Het is een van de vele voorbeelden die de Nederlander Willem Goosen, ceo van deze nog jonge Zwitserse start-up, noemt. ELP bestaat sinds mei 2018, maar heeft met alleen al de logistieke veteranen Goosen en Haydn Abbott, de voorzitter van de Raad van Bestuur, meer dan 75 jaar logistieke- en railervaring in huis. De jonge organisatie omvat negen professionals; volgend jaar worden er vijf extra aangeworven.

Rotterdam

Ook heeft deze disruptieve start-up inmiddels al meer dan 500 miljoen euro geïnvesteerd, vertelt Goosen verder. ‘Het Rotterdamse Rail Force One was de eerste operator die Euro9000 locs bij ELP bestelde. De eerste van deze is op de recente Innotrans in Berlijn gepresenteerd en aan het publiek getoond, hetgeen veel opzien baarde. De eerste vijf jaar hadden we geprognosticeerd om 100 locs te bestellen. Het zijn er nu al 94, waarvan er 83 op langetermijncontracten overeengekomen zijn. Het concept slaat aan bij onze klanten.’

Goosen: ‘Het grote voordeel van onze zes-assers is dat je in vele gevallen maar één locomotief hoeft in te zetten op een goederentrein, in plaats van twee vier-assers zoals tot nu toe gebruikelijk is. Een ander groot voordeel van deze hybride locs is bovendien dat je meer trekkracht hebt, meer vracht kunt vervoeren én minder kosten hebt. Je hebt het over een equivalent van tot 48 laadeenheden, die dezelfde capaciteit als opleggers in het wegtransport hebben. Tevens zijn we met relevante leveranciers al bezig om de dieselmotoren in de toekomst te vervangen door batterijpakketten, we verwachten dat dit in 5-7 jaar technisch en economisch mogelijk zal zijn. Over de gehele lifecycle heb je 50% minder kosten. We garanderen met ons netwerk van momenteel 15 Europese onderhoudshubs bovendien maar liefst 95% beschikbaarheid.’

Innovatief

Innovatie is het DNA van ELP, zoals automatische koppelingen. De bovengemiddelde trekkracht van de zes-assers maakt bovendien dat er in plaats van 600 meter, nu treinen van 740 meter kunnen worden getrokken met één locomotief. Goosen: ‘Dit is hét antwoord op een effectieve verduurzaming van het railvrachtvervoer.’