Douane Dwaze Dagen: soms toch ‘n juweeltje

‘En eerlijk zullen we alles delen…’ Klinkt nobel en duurzaam, dus goed, maar ik ben van huis uit douaneadviseur en ben dus toch wat kritisch.

Wie bepaalt wat eerlijk is? Wat is ‘alles’? Valt 80/20 ook onder delen? En ‘zullen’, is dat niet meer een intentie dan garantie?

Misschien flauw, maar het zijn dezelfde vragen die ik stelde toen het nieuwe ‘Algemeen Preferentieel Systeem’ (‘APS’) werd aangekondigd. De communautaire ‘kortingsregeling’ op invoerrechten voor ontwikkelingslanden die een steuntje in de rug kunnen gebruiken, een soort communautaire uitverkoop. Toen ik deze nieuwe kortingsgids doorlas, begon ik te begrijpen waarom sommige mensen een hekel hebben aan de uitverkoop.

Laat me beginnen met het uitgangspunt. Het APS is een schitterende regeling die soms tot 100% korting geeft op invoerrechten. Voor veel exporteurs een reden om in die landen te gaan produceren. Met het ‘preferentiële paspoort’ (form. A) komen goederen in aanmerking voor een verlaagd preferentieel tarief. Hoe kun je daar nou een hekel aan hebben?

Je kunt er de klok op gelijk zetten; verlaagd tarief betekent ‘paspoortfraude’. Veel importeurs zijn terughoudend met het gebruik maken van het APS, want er circuleren veel onjuiste of valse form. A’s. Maar belangrijker is misschien wel de vraag, welk land nu in aanmerking komt voor preferentiële behandeling. Wanneer een APS-land zich begint te ontwikkelen en de export toeneemt, kan de EU dat land uit het APS zetten, waardoor de productie juist wordt ontmoedigd. In het nieuwe APS is om die reden behoorlijk gesneden in het aantal landen dat in aanmerking komt voor preferentiële behandeling.

De landen die nog wel onder het APS vallen, kunnen op productniveau toch weer worden uitgezonderd als er teveel ervan wordt uitgevoerd naar de EU. Het voordeel van het APS kan toch tegenvallen, wanneer het land van productie ineens buiten het APS komt te vallen. En dat gebeurt steeds vaker en steeds sneller. Kortom, het APS creëert enige onrust en onzekerheid bij importeurs.

Maar toch ook een lichtpuntje, namelijk de introductie van het APS+. Dat is de regeling die de minst ontwikkelde landen aanvullende preferentiële behandeling geeft om de handel met die landen te stimuleren. Uiteraard is de regelterreur van het APS grotendeels ook op de APS+ landen van toepassing, maar het blijft een lichtpuntje.
Normaliter leg ik die mooie boekjes van de uitverkoop snel terzijde en bevestig ik volmondig het stereotype beeld van mannen en uitverkoop. Het nieuwe APS zal diezelfde reactie bij importeurs oproepen. De enige troost die ik hen kan bieden is, dat ook in het APS soms juweeltjes zitten als je ze weet te vinden.

Raoul Ramautarsing

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Douane Dwaze Dagen: soms toch ‘n juweeltje | NT

Douane Dwaze Dagen: soms toch ‘n juweeltje

‘En eerlijk zullen we alles delen…’ Klinkt nobel en duurzaam, dus goed, maar ik ben van huis uit douaneadviseur en ben dus toch wat kritisch.

Wie bepaalt wat eerlijk is? Wat is ‘alles’? Valt 80/20 ook onder delen? En ‘zullen’, is dat niet meer een intentie dan garantie?

Misschien flauw, maar het zijn dezelfde vragen die ik stelde toen het nieuwe ‘Algemeen Preferentieel Systeem’ (‘APS’) werd aangekondigd. De communautaire ‘kortingsregeling’ op invoerrechten voor ontwikkelingslanden die een steuntje in de rug kunnen gebruiken, een soort communautaire uitverkoop. Toen ik deze nieuwe kortingsgids doorlas, begon ik te begrijpen waarom sommige mensen een hekel hebben aan de uitverkoop.

Laat me beginnen met het uitgangspunt. Het APS is een schitterende regeling die soms tot 100% korting geeft op invoerrechten. Voor veel exporteurs een reden om in die landen te gaan produceren. Met het ‘preferentiële paspoort’ (form. A) komen goederen in aanmerking voor een verlaagd preferentieel tarief. Hoe kun je daar nou een hekel aan hebben?

Je kunt er de klok op gelijk zetten; verlaagd tarief betekent ‘paspoortfraude’. Veel importeurs zijn terughoudend met het gebruik maken van het APS, want er circuleren veel onjuiste of valse form. A’s. Maar belangrijker is misschien wel de vraag, welk land nu in aanmerking komt voor preferentiële behandeling. Wanneer een APS-land zich begint te ontwikkelen en de export toeneemt, kan de EU dat land uit het APS zetten, waardoor de productie juist wordt ontmoedigd. In het nieuwe APS is om die reden behoorlijk gesneden in het aantal landen dat in aanmerking komt voor preferentiële behandeling.

De landen die nog wel onder het APS vallen, kunnen op productniveau toch weer worden uitgezonderd als er teveel ervan wordt uitgevoerd naar de EU. Het voordeel van het APS kan toch tegenvallen, wanneer het land van productie ineens buiten het APS komt te vallen. En dat gebeurt steeds vaker en steeds sneller. Kortom, het APS creëert enige onrust en onzekerheid bij importeurs.

Maar toch ook een lichtpuntje, namelijk de introductie van het APS+. Dat is de regeling die de minst ontwikkelde landen aanvullende preferentiële behandeling geeft om de handel met die landen te stimuleren. Uiteraard is de regelterreur van het APS grotendeels ook op de APS+ landen van toepassing, maar het blijft een lichtpuntje.
Normaliter leg ik die mooie boekjes van de uitverkoop snel terzijde en bevestig ik volmondig het stereotype beeld van mannen en uitverkoop. Het nieuwe APS zal diezelfde reactie bij importeurs oproepen. De enige troost die ik hen kan bieden is, dat ook in het APS soms juweeltjes zitten als je ze weet te vinden.

Raoul Ramautarsing

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement