De groei in de pakkettenmarkt, waarbij expresdiensten niet zijn meegenomen, compenseerde bij de post-en pakketvervoerders dan ook ruimschoots het stevige omzetverlies van 7% naar 1 miljard euro in het postvervoer, aldus ACM. Het volume aan brievenpost kromp daarbij met 9% tot ruim 2,3 miljard stuks. Ruim 94% van dat aanbod betrof blijkens de monitor de zogeheten zakelijke post van de overheid en het bedrijfsleven.

Uit de monitor blijkt verder dat tegenover de hogere portokosten (+4% in de zakelijke post en 7% bij de consumentenpost) het binnenlands pakketvervoer juist goedkoper werd (-3% naar 3,76 euro per stuk). Voor het grensoverschrijdende pakketvervoer was de verzender (+1% naar 8,50 euro) iets duurder uit.

Marktaandeel

PostNL bleef daarbij, ondanks de grote buitenlandse concurrentie, de grootste partij in het binnenlands pakketvervoer met een marktaandeel van 60%. Volgens ACM versturen consumenten het liefst pakketten met het vaderlands postbedrijf. Dat geldt ook voor het bedrijfsleven, ofschoon daar ook vaak gebruik wordt gemaakt van DHL.

Op de markt van het grensoverschrijdend pakketvervoer zijn de marktaandelen onder de zes grote vervoerders ‘gelijkmatiger verdeeld’, aldus ACM. ‘UPS is op basis van de omzet nog steeds het grootst, maar heeft ten opzichte van 2017 marktaandeel ingeleverd. TNT is nog steeds het kleinst.’

Concentratiegraad

ACM concludeert in de monitor verder dat op de Nederlandse binnenlandse markt de ‘concentratiegraad’ van pakketvervoerders ‘licht is toegenomen’. Bij het buitenlands segment is er juist sprake van een tegenovergestelde ontwikkeling.