Uitdaging

Commentaar

Voor het eerst lijkt de International Maritime Organization (IMO) werk te maken van de milieudoelstellingen die vastgelegd zijn in het akkoord van Parijs. De CO2-uitstoot van de scheepvaart moet in 2050 met de helft teruggedrongen zijn. Nu is de uitdrukking ‘akkoord van Parijs’ inmiddels synoniem geworden voor het beperken van de aardopwarming, door het verminderen…

Voor het eerst lijkt de International Maritime Organization (IMO) werk te maken van de milieudoelstellingen die vastgelegd zijn in het akkoord van Parijs. De CO2-uitstoot van de scheepvaart moet in 2050 met de helft teruggedrongen zijn.

Nu is de uitdrukking ‘akkoord van Parijs’ inmiddels synoniem geworden voor het beperken van de aardopwarming, door het verminderen van de CO2-uitstoot, maar wat is er ook al weer concreet afgesproken in Parijs? Tijdens de conferentie, die in 2015 plaatsvond en die leidde tot het akkoord dat op 22 april 2016, de Dag van de Aarde, in New
York door 174 landen is ondertekend, is een wettelijk bindende overeenkomst gesloten over het klimaat. Een universele bijeenkomst die geldt voor alle landen ter wereld.

Meer bepaald ging het om afspraken om de uitstoot van broeikasgassen aan banden te leggen, zodat  de klimaatopwarming beperkt blijft tot 1,5 of 2 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau. De klimaatwetenschap stelde overigens al direct dat de ingediende plannen niet ver genoeg gaan om onder de limiet van 2 graden te blijven.

Wat betekenen de plannen concreet? Voor Nederland komt de 2 graden doelstelling neer op een vermindering van de uitstoot in 2050 met zo’n 85% tot 95% ten opzichte van 1990. Voor de 1,5 graden variant zou de emissiereductie totaal moeten zijn. Zo bezien is de doelstelling van de IMO, een reductie van 50% in 2050, slechts te beschouwen als een stap in de goede richting. De IMO heeft duidelijk een compromis gecomponeerd tussen de roep om veel strengere eisen, door onder meer de Marshall- en Solomoneilanden enerzijds en een land als Japan dat veel minder ver wilde gaan anderzijds.

Interessant is de vraag welke invloed dit akkoord heeft op de nieuwbouw van schepen. Tot op heden wordt nauwelijks gebruikgemaakt van alternatieve brandstoffen of nieuwe manieren van scheepsaandrijving. Het beleid van de IMO zou op korte termijn voor een run op nieuwe schepen kunnen zorgen, die dan in elk geval 32 jaar vooruit kunnen. Maar ergens in de komende decennia zal de scheepsbouw in staat moeten zijn schepen te bouwen die niet of nauwelijks voor uitstoot zorgen – elk nieuw schip zal immers op termijn zo duurzaam moeten zijn dat het de nog varende vervuilende vloot kan compenseren.

Dat wordt beslist een uitdaging.

Uitdaging | NT

Uitdaging

Commentaar

Voor het eerst lijkt de International Maritime Organization (IMO) werk te maken van de milieudoelstellingen die vastgelegd zijn in het akkoord van Parijs. De CO2-uitstoot van de scheepvaart moet in 2050 met de helft teruggedrongen zijn. Nu is de uitdrukking ‘akkoord van Parijs’ inmiddels synoniem geworden voor het beperken van de aardopwarming, door het verminderen…

Voor het eerst lijkt de International Maritime Organization (IMO) werk te maken van de milieudoelstellingen die vastgelegd zijn in het akkoord van Parijs. De CO2-uitstoot van de scheepvaart moet in 2050 met de helft teruggedrongen zijn.

Nu is de uitdrukking ‘akkoord van Parijs’ inmiddels synoniem geworden voor het beperken van de aardopwarming, door het verminderen van de CO2-uitstoot, maar wat is er ook al weer concreet afgesproken in Parijs? Tijdens de conferentie, die in 2015 plaatsvond en die leidde tot het akkoord dat op 22 april 2016, de Dag van de Aarde, in New
York door 174 landen is ondertekend, is een wettelijk bindende overeenkomst gesloten over het klimaat. Een universele bijeenkomst die geldt voor alle landen ter wereld.

Meer bepaald ging het om afspraken om de uitstoot van broeikasgassen aan banden te leggen, zodat  de klimaatopwarming beperkt blijft tot 1,5 of 2 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau. De klimaatwetenschap stelde overigens al direct dat de ingediende plannen niet ver genoeg gaan om onder de limiet van 2 graden te blijven.

Wat betekenen de plannen concreet? Voor Nederland komt de 2 graden doelstelling neer op een vermindering van de uitstoot in 2050 met zo’n 85% tot 95% ten opzichte van 1990. Voor de 1,5 graden variant zou de emissiereductie totaal moeten zijn. Zo bezien is de doelstelling van de IMO, een reductie van 50% in 2050, slechts te beschouwen als een stap in de goede richting. De IMO heeft duidelijk een compromis gecomponeerd tussen de roep om veel strengere eisen, door onder meer de Marshall- en Solomoneilanden enerzijds en een land als Japan dat veel minder ver wilde gaan anderzijds.

Interessant is de vraag welke invloed dit akkoord heeft op de nieuwbouw van schepen. Tot op heden wordt nauwelijks gebruikgemaakt van alternatieve brandstoffen of nieuwe manieren van scheepsaandrijving. Het beleid van de IMO zou op korte termijn voor een run op nieuwe schepen kunnen zorgen, die dan in elk geval 32 jaar vooruit kunnen. Maar ergens in de komende decennia zal de scheepsbouw in staat moeten zijn schepen te bouwen die niet of nauwelijks voor uitstoot zorgen – elk nieuw schip zal immers op termijn zo duurzaam moeten zijn dat het de nog varende vervuilende vloot kan compenseren.

Dat wordt beslist een uitdaging.