Huts herhaalt in dat interview in grote lijnen de punten die ABAS en KBVG, de twee belangrijkste beroepsverenigingen van goederenbehandelaars in de haven van Antwerpen, eind juni in een gezamenlijk communiqué al onderstreepten. Hij schuwt daarbij de grote woorden niet:

“De politiek moet weten dat niet enkel onze sector, maar de economie van ons land een pandoering van jewelste krijgt als dit voorstel door onze strot wordt geramd. Ik trek aan de alarmbel voordat het schip gezonken is”, zegt hij onder meer.

Huts ziet in de hele aanpak – een volgens hem onnodige oefening voor wat de stouwerijsector aangaat – een gevaar voor de concurrentiepositie van goederenbehandelaars en opslagbedrijven in de Belgische havens. Hij voorspelt “een enorme rechtsonzekerheid en vele jaren van dure procedures om uit te maken waar we juridisch staan”.

De topman van Katoen Natie heeft er ook geen vertrouwen in dat de nieuwe consultatieronde die nog voor het eind van dit jaar zou moeten leiden tot een definitief ontwerp voor een nieuw scheepvaartwetboek, zal toelaten om de voorliggende teksten bij te sturen op de voor de goederenbehandelaars belangrijke punten.

De herziening van de scheepvaartwet staat sinds 2007 in de steigers en maakte het voorwerp uit van een breed overleg met alle betrokken partijen. Eén van de doelstellingen is een nieuwe wettelijke regeling uit te dokteren “die de competitiviteit van de Belgische scheepvaart- en havenbedrijven en van de maritiem-juridische dienstverleners nog verder kan versterken”. Voorstanders van de herziening benadrukken in die context dat de huidige wetgeving hopeloos verouderd is.