InnoEnergy is de Europese publiek-private samenwerking met als doel de energietransitie te versnellen via innovatie door start-ups. Het publieke geld komt uit Brussel, het private deel bestaat uit aandeelhouders (universiteiten, onderzoeksinstituten en marktpartijen, zoals Total, TU Eindhoven en sinds vorige week ook Koolen Industries). Per project kunnen ook industriële partijen uit de energiehoek aansluiten.
Geen subsidie
‘We geven geen subsidie’, wil Martijn Koerts van InnoEnergy benadrukken. ‘We investeren in start-ups, scale-ups en innovatieprojecten. Er staat altijd een vergoeding tegenover. Als we bijvoorbeeld in start-ups investeren, krijgen we een aandelenpakket. Of een deel van de latere omzet. Ook brengen we ze in contact met launching customers. Als de doelen bereikt zijn, verkopen we het aandelenpakket aan een nieuwe investeerder. Vervolgens herinvesteren we de opbrengst weer. We zijn dus eigenlijk vergelijkbaar met een investeringsfonds. Weliswaar met financiering vanuit Brussel, maar in principe maken we gewoon rendement. Het verschil is dat we veel eerder in trajecten zitten dan de reguliere investeringsfondsen; dat is onze publieke taak. We trekken een soort vliegwiel op gang.’
We geven geen subsidie. Er staat altijd een vergoeding tegenover, zoals een aandelenpakket.
Een van de meest bekende start-ups waar InnoEnergy in investeert, is de Hardt Hyperloop. Het totale portfolio gaat van oplossingen die koffiedrab omzetten in biobrandstof tot drones die windturbines inspecteren. Koerts: ‘Het is een voorwaarde van Brussel dat we investeren in meerdere start-ups uit meerdere landen. En in de consortia moet al een marktpartij zitten; dus we innoveren niet om het innoveren. Er moet een private partij aanwezig zijn, die er markt in ziet.’
Lees verder onder de foto
Een groot topic in de Europese havens is elektrificatie, van scheepvaart tot de industrie. Dat is dus een belangrijke focus van InnoEnergy. Ook heeft de EU als doel om de batterijproductie in Europa te stimuleren. ‘Dat is geopolitiek gezien belangrijk’, weet Koerts. ‘Er waren voorheen namelijk maar drie landen die grootschalige accu’s konden produceren, namelijk de Verenigde Staten, China en Zuid-Korea.’
Batterijproductie
Om te voorkomen dat Europa van hen net zo afhankelijk wordt als nu van de oliestaten in het Midden-Oosten, komt er een batterijfabriek van Northvolt in het Zweedse Skellefteå. ‘Naast InnoEnergy is onder meer Volkswagen ingestapt. De autofabrikant heeft al een miljard euro geïnvesteerd, het gaat dus om flinke bedragen’, zegt Koerts. ‘De productie is al voor een aantal jaar uitverkocht met een omzet van 13 miljard tot 2030.’
Ook wordt binnen het energiecluster van InnoEnergy veel gekeken naar elektrificatie van de scheepvaart. Zo ziet het bedrijf kansen voor de start-up Skeleton; een ontwikkelaar van zogenaamde ultracapacitors. ‘Een accu geeft een bepaalde hoeveelheid power over een lange tijd. Het probleem bij zwaar transport, zoals vrachtwagens, schepen of duwboten, is dat je in korte tijd veel stroom nodig hebt, bijvoorbeeld om te starten. Of om in beweging te komen. Dan zou je batterij heel groot moeten zijn en wordt je voertuig meteen heel zwaar. Een ultracapacitor kan in korte tijd opladen of ontladen, zodat je daarmee op gang kunt komen. En dan kun je de voortstuwing zelf – die veel minder energie kost – met je reguliere accupakket doen. Ze hebben net het eerste contract getekend met een grote vrachtwagenfabrikant en de verwachting is dat de technologie de komende jaren veel geïmplementeerd gaat worden’, aldus Koerts
Paradox bij innovatie in de energie-intensieve industrie is vaak dat er al veel kapitaal in de bestaande oplossingen zit. Die businesscase is nog niet afgelopen. En de echte innovaties komen soms van kleine nieuwkomers. Hun klanten, vaak grote producenten die niet zomaar jaarlijks hun strategie kunnen wijzigen, kijken met een horizon van twintig jaar als het gaat om investeringen.
Koerts: ‘Dus die partijen verwachten continuïteit van de start-up, ze willen niet het risico lopen dat de start-up over een paar jaar niet meer bestaat als ze hun plannen erop aanpassen. Als wij als InnoEnergy ergens in investeren, biedt dat ook voor hen zekerheid voor de lange termijn. En dus een grotere kans dat de innovatie daadwerkelijk van de grond komt.’
Intellectueel eigendom
Een andere reden dat start-ups niet altijd voet aan de grond krijgen, ook al is de innovatie nog zo slim, is dat ze nog niet over de juiste toegang tot de markt beschikken. ‘Daarom besteden we veel tijd aan het vormen van het juiste consortium, zodat als het product er eenmaal is, de link met de markt goed geregeld is’, aldus Koerts.
‘We kijken daarbij zowel naar de technologie als naar het team. Want dat zijn allebei cruciale zaken. De meeste startups blijken te mislukken doordat de teamdynamiek niet goed is. Of dat er een eenzijdige focus op technologie of sales is. Verder is het belangrijk dat het intellectueel eigendom goed te beschermen is. En als dat niet het geval is, dat je duidelijk de eerste bent of direct de grootste wordt.’
De meeste start-ups mislukken omdat de teamdynamiek niet goed is.
Het investeringsfonds probeert een mix te houden tussen risicovolle projecten en ‘zekerheidjes’ in het portfolio. ‘We geloven in de Hardt Hyperloop, maar dat is wel ‘high risk, high gain’. Dus we investeren ook in een nieuwe generatie warmtepompen. Dat is een stuk minder sexy, maar het is een bestaande markt met bestaande partijen. In de mix past dat dus goed.’
Luchtvrachtcontainers
Koerts verwacht dat de Hardt Hyperloop over vijftien jaar operationeel is. ‘Dan denken we bijvoorbeeld aan luchtvrachtcontainers in een verbinding tussen Schiphol en Frankfurt. Het is het makkelijkst om aan te sluiten bij de huidige infrastructuur, zoals bouwen naast of boven bestaande spoorverbindingen. Dan is de impact het kleinst. We kijken vooral naar het transporteren van lading in plaats van mensen, omdat daarbij de veiligheidseisen heel anders zijn dan bij het personenvervoer.’
InnoEnergy was één van de eerste investeerders in Hardt met een bedrag van 5 miljoen euro. De start-up is ontstaan uit een studententeam dat meedeed met de Hyperloop Challenge van Elon Musk. ‘Omdat het een project is dat pas op een lange termijn succesvol kan worden, was het moeilijk voor hen om investeerders te vinden. Het is hier namelijk geen Amerika waar de miljoenen er direct tegenaan gegooid worden. Wij zien de hyperloop als een goede vervanger voor met name korte vluchten binnen Europa. Omdat wij erin gestapt zijn, krijgen ook andere investeerders interesse. We fungeren als een vliegwiel.’
Hyperloop
Hoewel er meer partijen bezig zijn met de ontwikkeling van hyperloop-initiatieven, gelooft InnoEnergy vooral in de oplossing van Hardt. ‘Zij hebben het patent op ‘lane switching’. Daardoor kun je zonder snelheid te verminderen van een baan af als je in een buis zit tussen twee punten. Je kunt je lading lossen en vervolgens weer invoegen. Daardoor kun je meerdere tussenstops aansluiten op een traject.’
Verder heeft het investeringsfonds geïnvesteerd in een start-up die een nieuw soort batterijen maakt; Elestor. Lithium-ion accu’s bestaan uit cellen, maar de accu’s van Elestor zijn zogenaamde stroombatterijen met waterstof en bromide.
‘Je kunt dan veel efficiënter stroom uit bijvoorbeeld een windmolenpark opslaan. Je hoeft niet de omzetting naar waterstof te maken en weer terug naar stroom, dus het is veel goedkoper qua energieopslag. Deze accu’s zijn overigens niet geschikt voor gebruik in vrachtwagens, omdat ze bedoeld zijn voor grootschalige toepassingen. Maar zeker gecombineerd met de ultracapacitors kan er piekvraag opgevangen worden in het stroomnetwerk. Een testfaciliteit staat in de haven van Kampen, de verwachting is dat ze binnen enkele jaren gaan opschalen.’
‘Je kunt via batterijen op waterstof en bromide veel efficiënter stroom uit bijvoorbeeld een windmolenpark opslaan.
Veel van de energie-start-ups kijken naar de havengebieden om te beginnen, merkt Koerts op. ‘Je hebt vaak vergunningen nodig voor dit soort projecten. En havens hebben hun bestemmingsplannen daartoe vaak al op orde. Bovendien heb je in de havengebieden te maken met industrie – die graag klant wordt – als buren, in plaats van omwonenden die een ontwikkeling in hun achtertuin liever tegenhouden.’
Op de plank
InnoEnergy heeft nu geïnvesteerd in 311 Europese start-ups en heeft daar 222 miljoen euro in geïnvesteerd. Er werken in totaal 250 mensen bij het fonds, het hoofdkantoor is gevestigd in Nederland. Vanwege de strategische doelstelling worden aandelen pas verkocht aan bestaande marktpartijen of nieuwe private investeerders als InnoEnergy erin gelooft dat die partij de ontwikkeling naar een volgend niveau brengt.
‘Het is niet de bedoeling dat onze start-ups opgekocht worden om de innovatie op de plank te leggen als defensieve strategie door bestaande marktpartijen. Maar we willen wel inkomsten genereren om weer opnieuw te kunnen investeren in nieuwe ontwikkelingen. Want uiteindelijk moeten ook wij gewoon rendement maken.’
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?