(On)misbaar op Schiphol levert bitter weinig op (column)

TON & teu

In het begin van de coronacrisis in 2020 kregen personen werkzaam in het transport plotseling de waardering waarop ze al jaren hadden gewacht. Minister-president Mark Rutte presenteerde toen de lijst van cruciale beroepen en vitale processen die onmisbaar zijn voor onze Nederlandse economie, waarbij ook de Schipholwerkers in de passagiers-, grond- en vrachtafhandeling het predicaat ‘van vitaal belang’ kregen opgeplakt. Maar wanneer ik ruim twaalf maanden later even terugblik en bekijk wat dit bijna koninklijke predicaat de loodsmedewerkers op de luchthaven in de praktijk heeft opgeleverd, kom ik tot slechts een conclusie. Dat dit bitter weinig geweest is.

vrachtafhandeling, luchtvracht
Foto: Shutterstock

Terwijl ik tijdens de verschillende lockdowns thuis vanuit mijn kamertje in afzondering mijn werkzaamheden kon uitvoeren, hadden de Schipholwerkers dit voorrecht niet. Je hebt immers niet voor niets een cruciaal beroep. Cruciaal zijn blijkt echter nog wat anders dan tijdens een pandemie als cruciaal behandeld en beschermd te worden. Zo waren er tijdens de eerste maanden van de pandemie voor deze vitale beroepen nauwelijks mondkapjes en beschermingsmiddelen beschikbaar en was op anderhalve meter afstand werken op de luchthaven in de vracht ook niet echt mogelijk. Al snel werd Schiphol niet alleen een belangrijke logistieke hub voor de import van beschermende medische kleding, maar ook een hub voor het virus zelf.

Het cruciaal zijn was voor veel werkers op de luchthaven bovendien van korte duur. Op dag één ben je nog cruciaal, op dag twee zit je zonder inkomsten thuis op de bank. In bijvoorbeeld de vrachtafhandeling zit je immers vrijwel standaard op een flexcontract. De arbeidsvoorwaarden op de luchthaven blijven al jaren achter bij die in andere vervoerssectoren. De Schiphol Group wakkert als beheerder en verstrekker van de noodzakelijke concessies deze vlucht naar beneden qua arbeidsvoorwaarden nog eens aan, met als enig doel de goedkoopste luchthaven van Europa te willen zijn op afhandelingsgebied.

Om dit doel te bereiken, wil Schiphol de concurrentie van onder meer de afhandelaars zelfs midden in de coronapandemie flink opvoeren. Waar elders in Europa vind je zeven afhandelingsbedrijven die elkaar de tent uit vechten qua tarieven? En dat met alle negatieve gevolgen van dien voor de arbeidsomstandigheden van de medewerkers, hoe cruciaal ze ook zijn.

Een cruciaal beroep hebben, betekent in het geval van de luchthaven je gezondheid, veiligheid en welzijn op het spel zetten voor een onmisbaar proces. Zonder vitale bescherming tegen bijvoorbeeld het virus, zonder veilige werkomgeving en zonder vaste baan met een leefbaar loon. Het proces op de luchthaven is cruciaal, maar de mens erachter schijnbaar helemaal niet.

(On)misbaar op Schiphol levert bitter weinig op (column) | NT

(On)misbaar op Schiphol levert bitter weinig op (column)

TON & teu

In het begin van de coronacrisis in 2020 kregen personen werkzaam in het transport plotseling de waardering waarop ze al jaren hadden gewacht. Minister-president Mark Rutte presenteerde toen de lijst van cruciale beroepen en vitale processen die onmisbaar zijn voor onze Nederlandse economie, waarbij ook de Schipholwerkers in de passagiers-, grond- en vrachtafhandeling het predicaat ‘van vitaal belang’ kregen opgeplakt. Maar wanneer ik ruim twaalf maanden later even terugblik en bekijk wat dit bijna koninklijke predicaat de loodsmedewerkers op de luchthaven in de praktijk heeft opgeleverd, kom ik tot slechts een conclusie. Dat dit bitter weinig geweest is.

vrachtafhandeling, luchtvracht
Foto: Shutterstock

Terwijl ik tijdens de verschillende lockdowns thuis vanuit mijn kamertje in afzondering mijn werkzaamheden kon uitvoeren, hadden de Schipholwerkers dit voorrecht niet. Je hebt immers niet voor niets een cruciaal beroep. Cruciaal zijn blijkt echter nog wat anders dan tijdens een pandemie als cruciaal behandeld en beschermd te worden. Zo waren er tijdens de eerste maanden van de pandemie voor deze vitale beroepen nauwelijks mondkapjes en beschermingsmiddelen beschikbaar en was op anderhalve meter afstand werken op de luchthaven in de vracht ook niet echt mogelijk. Al snel werd Schiphol niet alleen een belangrijke logistieke hub voor de import van beschermende medische kleding, maar ook een hub voor het virus zelf.

Het cruciaal zijn was voor veel werkers op de luchthaven bovendien van korte duur. Op dag één ben je nog cruciaal, op dag twee zit je zonder inkomsten thuis op de bank. In bijvoorbeeld de vrachtafhandeling zit je immers vrijwel standaard op een flexcontract. De arbeidsvoorwaarden op de luchthaven blijven al jaren achter bij die in andere vervoerssectoren. De Schiphol Group wakkert als beheerder en verstrekker van de noodzakelijke concessies deze vlucht naar beneden qua arbeidsvoorwaarden nog eens aan, met als enig doel de goedkoopste luchthaven van Europa te willen zijn op afhandelingsgebied.

Om dit doel te bereiken, wil Schiphol de concurrentie van onder meer de afhandelaars zelfs midden in de coronapandemie flink opvoeren. Waar elders in Europa vind je zeven afhandelingsbedrijven die elkaar de tent uit vechten qua tarieven? En dat met alle negatieve gevolgen van dien voor de arbeidsomstandigheden van de medewerkers, hoe cruciaal ze ook zijn.

Een cruciaal beroep hebben, betekent in het geval van de luchthaven je gezondheid, veiligheid en welzijn op het spel zetten voor een onmisbaar proces. Zonder vitale bescherming tegen bijvoorbeeld het virus, zonder veilige werkomgeving en zonder vaste baan met een leefbaar loon. Het proces op de luchthaven is cruciaal, maar de mens erachter schijnbaar helemaal niet.