Het project maakt deel uit van een langlopend investeringsprogramma, dat erop gericht is om geleidelijk over te schakelen van de opslag van conventionele brandstoffen op duurzame alternatieven. Het Rotterdamse concern heeft daarvoor tot 2030 één miljard euro uitgetrokken, de helft van het totale geplande investeringsvolume.

Daarvan is zo’n negentig miljoen euro aan de nieuwe infrastructuur in Vlaardingen gespendeerd. Het is opmerkelijk dat de beursgenoteerde groep dit bedrag noemt, want Vopak voert al decennialang het beleid om investeringsbedragen niet bekend te maken.

In het geval van Vlaardingen gaat het om zestien nieuwe tanks van 4.000 kuub voor de opslag van reststromen als afgewerkte frituurolie en dierlijk vet in de vorm van talg. Vopak heeft een langlopend contract met Shell op zak voor de opslag van dit soort producten ten behoeve van een nieuwe biobrandstoffenfabriek, die het concern op zijn locatie in Pernis bouwt.

Volgend jaar in productie

Die krijgt een capaciteit van 820.000 ton duurzame vliegtuigbrandstof en hernieuwbare diesel per jaar en moet volgend jaar in productie komen. Dat is ongeveer 4% van de totale productiecapaciteit van het reusachtige complex in Pernis, dat jaarlijks ruim twintig miljoen ton brandstoffen, chemicaliën en bitumen kan maken. Behalve met reststromen zal de nieuwe fabriek gevoed worden met nieuwe plantaardige olie, zoals raapzaadolie.

De Vlaardingse terminal bestaat al ruim negentig jaar en staat daarmee mede aan de basis van het wereldwijde Vopak-netwerk, dat inmiddels 78 terminals met een gezamenlijke opslagcapaciteit van ruim 36 miljoen kubieke meter omvat. Met een capaciteit van 550.000 kubieke meter is Vlaardingen een middelgrote terminal, maar die beschikt wel over uitzonderlijk veel opslagtanks, 293 stuks.