Er is er een jarig

Ik zat een paar weken geleden op een verjaardagspartijtje.

U weet wel, zo een waar de mannen aan één kant van de kamer een halve kring vormen en de vrouwen aan de overkant de andere helft voor hun rekening nemen. Meestal ben ik geneigd tussen de vrouwen te gaan zitten, maar in dit gezelschap was dat ongepast.

De aanwezige familieleden van de jarige waren zonder uitzondering allemaal in de binnenvaart werkzaam, of
geweest, zoals opa, en daar mengt de echte man zich niet onder het vrouwvolk. Nu is binnenvaart een stokpaardje van me dus geen straf om bij de mannen aan te schuiven. Misschien hoor je nog eens wat.

Inmiddels hebben de schippers in dit gezelschap mij, na een jaar of zes de kat uit de boom gekeken te hebben, geaccepteerd als ‘wel oké’. Daar ben ik uiterst trots op want als consultant ben je bij voorbaat zeer verdacht en als je, net als ik, ook nog voor de brancheverenigingen en het crisisberaad werkzaamheden hebt verricht, kun je het meestentijds helemaal wel vergeten.

Naast me zat een jonge blozende schipper met een biertje in de hand. Buiten stormde het behoorlijk, dus ik begon
maar eens met een opening over het weer. Na wat nautisch technische informatie ontvangen te hebben heb ik het gewaagd te informeren naar de business. Voorzichtig natuurlijk, want ik verwachtte een ‘kommer en kwel’-verhaal. Maar niets was minder waar. Deze schipper, en naar bleek nog een andere in het gezelschap, voeren voor een ‘vaste’ bevrachter. En ja, het aanbod was beperkt maar er viel nog genoeg te varen voor deze zand- en grindschippers met kleinere schepen. Mijn buurman keek me tevreden aan, een volgend flesje bier opentrekkend.

Doorvragen leerde me dat de partijgrootte per verscheping vaak niet genoeg was voor volle capaciteitsbenutting.
Daarnaast bleek dat de tarieven, zij het weliswaar iets stijgende, nog ver onder het gewenste niveau liggen. Hoe los je dat dan op, vroeg ik verbaasd. Gewoon meer uren maken, was het antwoord. Met kromme tenen in mijn schoenen hoorde ik aan, dat de gemiddelde schipper ruim 50 (!) procent meer uren moet varen om hetzelfde resultaat te boeken als in de jaren tot aan de crisis. En dan rekent men alleen nog maar de variabele kosten, bemanningskosten en rente en afl ossing mee. Dat door het vele varen het onderhoud en de afschrijving op termijn een probleem zal opleveren, daar stonden deze mannen liever niet bij stil.

Voorzichtig opperde ik dat de nieuwe branchevereniging misschien soelaas kan bieden door beter voor hun belangen op te kunnen komen dan voorheen. Dat leverde me een lachsalvo op: ‘Daar hebben we het wel mee gehad hoor.’ ‘Neem nog een biertje, er is er een jarig!’

Nico Schoonen

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Er is er een jarig | NT

Er is er een jarig

Ik zat een paar weken geleden op een verjaardagspartijtje.

U weet wel, zo een waar de mannen aan één kant van de kamer een halve kring vormen en de vrouwen aan de overkant de andere helft voor hun rekening nemen. Meestal ben ik geneigd tussen de vrouwen te gaan zitten, maar in dit gezelschap was dat ongepast.

De aanwezige familieleden van de jarige waren zonder uitzondering allemaal in de binnenvaart werkzaam, of
geweest, zoals opa, en daar mengt de echte man zich niet onder het vrouwvolk. Nu is binnenvaart een stokpaardje van me dus geen straf om bij de mannen aan te schuiven. Misschien hoor je nog eens wat.

Inmiddels hebben de schippers in dit gezelschap mij, na een jaar of zes de kat uit de boom gekeken te hebben, geaccepteerd als ‘wel oké’. Daar ben ik uiterst trots op want als consultant ben je bij voorbaat zeer verdacht en als je, net als ik, ook nog voor de brancheverenigingen en het crisisberaad werkzaamheden hebt verricht, kun je het meestentijds helemaal wel vergeten.

Naast me zat een jonge blozende schipper met een biertje in de hand. Buiten stormde het behoorlijk, dus ik begon
maar eens met een opening over het weer. Na wat nautisch technische informatie ontvangen te hebben heb ik het gewaagd te informeren naar de business. Voorzichtig natuurlijk, want ik verwachtte een ‘kommer en kwel’-verhaal. Maar niets was minder waar. Deze schipper, en naar bleek nog een andere in het gezelschap, voeren voor een ‘vaste’ bevrachter. En ja, het aanbod was beperkt maar er viel nog genoeg te varen voor deze zand- en grindschippers met kleinere schepen. Mijn buurman keek me tevreden aan, een volgend flesje bier opentrekkend.

Doorvragen leerde me dat de partijgrootte per verscheping vaak niet genoeg was voor volle capaciteitsbenutting.
Daarnaast bleek dat de tarieven, zij het weliswaar iets stijgende, nog ver onder het gewenste niveau liggen. Hoe los je dat dan op, vroeg ik verbaasd. Gewoon meer uren maken, was het antwoord. Met kromme tenen in mijn schoenen hoorde ik aan, dat de gemiddelde schipper ruim 50 (!) procent meer uren moet varen om hetzelfde resultaat te boeken als in de jaren tot aan de crisis. En dan rekent men alleen nog maar de variabele kosten, bemanningskosten en rente en afl ossing mee. Dat door het vele varen het onderhoud en de afschrijving op termijn een probleem zal opleveren, daar stonden deze mannen liever niet bij stil.

Voorzichtig opperde ik dat de nieuwe branchevereniging misschien soelaas kan bieden door beter voor hun belangen op te kunnen komen dan voorheen. Dat leverde me een lachsalvo op: ‘Daar hebben we het wel mee gehad hoor.’ ‘Neem nog een biertje, er is er een jarig!’

Nico Schoonen

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement