De bouw van de in januari geopende zeesluis in IJmuiden kostte tientallen miljoenen euro’s meer dan begroot. De bouwers vonden dat de overheid als opdrachtgever ook deels verantwoordelijk was voor de opgelopen kosten en wilden een vergoeding. Een onafhankelijke geschillencommissie geeft de bouwers nu gelijk, schrijft minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer.

Rijkswaterstaat moet BAM en VolkerWessels onder andere 10,4 miljoen euro betalen voor wijzigingen aan contracten met de bouwbedrijven. Daarnaast kent de geschillencommissie de twee bedrijven 49,5 miljoen euro toe wegens de kosten die ze moesten maken door alle vertragingen die het project had opgelopen.

De sluis, die Zeesluis IJmuiden is genoemd, kostte zowel BAM als VolkerWessels 112 miljoen euro meer dan ze hadden begroot. Het Rijk legde eerder ook al tientallen miljoenen euro’s extra toe op het megaproject.

De nieuwe zeesluis maakt het mogelijk dat grotere schepen de haven van Amsterdam kunnen bereiken. Al vanaf het begin van de bouw waren er tegenvallers. Zo stuitten de bouwers op meer kabels, leidingen en delen van een oude sluis in de grond dan ze hadden gedacht. Ook waren er problemen met de constructie waarin de sluisdeuren moesten komen.

725 miljoen euro

De Zeesluis IJmuiden zou eigenlijk al in 2016 zijn opgeleverd, als we eind 2007 het eerste financieringsconvenant hadden mogen geloven dat werd ondertekend door Amsterdam, Noord-Holland en het ministerie van Infrastructuur. Destijds mocht de sluis, inclusief onderhoud en beheer, zo’n 725 miljoen euro kosten, maar dat budget was nog gebaseerd op een sluis van 18 meter diep, 500 meter lang en 65 meter breed.

Uiteindelijk werd de breedte aangepast naar 70 meter. Problemen met het ontwerp van deurkassen leidden tot verdere financiële tegenvallers (110 miljoen euro) en vertragingen. Maar die kosten kwamen voor rekening van de bouwers BAM en VolkerWessels.

Wat de sluis de Nederlandse belastingbetaler onder de streep heeft gekost, is ook nog niet eens zo makkelijk te achterhalen. Wikipedia heeft het met Maritiem Nederland over 848 miljoen euro. Het NRC spreekt van een bedrag van rond de 800 miljoen euro, ‘waar ooit 500 miljoen euro was gepland’, om vervolgens te vermelden dat de bouwcombinatie van BAM en VolkerWessels ‘de klus voor 350 miljoen euro’ kreeg.

Kostenoverschrijdingen

Opdrachtgever Rijkswaterstaat hanteert in het eigen MIRT-overzicht 2021 geheel andere bedragen die de werkelijke bouwsom van de sluis een beetje camoufleren. Daarin wordt voor het budgetjaar 2021 gesproken over ‘een totaal budget’ van ruim 1 miljard euro (1.038 miljoen euro) ‘voor aanleg, beheer en onderhoud van de sluis’. RWS gaat bij de Zeesluis IJmuiden sinds 2017 uit van een zogeheten DBFM-contract (Design, Build, Finance en Maintain), waardoor de eigenlijke bouwkosten niet zichtbaar zijn.

In de begeleidende tijdsbalk van het sluisproject in het jaarlijkse MIRT-overzicht staat intussen vermeld dat het budget voor de zeesluis in 2017 (917 miljoen euro) ‘is opgehoogd met kosten voor beheer en onderhoud vanwege de omzetting van het contract naar DBFM’. Over het budgetjaar 2016 werd nog wel de kale bouwsom (660 miljoen euro) vermeld, exclusief de bijdragen van de gemeente Amsterdam (109 miljoen euro) en de provincie Noord-Holland (55 miljoen euro) voor de verbrede en versnelde aanleg van de zeesluis.

Een snelle rekensom leert dat de kostenverhogingen sinds de start van de bouw in 2016 grotendeels (voor 260 miljoen euro) zijn toe te schrijven aan die financierings- en onderhoudskosten uit het DBFM-contract. In 2020 is daar alleen nog een bedrag van 64 miljoen euro bij gekomen om ‘vertraging en eerder opgetreden projectrisico’s’ af te dekken, aldus RWS in het MIRT-overzicht.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement