We waren in staat om via grote verharde kaarten die je kon verlichten met snoeren die de vervoersstromen oplichtten de mondiale stromen in beeld te brengen. Pioenrozen uit Israël bijvoorbeeld kwamen naar de grote veilingen in Nederland om vervolgens weer geëxporteerd te worden, ook naar landen die veel dichter bij Israël lagen. Als een snoer in de kerstboom werd de gehele route verlicht en kreeg je een mooi overzicht van mondiale ketens. De onderbouwing van Nederland als het beste vestigingsklimaat voor het concept werd op logistiek (kosten) en economische (toegevoegde waarde) gronden onderbouwd en iedereen was trots op dit Nederlandse concept.
Hoe anders is de wereld nu. We willen geen lange ketens meer, distributiehallen ook in de agrologistiek staan niet bepaald in een positief daglicht, we eten en verwerken bij voorkeur ‘lokale’ producten, eten bij voorkeur vegetarisch, vliegen is ook in de ban (al helemaal privé) en bedrijven moeten hun Carbon Footprint in beeld brengen.
De wetgeving wordt op dat punt in rap tempo aangescherpt. Op 10 november jongstleden stemde het Europees Parlement in met nieuwe wetgeving voor multinationals. Precies 2.393 dagen na het tekenen van het Parijs Akkoord worden grote bedrijven verplicht te rapporteren over financiële, sociale en bestuurlijke zaken, maar ook over hun milieubelasting. De CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) vervangt de bestaande NFRD (Non-Financial Reporting Directive).
De nieuwe strengere richtlijnen maken vergelijking tussen verschillende fiscale jaren en/of afzonderlijke bedrijven mogelijk en kunnen onafhankelijk getoetst worden via audits of certificering ten behoeve van bijvoorbeeld investeerders. De milieu-onderdelen van de CSRD wetgeving vereist dat bedrijven risico’s identificeren, mitigerende maatregelen opstellen en de resultaten van de voorgenomen veranderingen bekijken, monitoren en bijstellen. Overigens blijkt dat voor de complexe logistieke ketens (waar praktisch alle bedrijven mee te maken hebben) vaak lastig om de impact van uitstoot te bepalen en hier passende maatregelen voor op te stellen. Maar goed, het begint met meten.
Als altijd zijn er koplopers en volgers. Vanuit het nationale Carbon Footprint programma, zoals dat gecoördineerd wordt door Connekt en de Topsector Logistiek zijn al vele tientallen bedrijven betrokken bij het in beeld brengen van de Carbon Footprint en het vergelijken van de uitkomsten met ‘peer’ groepen (doe ik het goed en waar kan ik verbeteren?). Daarnaast zijn bedrijven actief om de CFP-data te koppelen aan zendingsgegevens, zeker binnen het mkb nog geen sinecure. Ondersteund door IT producten als Big Mile worden goede inzichten gegenereerd, het aantal nieuwe aanbieders groeit snel, maar de datakoppeling aan de zendingsgegevens vraagt nog aandacht.
Noemenswaardig is het initiatief van Logistics Valley (een netwerk van 240 transportbedrijven in de logistieke knooppunten Tiel, Nijmegen en Liemers), waarbij tientallen koplopers hun carbon footprint in beeld brengen en dat in een open discussie met elkaar delen. Daar waar deze voetafdruk in het verleden vaak gebonden was een bedrijf, een locatie (bijvoorbeeld een fabriek) of een sector gaat Logistics Valley uiteindelijk een CPF in beeld brengen op regio-niveau.
Interessant blijft de vraag waar de verbeterpunten liggen, zowel makkelijke als rigoureuze maatregelen. Gaat dat vooral om het terugdringen van luchtvracht (vaak met een hoge carbon footprint) of toch uiteindelijk de samenwerking in de keten. Jack van der Veen, hoogleraar Supply chain management bij Nyenrode Business universiteit, blijft een fervent voorstander van meer transparantie (data sharing) en samenwerking in ketens waardoor inzichten ook echt leiden tot aantoonbare verbeteringen. Hoe mooi zou het zijn als de economie groeit en de uitstoot daalt. Hiervoor is het wel nodig dat nog veel meer bedrijven zich actiever gaan opstellen.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?