De teerling is geworpen

Het moet een behoorlijk dilemma zijn geweest voor Julius Caesar toen hij met zijn legers aan de oever van de rivier de Rubicon stond na de verovering van Gallië.

Om zijn provincie te kunnen behouden, moest hij naar Rome om orde op zaken te stellen maar als hij dat deed, werd hij gezien als vijand van de Staat. Na een nacht van overpeinzingen riep hij ‘Iacta Alea Est’. Een inmiddels gevleugelde spreuk met als boodschap: de teerling is geworpen, geen weg meer terug, gaan met die banaan, no guts no glory… Hoe je het ook leest, de boodschap is duidelijk; Julius ging ervoor.

Vorige week donderdag is de ‘douane-teerling’ geworpen, het nieuwe Douane Wetboek van de EU (UCC) is gepubliceerd. In eerdere columns heb ik aandacht besteed aan de totstandkoming van het UCC, waarbij ‘totstandkoming’ prima kon worden gelezen als ‘instilstandblijving’. Maar na ruim vijf jaar onderhandelen over de nieuwe wettekst lijkt het dan toch zover te zijn, het EU Douanewetboek is herboren. Althans zo presenteert men het.

In de nieuwe tekst zitten een paar interessante veranderingen. Het bestaande wetboek (CDW) geeft bijvoorbeeld de mogelijkheid om bindende inlichtingen te krijgen van de Douane over de toepassing van de wetgeving. Met een dergelijke bindende inlichting verschafte de Douane zekerheid over zaken als tarief en oorsprong en had een importeur rechtsbescherming als de wetgeving achteraf toch anders moest worden uitgelegd. Het instrument van de bindende inlichting is in het UCC aangescherpt en kan nu ook op meerdere onderwerpen worden afgegeven. Met name op het gebied van douanewaarde zou dit een welkome uitbreiding zijn.

Een andere interessante ontwikkeling is de uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese Commissie. Als je het UCC doorleest, struikel je over de vele bepalingen over gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen. Daarmee zou de Commissie efficiënter wijzigingen kunnen doorvoeren ten aanzien van de douanewetgeving, maar is daardoor ook minder gebonden aan de mening van de lidstaten. Een dergelijke carte blanche is wellicht wat veel van het goede.

Een ander punt is de timing. De Commissie mag per 1 november 2013 al aan de slag met het uitwerken van de gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen, maar het UCC is feitelijk pas op 1 juni 2016 van toepassing en dat heeft toch weer alle schijn van de welbekende lange baan. Gelukkig blijft tot die tijd ons oude vertrouwde CDW gewoon van kracht.

Ben benieuwd wat Julius tegen de Senaat zou zeggen als die de opdracht had om de Romeinse Douanewet te herzien. Waarschijnlijk ‘Impossibilium Nulla Obligatio Est’, ofwel tot het onmogelijke kan niemand worden verplicht.

Raoul Ramautarsing

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

De teerling is geworpen | NT

De teerling is geworpen

Het moet een behoorlijk dilemma zijn geweest voor Julius Caesar toen hij met zijn legers aan de oever van de rivier de Rubicon stond na de verovering van Gallië.

Om zijn provincie te kunnen behouden, moest hij naar Rome om orde op zaken te stellen maar als hij dat deed, werd hij gezien als vijand van de Staat. Na een nacht van overpeinzingen riep hij ‘Iacta Alea Est’. Een inmiddels gevleugelde spreuk met als boodschap: de teerling is geworpen, geen weg meer terug, gaan met die banaan, no guts no glory… Hoe je het ook leest, de boodschap is duidelijk; Julius ging ervoor.

Vorige week donderdag is de ‘douane-teerling’ geworpen, het nieuwe Douane Wetboek van de EU (UCC) is gepubliceerd. In eerdere columns heb ik aandacht besteed aan de totstandkoming van het UCC, waarbij ‘totstandkoming’ prima kon worden gelezen als ‘instilstandblijving’. Maar na ruim vijf jaar onderhandelen over de nieuwe wettekst lijkt het dan toch zover te zijn, het EU Douanewetboek is herboren. Althans zo presenteert men het.

In de nieuwe tekst zitten een paar interessante veranderingen. Het bestaande wetboek (CDW) geeft bijvoorbeeld de mogelijkheid om bindende inlichtingen te krijgen van de Douane over de toepassing van de wetgeving. Met een dergelijke bindende inlichting verschafte de Douane zekerheid over zaken als tarief en oorsprong en had een importeur rechtsbescherming als de wetgeving achteraf toch anders moest worden uitgelegd. Het instrument van de bindende inlichting is in het UCC aangescherpt en kan nu ook op meerdere onderwerpen worden afgegeven. Met name op het gebied van douanewaarde zou dit een welkome uitbreiding zijn.

Een andere interessante ontwikkeling is de uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese Commissie. Als je het UCC doorleest, struikel je over de vele bepalingen over gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen. Daarmee zou de Commissie efficiënter wijzigingen kunnen doorvoeren ten aanzien van de douanewetgeving, maar is daardoor ook minder gebonden aan de mening van de lidstaten. Een dergelijke carte blanche is wellicht wat veel van het goede.

Een ander punt is de timing. De Commissie mag per 1 november 2013 al aan de slag met het uitwerken van de gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen, maar het UCC is feitelijk pas op 1 juni 2016 van toepassing en dat heeft toch weer alle schijn van de welbekende lange baan. Gelukkig blijft tot die tijd ons oude vertrouwde CDW gewoon van kracht.

Ben benieuwd wat Julius tegen de Senaat zou zeggen als die de opdracht had om de Romeinse Douanewet te herzien. Waarschijnlijk ‘Impossibilium Nulla Obligatio Est’, ofwel tot het onmogelijke kan niemand worden verplicht.

Raoul Ramautarsing

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement