Voor de kleine scheepseigenaren moet volgens Steenbergen een oplossing komen, zoals een uitkoopregeling, en ‘hierin moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen’.

Steenbergen is sinds 1 februari directeur mobiliteit en transport bij de Rabobank. Hij staat voor een aantal grote uitdagingen, zoals de prijsdruk in de sector en de enorme verduurzamingseis. Transport en mobiliteit worden steeds belangrijker, weet Steenbergen. ‘Dat bij de Rabobank nu een directeur nodig is voor deze sector, is een stukje erkenning.’

De kosten in de hele sector gaan stijgen, ook in de binnenvaart, weet hij. ‘Brandstof, grondstoffen en personeel worden duurder en we moeten verduurzamen. Dat moet worden doorberekend in de vrachtprijzen, want niet de binnenvaartschipper maar de consument moet betalen voor een maatschappelijk probleem. Die profiteert immers ook van een schonere lucht.’

Aanbiedersmarkt

Steenbergen ziet op de lange termijn een stabiele binnenvaartmarkt met minder individuele ondernemers. ‘Je krijgt een markt waarin meer partijen meerdere schepen aansturen. De schipper-eigenaar zie je verdwijnen. Grote schepen worden berederd door bedrijven. Daarbij gaat de vervoersvraag sterker stijgen dan de vervoerscapaciteit en dat is goed voor de prijsontwikkeling.’

De Rabo-directeur ziet dan ook geen grote groeisprongen meer voor de binnenvaart, maar wel kansen de rentabiliteit sterk te verhogen. ‘Op korte termijn kunnen er fluctuaties zijn in volume. Zoals nu, met de tijdelijke opleving van het kolenvervoer door de hoge gasprijzen. Maar de vervoersprestatie in tonkilometers blijft praktisch gelijk. De vraag naar vervoer over water is echter wel hoog en de latente vraag nog hoger. Het overheidsbeleid focust zich op een modal shift. Maar structureel beleid dat in de praktijk werkt, ontbreekt. Daardoor is de groei er gewoon niet.’

Desalniettemin ziet Steenbergen de sector langzaamaan veranderen in een aanbiedersmarkt. Er ontstaat krapte op de weg, dus wat daar niet over kan, moet in het schip. ‘Op de langere termijn zie je dat partijen met meer schepen ook meer gaan verdienen. De markt verschuift naar hen, en zo stabiliseert de capaciteit.’

Niet netjes

Net als zijn voorganger, Marco van Beek, ziet Steenbergen steeds minder ruimte ontstaan voor kleine, moeilijk te vergroenen binnenvaartschepen. ‘We kunnen niet alle schepen verduurzamen. Dat roept de vraag op: welke zijn rendabel? Niet de verouderde kleine schepen. Ik heb het ministerie weleens voorgesteld een uitkoopregeling te maken voor deze groep particuliere schippers. In die schepen zit immers hun pensioen en het is niet netjes hen de markt uit te drukken. We moeten er netjes uitkomen, met hen, de bank en de overheid. Er zijn mensen die daar nu ook serieus over nadenken, want zo koop je de meest vervuilende partijen uit de markt.’

Een manier waarop dit wordt gestimuleerd, is het onlangs geïntroduceerde labelsysteem. ‘Als je zo’n label hebt, dan ga je daarmee werken. De groenste partijen krijgen vanuit de bank rentekortingen. Ik ben minder van het straffen, maar je kunt zo wel de beste partijen bevoordelen. En de schepen met het slechtste label krijgen minder toegang tot havens en lading op de lange termijn.’

Volgens de bankier zal het labelsysteem niet per se de sleutel worden voor de markt, maar wel een instrument waarlangs de markt kan gaan meten. ‘Je kunt zo speciaal beleid gaan maken. In het begin stimulerend beleid, daarna, op den duur, repressief.’

Boeman

De boodschap dat kleine schepen lastiger te financieren zijn, werd vorig jaar slecht ontvangen door een groot aantal schippers. ‘Maar we moeten elkaar niet voorliegen’, zegt Steenbergen. ‘Het verhaal moest er wel uit. We moeten eerlijk zijn tegenover elkaar, die kleine schepen zijn gewoon minder rendabel, ook al is dat dan niet het nieuws dat iedereen wil horen.’

De Rabobank financiert dit type schepen alleen als er een positief rendement wordt verwacht. ‘Er moet een nette oplossing komen, ook vanuit de overheid. Vorig jaar brachten we dit verhaal al een keer, en dat staat nog steeds. Nu zoeken we oplossingen. Op heel veel gebieden pakken we daarin een voortrekkersrol, maar het lijkt alsof de banken nu wetgever worden. Een soort boeman, alsof wij alleen bepalen wie wordt gefinancierd en wie niet. Maar dit is toch echt overheidsbeleid.’

‘Het is niet alleen het probleem van de banken. Het is ieders probleem, want we willen allemaal een schonere wereld. Daar kunnen we in sturen. Maar ondernemers met een klein schip moeten niet zomaar aan de kant worden gezet. De Rabobank wil de hele sector beter maken, niet slechts een klein deel. Iedereen heeft baat bij een gezonde sector.’

Steenbergen vindt dat vervoer over water een veel groter aandeel in het goederenvervoer zou moeten hebben. ‘De binnenvaart moet groeien. De weg kan het niet meer aan. Als de haven van Rotterdam nog 5% groeit, krijgen we die lading niet meer weg met vrachtwagens. Voor een oplossing is structureel overheidsbeleid nodig; een langetermijnvisie. We hebben het hier al jaren over, iedereen vindt de sector romantisch en leuk. Maar als puntje bij paaltje komt, verandert er weinig.’

Toekomst

Steenbergen sluit overigens niet uit dat er tot op zekere hoogte behoefte blijft aan kleine schepen voor fijnmazig vervoer in de haarvaten van het Nederlandse vaarwegennet. ‘De markt moet dit oplossen. Als die vraag er is, moet daarvoor worden betaald. Toch zien we dat ook dat veel haarvaten worden verruimd, zodat ze ook voor grotere schepen toegankelijk worden, en dat verdringt de kleine schepen. We moeten zien wie er overblijft.’ Ditzelfde geldt voor eigenaren van de kleine schepen die momenteel aangeven wel degelijk voldoende ladingaanbod te hebben. ‘Wie hier toekomst in ziet, kan dit blijven financieren.’

Volgens de prognose van de Rabobank zal het vervoer van droge bulk dit jaar met 4% tot 5% afnemen en het ladingvolume in de tankvaart vrijwel gelijk blijven. Alleen het containervervoer blijft groeien, met 4 tot 7%. Maar dit wel met enige slagen om de arm. Corona, gasprijzen en waterstanden kunnen het beeld nog veranderen.

‘Ik ben net begonnen’, aldus Steenbergen. ‘Ik wil meer actief zijn in deze sector. We hebben als Rabobank veel mensen in het veld en financieren de meeste binnenvaartschepen. Maar ik wil ook van de sector zelf weten hoe we het kunnen verbeteren.’

Dit artikel verscheen eerder in Schuttevaer.