Niet te begrijpen, maar toch waar: Claassen gaat weg

AMSTERDAM – Eind deze maand vertrekt mr. D. E. Claassen uit de Amsterdamse haven. Er zijn maar weinig mensen die zich dat kunnen voorstellen. En helemaal vertrekken zal Claassen ook wel niet. Claassen heeft de leeftijd bereikt waarop een mens gerechtigd is dingen voor zijn plezier te doen, nutteloze dingen zogezegd. Met aan redelijke zekerheid valt aan te nemen dat Claassen zich nog lang ‘onnuttig’ met de hoofdstad bezig zal houden. Claassen en Amsterdam horen bij elkaar als Co

Zijn vertrek houdt ook een structuurverandering in. Onder de nieuwe voorzitter H. Pieck, opvolger van oud-VCK-president H. Muller, wordt gezocht naar een – betaalde – voorzitter die tegelijkertijd ook algemeen directeur van SIVN – de opvolger van SVN – kan zijn. Onder de huidige omstandigheden en bij alle dingen die op ons af zullen komen, is een gescheiden bestuur van de Scheepvaart en Industrievereniging Noordzeekanaalgebied volgens Claassen niet meer verantwoord. ,,Als een SIVN-voorzitter de bestuurlijke en representatieve taken van de vereniging goed wil uitvoeren, is hij daar anderhalf tot twee dagen per week mee bezig. Dat kan niet worden verlangd, als onbetaalde nevenfunctie, van een commercieel directeur van een Amsterdams havenbedrijf.

In de veelheid van functies die Claassen bekleedt en heeft bekleed, is hij een van de brandpunten van de hoofdstad: haven, handel, industrie, logistiek, kunst, cultuur, wetenschap, bestuur. In elk van die disciplines is er wel een gremium waarvan Claassen bestuurslid of bestuurvoorzitter is of was. In die samenballing van entiteiten, van Concertgebouworkest tot Schiphol, van Westport tot Rembrandt, in zijn vrijgevochten en sectarische bevolking, zit Amsterdams kracht en zwakheid. Rotterdam is een haven waar langzaam een stad aan vastslibt, Amsterdam is een stad met een vliegveld – vanwege die teringherrie weet u wel – een grachtengordel, Rijksmuseum, red light district, en nog een paar wereldberoemdheden, met boven Centraal Station een streep water – tussen Amsterdam en Noord – de beschaving en de woestijn zeg maar – waar om de zoveel jaar Sail wordt gehouden. Of die streep water verder nog ergens toe dient? De doorsnee Amsterdammer heeft geen flauwe notie. ,,Een haven? Ja, je ziet wel eens ergens schepen liggen, ja. Maar daar gaan ze huizen bouwen, weet je wel. We hebben huizen nodig. Die schepen moeten maar ergens anders naar toe. En Schiphol moet ook maar ergens anders naar toe.” Ga daar als havenman maar eens tegen in. Het helpt niet erg als je zegt dat we daarvan eten. Amsterdammers denken dat mensen van de wind leven.

Industrie

De SVN werd SIVN. De oude SVN-opzet was niet meer te handhaven. Lidmaatschap van SVN impliceerde automatisch binding aan de haven-cao, die in feite door Rotterdamse omstandigheden wordt bepaald. Die cao wordt in Amsterdam als te rigide en te gecompliceerd gezien – Claassen: ‘en in laatste instantie als te duur’. Dat deed het ledental inkrimpen en sowieso viel er veel te zeggen voor een organisatie die primair voor het ondernemingsbelang in de haven zou opkomen. Amsterdam is geen transitohaven. Amsterdam en het Noordzeekanaalgebied moeten het van industrie hebben. Industrie trekt lading aan en bewerkte lading schept toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Amsterdam heeft sowieso van alle grote economische regio’s de hoogste toegevoegde waarde en werkgelegenheid per tonnage havenoverslag.

Om de economische samenhang van industrie en haven te beklemtonen werd SIVN opgericht als ondernemersorganisatie. De werkgeverspoot werd overgedragen aan de Algemene Werkgevers Vereniging in Haarlem die een aparte havendesk opzette. Doel van SIVN is het bedrijfsleven een krachtige stem te geven in de ontwikkeling van het gebied: ruimtelijke ordening en ruimtelijke ontwikkeling, uitvoering milieuwetgeving, infrastructuur, lastendruk, en zo meer, bij alle instanties die in dat opzicht lakens uitdelen: gemeenten, provincie, Rijk en Brussel. Claassen: ,,Wij hebben een boodschap en die boodschap moet luid en duidelijk worden uitgedragen. Bundeling van know how en ervaring. De aanpak van zaken die voor het bedrijfsleven van belang zijn, was tot dusver te verbrokkeld, te divers. Bij de politiek zit weinig kennis over het bedrijfsleven. Bij het bedrijfsleven zit weinig kennis over de politiek. Dat leidt tot aanvaringen en frustraties. Je moet er al in een vroegtijdig stadium inspringen; wanneer overheden bezig zijn onzalige plannen te maken: hoe had u zich dat ingedacht? Eerst moet de politiek de werkelijkheid zien, dan pas kan zij plannen maken. Dat scheelt een hoop tijd.”

Eenwording

De samensmelting van haven en industrie in SIVN lijkt een weerspiegeling te zijn van wat zich op bestuurlijk niveau in de regio aan het voltrekken is. Het gebied groeit langzaam naar eenwording toe. In elk geval naar meer bestuurlijke samenhang. Dat is niet altijd zo geweest.

Van Oranjesluizen tot IJmuidense duinen, laat dat nu eens een kilometer of 30 zijn, of een paar meer. Een minuscuul gebiedje in het op wereldschaal toch al kleine gebiedje van Le Havre tot Hamburg. In dat gebiedje zat een heleboel dames en heren die een heleboel te vertellen hebben, elk op zijn eigen minuscule gebiedje en die niet graag afstand daarvan willen doen. De regering, en misschien ook wel Amsterdam zelf, kwam op de gedachte dat het misschien geen slecht idee zou zijn het hele zaakje bij elkaar te vegen. Het gekrakeel was niet meer van de lucht. Zaanstad vluchtte van schrik zelfs weg naar Alkmaar en Hoorn, maar kwam later weer terug. Om een lang verhaal kort te maken werd het gebied doormidden gekapt. Ergens halverwege het Noordzeekanaal. De Amsterdamse bevolking zei echter ammenooinie en onzalige ROA was van tafel.

En toen voltrok zich het wonder. Men zag in dat het zo niet langer kon en ging om tafel zitten. Kamers van Koophandel fuseerden en staan op het punt dat te doen. Eerder al was er een centraal nautisch beheer van het Noordzeekanaal ontstaan. Zowaar onder Amsterdams bestuur. En nu gaan de havens langs het kanaal zo niet samenvloeien dan toch samenwerken. Er ontstaat langzaam iets als een centrale Port Authority. Een nieuwe naam is er ook al: Seaports Amsterdam, al is die nog niet officieel. Hoogovens en NV Zeehaven IJmuiden hebben nog noten op zang, maar er zit schot in. Tot grote vreugde van Claassen. Dat hij dat nog mag meemaken. ,,Gemeenschappelijk optreden, als een harde eenheid, slaat de Rijksoverheid drogredenen uit de hand. Als jullie het onderling niet eens zijn, hoeven wij in Den Haag ons niet druk over jullie te maken. Als wij met samenhangende, goed onderbouwde plannen komen kan Den Haag niet meer om ons heen. Dat is je eerste winst.”

In de lange tijd dat Claassen de baas van SVN was, heeft Amsterdam er wel eens slechter voor gestaan. Ruim twintig jaar terug stevende Amsterdam op zijn ondergang af. Alle grote havenbedrijven vertrokken naar Rotterdam of hielden er mee op. Qua industrie had de hoofdstad zijn geloofwaardigheid in de wereld verspeeld. Vertrouwen in eigen kunnen verdween. Amsterdam als museum. Dat moest het maar worden. De ommekeer kwam zo’n vijftien jaar geleden. De tijd dat Amsterdam de Olympische Spelen wilde hebben. Een vlucht vooruit om het afschuwelijke doemdenken te doorbreken. Die vlucht zou vrucht blijken te dragen. Amsterdam kreeg weer praatjes. Maar dan praatjes die gaatjes bleken te vullen.

McKinsey formuleerde een Masterplan, gebaseerd op de sterktes van het Noordzeekanaal, en oud-minister Andriessen werkte op basis daarvan in de naar hem genoemde commissie een Plan van Aanpak uit. De regio kan qua toegevoegde waarde en werkgelegenheid groeien, mits… Zo niet dan groeit de economie wel, maar dan baanloos. Er moet een centraal bestuur voor het hele kanaal komen – inmiddels in oprichting – die verantwoordelijk is voor de hele economische en infrastructurele ontwikkeling, zoals bij voorbeeld ontwikkeling en uitgifte van terreinen aan bij voorkeur havengebonden industrie. De bestuurlijke entiteiten in het gebied moeten een deel van hun autonomie in dat opzicht aan het centrale bestuur overgeven. En ziedaar: het geschiedt alzo.

Wereldklasse

Claassen: ,,Wij hebben ons te lang te weinig gerealiseerd dat wij hier alles hebben, en dat dat alles ook nog eens van van wereldklasse is. Wij zijn geneigd het grote belang van de samenhang van dat alles te onderschatten. Het samenvallen van wetenschap, kunst, cultuur, geschiedenis, Amsterdam zelf, geografische ligging, een pluriforme economie, uiteenlopende dienstverlening, een geschakeerde beroepsbevolking, infrastructuur, wereldhaven Schiphol, telecommunicatie, grootschalige ruimte die elders in de grote economische brandpunten niet meer in die omvang bestaat, en dat alles op een stukje grond dat bijna te belopen valt. De commissie Andriessen heeft duidelijk gemaakt dat bij een effectief gebruik van de bestaande infrastructuur een sterke toekomst van deze regio te bereiken valt met een investering van zo’n drie tot drie en een half miljard gulden. Met dat bedrag kan de regio twintig jaar vooruit.” Claassen zegt het niet maar zijn intonatie kan niet worden misverstaan. Drie en half miljard, zeg nu zelf, wat is dat nou? Als je je ergens anders een beetje druk maakt, ben je het dubbele of het meervoudige kwijt.

Convenanten

Dat ROA is verdwenen is volgens Claassen geen ramp, maar hij heeft wel wat op te merken. ,,Amsterdam is de enige internationale stad van Nederland. Amsterdam is bereid nationale verplichtingen op zich te nemen. Daar betaalt Amsterdam voor en Nederland geniet daarvan. Amsterdam organiseert Sail. De laatste kostte acht miljoen gulden. Door Amsterdam en het Amsterdamse bedrijfsleven opgebracht. Dat is allemaal best, maar dan moet Amsterdam ook economisch de ruimte krijgen.”

,,Een nieuw soort ROA is niet nodig. Voorlopig kunnen wij voor bepaalde aangelegenheden convenanten sluiten met de overheden die bij die aangelegenheden zijn betrokken. De coalities die je dan sluit, hangen dan af van het soort probleem en van de partijen die bij dat probleem zijn betrokken. Een dergelijke aanpak kan best werken, mits alle partijen, ook de omliggende gemeenten, bereid zijn verder te kijken dan hun eigen gebied, in het besef dat de aanwezigheid van Amsterdam naast veel plezier ook plichten met zich brengt. Amsterdam alleen kan de kar niet trekken, als niet alle betrokkenen hun aandeel willen leveren. Dat is meer een kwestie van mentaliteit, van cultuur, dan van organisatie.”

Het aantal functies dat Claassen in Amsterdam bekleedt en bekleedde, is bijna niet te tellen. Allemaal op het breukvlak van economie, kunst, cultuur en bestuur. Oud-gemeenteraadslid, bestuurslid of oud-bestuurslid Sweelinck Conservatorium, Amsterdams Fonds voor de Kunst, Stichting Concertgebouw Kamerorkest, Stichting Restauratie Westerkerk, college van advies overleg en medezeggenschap politie Amsterdam-Amstelland, om van de talloze SVN-commissies – adviesgroep gemeentelijke belastingen, commissie Scheepvaartwezen en Havens, FENEX, VNO/NCW Noord-Holland, commissie Transportonderwijs, en zo voort en zo verder – maar te zwijgen.

Hoe heeft en had hij daar de tijd voor? ,,Ik hou van werken met mensen. Mensen met volstrekt uiteenlopende interesses en achtergronden. Als je dingen met plezier doet, dan is tijd geen probleem. En bovendien: wat is er fascinerender in de wereld dan Amsterdam.”

door JAN SALOMONS

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Niet te begrijpen, maar toch waar: Claassen gaat weg | NT

Niet te begrijpen, maar toch waar: Claassen gaat weg

AMSTERDAM – Eind deze maand vertrekt mr. D. E. Claassen uit de Amsterdamse haven. Er zijn maar weinig mensen die zich dat kunnen voorstellen. En helemaal vertrekken zal Claassen ook wel niet. Claassen heeft de leeftijd bereikt waarop een mens gerechtigd is dingen voor zijn plezier te doen, nutteloze dingen zogezegd. Met aan redelijke zekerheid valt aan te nemen dat Claassen zich nog lang ‘onnuttig’ met de hoofdstad bezig zal houden. Claassen en Amsterdam horen bij elkaar als Co

Zijn vertrek houdt ook een structuurverandering in. Onder de nieuwe voorzitter H. Pieck, opvolger van oud-VCK-president H. Muller, wordt gezocht naar een – betaalde – voorzitter die tegelijkertijd ook algemeen directeur van SIVN – de opvolger van SVN – kan zijn. Onder de huidige omstandigheden en bij alle dingen die op ons af zullen komen, is een gescheiden bestuur van de Scheepvaart en Industrievereniging Noordzeekanaalgebied volgens Claassen niet meer verantwoord. ,,Als een SIVN-voorzitter de bestuurlijke en representatieve taken van de vereniging goed wil uitvoeren, is hij daar anderhalf tot twee dagen per week mee bezig. Dat kan niet worden verlangd, als onbetaalde nevenfunctie, van een commercieel directeur van een Amsterdams havenbedrijf.

In de veelheid van functies die Claassen bekleedt en heeft bekleed, is hij een van de brandpunten van de hoofdstad: haven, handel, industrie, logistiek, kunst, cultuur, wetenschap, bestuur. In elk van die disciplines is er wel een gremium waarvan Claassen bestuurslid of bestuurvoorzitter is of was. In die samenballing van entiteiten, van Concertgebouworkest tot Schiphol, van Westport tot Rembrandt, in zijn vrijgevochten en sectarische bevolking, zit Amsterdams kracht en zwakheid. Rotterdam is een haven waar langzaam een stad aan vastslibt, Amsterdam is een stad met een vliegveld – vanwege die teringherrie weet u wel – een grachtengordel, Rijksmuseum, red light district, en nog een paar wereldberoemdheden, met boven Centraal Station een streep water – tussen Amsterdam en Noord – de beschaving en de woestijn zeg maar – waar om de zoveel jaar Sail wordt gehouden. Of die streep water verder nog ergens toe dient? De doorsnee Amsterdammer heeft geen flauwe notie. ,,Een haven? Ja, je ziet wel eens ergens schepen liggen, ja. Maar daar gaan ze huizen bouwen, weet je wel. We hebben huizen nodig. Die schepen moeten maar ergens anders naar toe. En Schiphol moet ook maar ergens anders naar toe.” Ga daar als havenman maar eens tegen in. Het helpt niet erg als je zegt dat we daarvan eten. Amsterdammers denken dat mensen van de wind leven.

Industrie

De SVN werd SIVN. De oude SVN-opzet was niet meer te handhaven. Lidmaatschap van SVN impliceerde automatisch binding aan de haven-cao, die in feite door Rotterdamse omstandigheden wordt bepaald. Die cao wordt in Amsterdam als te rigide en te gecompliceerd gezien – Claassen: ‘en in laatste instantie als te duur’. Dat deed het ledental inkrimpen en sowieso viel er veel te zeggen voor een organisatie die primair voor het ondernemingsbelang in de haven zou opkomen. Amsterdam is geen transitohaven. Amsterdam en het Noordzeekanaalgebied moeten het van industrie hebben. Industrie trekt lading aan en bewerkte lading schept toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Amsterdam heeft sowieso van alle grote economische regio’s de hoogste toegevoegde waarde en werkgelegenheid per tonnage havenoverslag.

Om de economische samenhang van industrie en haven te beklemtonen werd SIVN opgericht als ondernemersorganisatie. De werkgeverspoot werd overgedragen aan de Algemene Werkgevers Vereniging in Haarlem die een aparte havendesk opzette. Doel van SIVN is het bedrijfsleven een krachtige stem te geven in de ontwikkeling van het gebied: ruimtelijke ordening en ruimtelijke ontwikkeling, uitvoering milieuwetgeving, infrastructuur, lastendruk, en zo meer, bij alle instanties die in dat opzicht lakens uitdelen: gemeenten, provincie, Rijk en Brussel. Claassen: ,,Wij hebben een boodschap en die boodschap moet luid en duidelijk worden uitgedragen. Bundeling van know how en ervaring. De aanpak van zaken die voor het bedrijfsleven van belang zijn, was tot dusver te verbrokkeld, te divers. Bij de politiek zit weinig kennis over het bedrijfsleven. Bij het bedrijfsleven zit weinig kennis over de politiek. Dat leidt tot aanvaringen en frustraties. Je moet er al in een vroegtijdig stadium inspringen; wanneer overheden bezig zijn onzalige plannen te maken: hoe had u zich dat ingedacht? Eerst moet de politiek de werkelijkheid zien, dan pas kan zij plannen maken. Dat scheelt een hoop tijd.”

Eenwording

De samensmelting van haven en industrie in SIVN lijkt een weerspiegeling te zijn van wat zich op bestuurlijk niveau in de regio aan het voltrekken is. Het gebied groeit langzaam naar eenwording toe. In elk geval naar meer bestuurlijke samenhang. Dat is niet altijd zo geweest.

Van Oranjesluizen tot IJmuidense duinen, laat dat nu eens een kilometer of 30 zijn, of een paar meer. Een minuscuul gebiedje in het op wereldschaal toch al kleine gebiedje van Le Havre tot Hamburg. In dat gebiedje zat een heleboel dames en heren die een heleboel te vertellen hebben, elk op zijn eigen minuscule gebiedje en die niet graag afstand daarvan willen doen. De regering, en misschien ook wel Amsterdam zelf, kwam op de gedachte dat het misschien geen slecht idee zou zijn het hele zaakje bij elkaar te vegen. Het gekrakeel was niet meer van de lucht. Zaanstad vluchtte van schrik zelfs weg naar Alkmaar en Hoorn, maar kwam later weer terug. Om een lang verhaal kort te maken werd het gebied doormidden gekapt. Ergens halverwege het Noordzeekanaal. De Amsterdamse bevolking zei echter ammenooinie en onzalige ROA was van tafel.

En toen voltrok zich het wonder. Men zag in dat het zo niet langer kon en ging om tafel zitten. Kamers van Koophandel fuseerden en staan op het punt dat te doen. Eerder al was er een centraal nautisch beheer van het Noordzeekanaal ontstaan. Zowaar onder Amsterdams bestuur. En nu gaan de havens langs het kanaal zo niet samenvloeien dan toch samenwerken. Er ontstaat langzaam iets als een centrale Port Authority. Een nieuwe naam is er ook al: Seaports Amsterdam, al is die nog niet officieel. Hoogovens en NV Zeehaven IJmuiden hebben nog noten op zang, maar er zit schot in. Tot grote vreugde van Claassen. Dat hij dat nog mag meemaken. ,,Gemeenschappelijk optreden, als een harde eenheid, slaat de Rijksoverheid drogredenen uit de hand. Als jullie het onderling niet eens zijn, hoeven wij in Den Haag ons niet druk over jullie te maken. Als wij met samenhangende, goed onderbouwde plannen komen kan Den Haag niet meer om ons heen. Dat is je eerste winst.”

In de lange tijd dat Claassen de baas van SVN was, heeft Amsterdam er wel eens slechter voor gestaan. Ruim twintig jaar terug stevende Amsterdam op zijn ondergang af. Alle grote havenbedrijven vertrokken naar Rotterdam of hielden er mee op. Qua industrie had de hoofdstad zijn geloofwaardigheid in de wereld verspeeld. Vertrouwen in eigen kunnen verdween. Amsterdam als museum. Dat moest het maar worden. De ommekeer kwam zo’n vijftien jaar geleden. De tijd dat Amsterdam de Olympische Spelen wilde hebben. Een vlucht vooruit om het afschuwelijke doemdenken te doorbreken. Die vlucht zou vrucht blijken te dragen. Amsterdam kreeg weer praatjes. Maar dan praatjes die gaatjes bleken te vullen.

McKinsey formuleerde een Masterplan, gebaseerd op de sterktes van het Noordzeekanaal, en oud-minister Andriessen werkte op basis daarvan in de naar hem genoemde commissie een Plan van Aanpak uit. De regio kan qua toegevoegde waarde en werkgelegenheid groeien, mits… Zo niet dan groeit de economie wel, maar dan baanloos. Er moet een centraal bestuur voor het hele kanaal komen – inmiddels in oprichting – die verantwoordelijk is voor de hele economische en infrastructurele ontwikkeling, zoals bij voorbeeld ontwikkeling en uitgifte van terreinen aan bij voorkeur havengebonden industrie. De bestuurlijke entiteiten in het gebied moeten een deel van hun autonomie in dat opzicht aan het centrale bestuur overgeven. En ziedaar: het geschiedt alzo.

Wereldklasse

Claassen: ,,Wij hebben ons te lang te weinig gerealiseerd dat wij hier alles hebben, en dat dat alles ook nog eens van van wereldklasse is. Wij zijn geneigd het grote belang van de samenhang van dat alles te onderschatten. Het samenvallen van wetenschap, kunst, cultuur, geschiedenis, Amsterdam zelf, geografische ligging, een pluriforme economie, uiteenlopende dienstverlening, een geschakeerde beroepsbevolking, infrastructuur, wereldhaven Schiphol, telecommunicatie, grootschalige ruimte die elders in de grote economische brandpunten niet meer in die omvang bestaat, en dat alles op een stukje grond dat bijna te belopen valt. De commissie Andriessen heeft duidelijk gemaakt dat bij een effectief gebruik van de bestaande infrastructuur een sterke toekomst van deze regio te bereiken valt met een investering van zo’n drie tot drie en een half miljard gulden. Met dat bedrag kan de regio twintig jaar vooruit.” Claassen zegt het niet maar zijn intonatie kan niet worden misverstaan. Drie en half miljard, zeg nu zelf, wat is dat nou? Als je je ergens anders een beetje druk maakt, ben je het dubbele of het meervoudige kwijt.

Convenanten

Dat ROA is verdwenen is volgens Claassen geen ramp, maar hij heeft wel wat op te merken. ,,Amsterdam is de enige internationale stad van Nederland. Amsterdam is bereid nationale verplichtingen op zich te nemen. Daar betaalt Amsterdam voor en Nederland geniet daarvan. Amsterdam organiseert Sail. De laatste kostte acht miljoen gulden. Door Amsterdam en het Amsterdamse bedrijfsleven opgebracht. Dat is allemaal best, maar dan moet Amsterdam ook economisch de ruimte krijgen.”

,,Een nieuw soort ROA is niet nodig. Voorlopig kunnen wij voor bepaalde aangelegenheden convenanten sluiten met de overheden die bij die aangelegenheden zijn betrokken. De coalities die je dan sluit, hangen dan af van het soort probleem en van de partijen die bij dat probleem zijn betrokken. Een dergelijke aanpak kan best werken, mits alle partijen, ook de omliggende gemeenten, bereid zijn verder te kijken dan hun eigen gebied, in het besef dat de aanwezigheid van Amsterdam naast veel plezier ook plichten met zich brengt. Amsterdam alleen kan de kar niet trekken, als niet alle betrokkenen hun aandeel willen leveren. Dat is meer een kwestie van mentaliteit, van cultuur, dan van organisatie.”

Het aantal functies dat Claassen in Amsterdam bekleedt en bekleedde, is bijna niet te tellen. Allemaal op het breukvlak van economie, kunst, cultuur en bestuur. Oud-gemeenteraadslid, bestuurslid of oud-bestuurslid Sweelinck Conservatorium, Amsterdams Fonds voor de Kunst, Stichting Concertgebouw Kamerorkest, Stichting Restauratie Westerkerk, college van advies overleg en medezeggenschap politie Amsterdam-Amstelland, om van de talloze SVN-commissies – adviesgroep gemeentelijke belastingen, commissie Scheepvaartwezen en Havens, FENEX, VNO/NCW Noord-Holland, commissie Transportonderwijs, en zo voort en zo verder – maar te zwijgen.

Hoe heeft en had hij daar de tijd voor? ,,Ik hou van werken met mensen. Mensen met volstrekt uiteenlopende interesses en achtergronden. Als je dingen met plezier doet, dan is tijd geen probleem. En bovendien: wat is er fascinerender in de wereld dan Amsterdam.”

door JAN SALOMONS

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement