krijgen. De Spaanse wetgeving, de vergunningen, de borgstellingen.” Op het kantoor in Irun werken een Nederlander en een Spanjaard die van daaruit het nog vrije volume in de auto’s vol moeten zien te krijgen. Meer opbrengst per auto is een extra mogelijkheid om kosten te besparen. Gezien de grote concurrentie op complete vrachten richt het kantoor in Irun zich ook op deelpartijen. Van Overveld: ,,In Irun passeren dagelijks vrachtwagens waar vaak nog wel een paar meter ruimte op is. Dan pakken ze nog een paar pallets mee. Die auto’s komen toch langs Irun. Ze hoeven nog geen driehonderd meter om te rijden. We kunnen nu ook beter spoedpartijen vervoeren. Het plan is om in Irun een paar opleggers te stationeren, zodat we altijd paraat kunnen zijn. En er zijn opslagmogelijkheden in Irun. Ook daarmee verbreden we het servicepakket.”

Spoed

Van Overveld moet flexibel zijn, want veel vrachten hebben een spoedkarakter. ,,Zeventig procent is groupage, tien procent complete vrachten, twintig procent is spoedvracht. We kunnen hele snelle doorlooptijden garanderen. Binnen zesentwintig uur kunnen we in Madrid leveren. Portugal kan binnen zesendertig uur beleverd worden terwijl de doorlooptijd naar Barcelona zonodig op tweeentwintig uur kan worden gesteld. We moeten het hebben van snelle service en van volume. Feitelijk zijn we sneller dan normaal groupagevervoer en goedkoper dan expresse.”

Om snelle doorlooptijden te kunnen garanderen, moeten auto’s te achterhalen zijn. Daarom zijn alle auto’s uitgerust met autotelefoon.

,,Op elk moment van de dag moeten we een klant kunnen vertellen waar zijn zending zich bevindt.” Klantgerichtheid ook op administratief vlak: ,,Een klant moet niet vier weken op zijn CMR (algemene voorwaarden voor grensoverschrijdend wegvervoer, red.) hoeven te wachten. Daarom proberen we snel en gestructureerd te werken.” Van Overveld vervoert voor verladers en voor expediteurs. ,,We vervoeren computers naar Spanje en Portugal en nemen staalprodukten mee terug. Uit Baskenland komen draaibanken en dergelijke en vanuit Barcelona en Madrid wijn, keramiek, waspoeder, groenten en fruit. We kunnen alles aan. We hebben diepladers, semi-diepladers, combi’s, koeltrailers, huiftrailers. Een vracht op min twintig? Gaat in de koeltrailer. Een machine die drie meter hoog is, Laden we in een semi. Driezestig hoog? Pakken we een dieplader. We hebben alle vergunningen. Het maakt niet uit wat voor goederen het zijn, als het maar op Spanje of Portugal is.”

Door het gevarieerde wagenpark en het grote aantal auto’s die onderweg zijn, kent Van Overveld het probleem niet dat er geen passend vervoermiddel beschikbaar is voor een retourvracht. Combineren lukt doorgaans wel. ,,Er komen in Barcelona of Madrid dagelijks auto’s vrij. Mochten we een koelwagen nodig hebben, dan is dat goed te organiseren.”

Beladingsgraad

Om een aantrekkelijke prijs te kunnen berekenen, streeft Van Overveld naar een hoge beladingsgraad. ,,We zitten met zes mensen te plannen, we combineren en puzzelen hier wat af. En dan komt het grote voordeel om de hoek kijken van een specialisatie. Je hebt veel auto’s op die route, veel volume, dus je kunt goed combineren.”

Het werk kenmerkt zich door kleine partijen en veel zendingen per wagen die in Etten- Leur worden gegroepeerd.

Per rit wordt doorgaans zo’n tien adressen in Spanje bezocht, binnen een straal van soms niet meer dan vijfentwintig kilometer. ,,We maken zelfs nog een onderscheid tussen Noord- en Zuid-Barcelona”, legt Van Overveld uit. ,,Dat is voor ons enorm veel tijdwinst.”

Op zondag rusten is er niet bij. ,,Met ritten op Spanje moet je zeven dagen per week draaien. We rijden gemiddeld tweehonderdduizend kilometer per auto per jaar. Een auto rijdt drie ritten in twee weken. Zo laden we bijvoorbeeld een zending op vrijdagavond in Madrid. Die auto rijdt een flink stuk Frankrijk in, koppelt om in, zeg maar, Bordeaux of Angouleme en gaat weer terug. Een Nederlandse chauffeur neemt het van daaruit over en komt in de loop van de zondag in Etten-Leur binnen. Dan wordt alles overgeladen voor uitlevering op maandag in het binnenland. Andersom levert de Spaanse chauffeur op hetzelfde tijdstip de zendingen uit in Spanje. De auto’s staan vrijwel niet stil.”

Van Overveld is bevreesd voor de al jaren dreigende invoering van een rijverbod voor de zondag in Frankrijk en Baskenland.

Dat heeft consequenties voor het ontkoppelsysteem. ,,We moeten dan eerder vertrekken, eventueel met twee chauffeurs rijden en meteen weer terug.”

Opleiding

De ervaring heeft geleerd dat een Nederlands bedrijf met Spaans personeel ver komt als je je selectief opstelt. ,,Hoe kom je aan goed personeel dat niet opkijkt tegen de vele uren werken? Een Spaanse chauffeur moet goed worden opgeleid. Hij moet leren dat hij moet bellen zodat er zich geen problemen voordoen. Dat kost veel training en in het begin het nodige geduld.”

Zeker voor een groupagevervoerder heeft Spanje voordelen. ,,Je kunt ook buiten de strakke schema’s bij bedrijven terecht, vooral de kleinere vinden het geen probleem als je ’s avonds nog komt laden of lossen.”

Het kantoor in Spanje zal in eerste instantie geld kosten, weet Van Overveld. Maar het is een noodzakelijke investering. ,,De klanten worden steeds veeleisender; om goed aan de distributie-eisen te voldoen, willen we volgend jaar ook in Portugal een eigen steunpunt opzetten.” Dat is lonend, denkt Van Overveld. Portugal is een land met toekomst, bijvoorbeeld voor de handel in keramiek. Maar de infrastructuur is erg achtergebleven. Alles kost twee keer zoveel tijd dan in Spanje. ,,Ik wil een opslagmogelijkheid in Portugal, zodat we daar kunnen lossen en met kleine distributie-auto’s zendingen kunnen uitleveren en ophalen. Want het is geen doen om met een grote wagen over zandweggetjes te moeten ploegen.”

CAROLIEN MEIJER