Slimme binnenvaart-containerlogistiek

Het huidige binnenvaartsysteem voor containers is vooral gebaseerd op het onderhouden van punt-puntverbindingen tussen de containerterminals in binnenhavens in het achterland….

… en de zeehavens Rotterdam en Amsterdam (en in mindere mate Antwerpen) met inzet van zo groot mogelijke binnenvaartschepen.

Bundeling van stromen vindt plaats op basis van het optimaliseren van de benuttingsgraad van schepen (zo vol mogelijk varen). In Rotterdam, veruit de belangrijkste haven voor de binnenvaart, is versnippering ontstaan door het toenemen van het aantal deepseaterminals. Derhalve dienen (grote) binnenvaartschepen meerdere terminals in Rotterdam aan te doen om containers te lossen en te laden. De ‘verblijftijd’ van binnenvaartschepen in Rotterdam die hierdoor ontstaat, is inmiddels opgelopen tot gemiddeld twee dagen met uitschieters naar 4 dagen. Zodra Maasvlakte 2 in 2014 in gebruik wordt genomen, zal de versnippering in Rotterdam verder toenemen. Het ligt in de lijn der verwachting dat de verblijftijd van de binnenvaart in Rotterdam dan significant oploopt en misschien zelfs verdubbelt.

Een oplossing voor het hierboven geschetste probleem is het inzetten van kleinere binnenvaartschepen die per eenheid voldoende lading hebben om slechts 1 of 2 terminals in Rotterdam te bedienen. Hierdoor zal de verblijftijd in de zeehaven enorm afnemen (van dagen naar uren). Het varen met kleine schepen is relatief duur waardoor samenwerking tussen inlandterminals nodig is om de benuttingsgraad van schepen te optimaliseren en het inzetten van zogenaamde koppelverbanden (een varend schip met daaraan gekoppeld één of twee duwbakken) voorwaarde is voor het maximaliseren van de capaciteit per varende eenheid. De afgelopen jaren hebben ondernemers in de binnenvaart (inlandterminals, rederijen en bevrachters) plannen uitgewerkt die zijn gebaseerd op logistieke systemen met kleine koppelverbanden. Het tempo van deze ontwikkeling is (te) laag wegens de omvang van een dergelijke systeemverandering, de kleinschaligheid van de binnenvaartsector (vooral mkb-bedrijven), financieringsproblemen door de crisis en het ontbreken van een gezamenlijke aanpak.

Nu het Rijk heeft laten weten niets te zien in het steunen van de binnenvaart zouden andere overheden, samen met de zeehavens, het stokje kunnen overnemen. Door de ontwikkeling van slimme binnenvaartcontainerlogistiek met kleine koppelverbanden te stimuleren, kan een verbindend en integraal vervoersysteem ontstaan waarbij het belang van het achterland én de zeehavens is gediend. Voor Rotterdam biedt het een kans om zijn modal split doelstelling van 45% vervoer met binnenvaart te bereiken. Tussen de (regio’s en steden binnen) provincies kunnen verbindingen worden gelegd die thans niet bestaan, hetgeen een kans biedt voor continentaal vervoer en dus een verdere verschuiving van weg naar water. Kortom: klein is fijn.

Nico Schoonen

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Slimme binnenvaart-containerlogistiek | NT

Slimme binnenvaart-containerlogistiek

Het huidige binnenvaartsysteem voor containers is vooral gebaseerd op het onderhouden van punt-puntverbindingen tussen de containerterminals in binnenhavens in het achterland….

… en de zeehavens Rotterdam en Amsterdam (en in mindere mate Antwerpen) met inzet van zo groot mogelijke binnenvaartschepen.

Bundeling van stromen vindt plaats op basis van het optimaliseren van de benuttingsgraad van schepen (zo vol mogelijk varen). In Rotterdam, veruit de belangrijkste haven voor de binnenvaart, is versnippering ontstaan door het toenemen van het aantal deepseaterminals. Derhalve dienen (grote) binnenvaartschepen meerdere terminals in Rotterdam aan te doen om containers te lossen en te laden. De ‘verblijftijd’ van binnenvaartschepen in Rotterdam die hierdoor ontstaat, is inmiddels opgelopen tot gemiddeld twee dagen met uitschieters naar 4 dagen. Zodra Maasvlakte 2 in 2014 in gebruik wordt genomen, zal de versnippering in Rotterdam verder toenemen. Het ligt in de lijn der verwachting dat de verblijftijd van de binnenvaart in Rotterdam dan significant oploopt en misschien zelfs verdubbelt.

Een oplossing voor het hierboven geschetste probleem is het inzetten van kleinere binnenvaartschepen die per eenheid voldoende lading hebben om slechts 1 of 2 terminals in Rotterdam te bedienen. Hierdoor zal de verblijftijd in de zeehaven enorm afnemen (van dagen naar uren). Het varen met kleine schepen is relatief duur waardoor samenwerking tussen inlandterminals nodig is om de benuttingsgraad van schepen te optimaliseren en het inzetten van zogenaamde koppelverbanden (een varend schip met daaraan gekoppeld één of twee duwbakken) voorwaarde is voor het maximaliseren van de capaciteit per varende eenheid. De afgelopen jaren hebben ondernemers in de binnenvaart (inlandterminals, rederijen en bevrachters) plannen uitgewerkt die zijn gebaseerd op logistieke systemen met kleine koppelverbanden. Het tempo van deze ontwikkeling is (te) laag wegens de omvang van een dergelijke systeemverandering, de kleinschaligheid van de binnenvaartsector (vooral mkb-bedrijven), financieringsproblemen door de crisis en het ontbreken van een gezamenlijke aanpak.

Nu het Rijk heeft laten weten niets te zien in het steunen van de binnenvaart zouden andere overheden, samen met de zeehavens, het stokje kunnen overnemen. Door de ontwikkeling van slimme binnenvaartcontainerlogistiek met kleine koppelverbanden te stimuleren, kan een verbindend en integraal vervoersysteem ontstaan waarbij het belang van het achterland én de zeehavens is gediend. Voor Rotterdam biedt het een kans om zijn modal split doelstelling van 45% vervoer met binnenvaart te bereiken. Tussen de (regio’s en steden binnen) provincies kunnen verbindingen worden gelegd die thans niet bestaan, hetgeen een kans biedt voor continentaal vervoer en dus een verdere verschuiving van weg naar water. Kortom: klein is fijn.

Nico Schoonen

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement