De traditionele scheepsagent is eigenlijk niet meer nodig, zegt Sjoerd Zoethout, geestelijk vader van Mister Agent, een nieuwe cargadoor die wel een website heeft, maar geen eigen kantoor of eigen personeel. ‘Internet heeft het werk van de scheepsagenten enorm uitgehold. Ze willen het alleen zelf nog niet weten, ze proberen zichzelf belangrijk te houden. We leven nu in een heel nieuwe wereld, maar in de cargadoorswereld is in honderd jaar tijd ongelooflijk weinig veranderd.’ Zoethout zegt met de oprichting van de digitale cargadoor dan ook ‘niet alleen vrienden’ te hebben gemaakt in het wereldje. ‘Maar ik weet zeker dat over tien jaar iedereen werkt zoals wij nu doen.’
Zoethout heeft een kwart eeuw lang als waterklerk in de Rotterdamse haven gewerkt, eerst in dienst van bedrijven, later als freelancer: ‘de scheepagent is altijd een instituut geweest waar schepen niet omheen konden. Om een ligplaats in de haven te krijgen, om proviand en brandstof aan boord te ontvangen, om een dokter te zien; voor alle vragen konden ze alleen maar aankloppen bij de agent. Sinds 2000, 2001 is de wereld gaan veranderen; internet werd concreet, iedereen ging surfen. De reder ontdekte dat hij, als hij bijvoorbeeld een reparatiebedrijf nodig had, zo’n bedrijf makkelijk zelf kon benaderen in plaats van het via de scheepsagent te regelen. Even zelf mailen of bellen en je hoeft de agent geen commissie meer te betalen.’
Zodoende heeft internet, ook voordat Mister Agent om de hoek is komen kijken, het cargadoorswerk al uitgehold, constateert Zoethout. ‘Dat cargadoors nog steeds bestaan, komt onder meer doordat de Nederlandse overheid eist dat schepen die Nederlandse havens aanlopen, een Nederlandse agent hebben. Schepen brengen immers havengeld in het laatje en als er met de inning daarvan iets misgaat, wil de overheid een benaderbare partij hebben waarbij ze verhaal kan halen. Maar de cargadoors proberen veel meer van hun werk te maken. Ze blijven vasthouden aan hun traditionele bezigheden.’
Scheepsagenten, zegt Zoethout, blijven met name consequent doorgaan om de schepen in de haven te vereren met bezoekjes aan boord. ‘Bij aankomst komt de agent aan boord, en bij vertrek opnieuw. Echt noodzakelijk zijn zulke bezoekjes in veel gevallen niet, maar een kostenpost zijn ze wel. Cargadoors moeten er immers mensen voor in dienst hebben. Kapiteins vinden het natuurlijk best prettig dat er iemand aan boord komt aan wie ze dingen kunnen vragen, maar de rederij zal het – als ze hoort dat die bezoekjes tweehonderd euro extra kosten – vast en zeker minder prettig vinden. Bezoeken aan schepen kunnen anders, goedkoper en flexibeler. Daarvoor is een nieuwe, creatieve aanpak nodig.’ Die aanpak denkt Mister Agent nu gevonden te hebben. ‘Wij bieden een basispakket van werkzaamheden die werkelijk noodzakelijk zijn en rekenen daarvoor een vaste prijs van 525 euro per schip. Het is een kaal menu, waar je weinig voor hoeft te betalen. Je kan er nog van alles bij krijgen een toetje, romantische kaarsen op tafel – maar al naar gelang de bijkomende wensen wordt de rekening natuurlijk wel hoger.’
In het kale basispakket zit onder meer de aanmelding bij de havenautoriteiten en de douane. ‘Een schip moet nu eenmaal een ligplaats hebben, en er moet nu eenmaal iemand zijn die de benodigde informatie intikt in het systeem van Portbase. Het regelen van de ISPS-aanmelding, het havengeld en het scheepsafval, daarmee zijn de enige handelingen van de agent die echt noodzakelijk zijn, al genoemd. De rest is bijzaak. Natuurlijk wil ook Mister Agent aan boord van de schepen komen. Het kan immers voorkomen dat een Russische of Chinese kapitein geen Engels spreekt en ons nodig heeft om met handen en voeten te overleggen. Of dat er Valentijnsbrieven gepost moeten worden of een pakketje motoronderdelen afgeleverd moet worden. Of dat er bemanningsleden van boord gaan die betaald moeten worden. Dat soort dingen doen we allemaal graag. Tegen een apart tarief dat op onze website precies vermeld staat.’
Behalve de eigen activiteiten van Mister Agent en de bijbehorende tarieven, bevat de website ook een lijst van diensten die door derden worden aangeboden. Dat is het soort diensten waarvoor volgens Zoethout websurfende rederijen al sinds tien jaar de cargadoors zijn gaan mijden. De lijst bevat ‘preferred suppliers’ uiteenlopend van kapper Claudia en scheepsapotheek Regenboog tot bunkerbedrijf FNR+ Holding. Met de lading op de schepen bemoeit Mister Agent zich niet. ‘Ik ben geen broker. We zullen ons ook later niet op dat terrein begeven. Ik heb er geen verstand van.’
Tai Chi Ook van computers zegt Zoethout eigenlijk niks te snappen. ‘Je zult mij in mijn vrije tijd nooit zien surfen op internet. Ik doe in mijn vrije tijd aan Tai Chi; daarmee kan je van sterkere tegensta nders winnen door mee te gaan in hun bewegingen. Zoiets doe ik ook in mijn werk: ik zie bepaalde veranderingen en beweeg daarin mee. Een collega met wie ik het bedrijf run, heeft gelukkig wel verstand van computers. Ikzelf doe het commerciële en operationele werk.’ Met Zoethout en die collega is meteen het hele ‘team’ achter Mister Agent genoemd. ‘We proberen geen mensen in dienst te hebben.
Tenzij we heel groot worden, willen we ons werk in principe steeds blijven uitbesteden aan freelancers. Er zijn genoeg freelancebedrijven in de Rotterdamse haven. Toen ik onlangs op vakantie ging om de Kilimanjaro te beklimmen, ging het werk zonder mij geruisloos verder.’
Op de website van Mister Agent is te zien welke schepen het bedrijf op het moment in behandeling heeft. Veel zijn het er nog niet. Mister Agent begint bewust kleinschalig, stelt Zoethout. Hoewel Mister Agent op zijn website aankondigt alle belangrijke havens in Nederland en België te bedienen, is het nog niet in België actief. ‘Sterker nog, we zijn ook nog niet in Amsterdam of Vlissingen geweest, zijn nog niet verder dan Rotterdam gekomen. Maar dat we in België aan de slag gaan, is wel de bedoeling. We praten in Duinkerken binnenkort met een reder waarvan ik weet dat die regelmatig in Antwerpen komt. Dan moet ik hem ook wel mijn diensten in Antwerpen aan kunnen bieden. Onze ambities zijn grenzeloos, maar we moeten niet te hard van stapel lopen. We zullen op enkele beurzen staan, maar vliegen niet de hele wereld over om reders te bezoeken, we doen niet aan agressieve acquisitie. Het moet vanzelf groeien, we moeten onszelf de tijd gunnen om uit te vinden hoe we het beste kunnen werken. Van bevriende kapiteins heb ik begrepen dat nergens ter wereld, zelfs niet in de Verenigde Staten, een digitale cargadoor zoals wij bestaat. We hebben dus geen enkel referentiekader, moeten zelf onze weg vinden. Dat is spannend. Je kunt je in dit wereldje geen fouten veroorloven. Als je het met je systeem één keer verknalt, gebruikt meteen niemand je meer.’ Enthousiast begonnen internetinitiatieven sterven in de logistieke wereld nogal eens een stille dood. ‘Een vriend van me die een eigen ICT-bedrijf heeft, zegt ook dat de scheepvaart een zeer conservatieve branche is. Het is nog wel een beetje mijn angst dat Mister Agent misschien toch nog te voorlijk is. Maar aan de andere kant: ik heb het idee als sinds 2006 en moet ik er ook weer niet te lang mee wachten. Het lijkt nu een goed moment om in te stappen. We hebben de economische crisis mee. Bedrijven zijn op zoek naar manieren om kosten te besparen.’
Zoethout kan zich helemaal vinden in een kritisch artikel van Piet ten Thije, voormalig directeur e-commerce van Maersk, die onlangs in deze krant schreef dat verwerking van goederen en transportinformatie niet langer op fysiek dezelfde plek hoeft te gebeuren, en dat de ‘neergaande’ Rotterdamse haven zich zou moeten omvormen tot een ‘hoogefficiënte informatiefabriek’. Zoethout: ‘Die klik wordt in Rotterdam inderdaad nog niet gemaakt. Er zitten te weinig visionairs in het gemeentebestuur. We zitten wat dat betreft in een zware periode. Burgemeester Aboutaleb is geen ambassadeur voor de haven zoals Peper dat in het verleden wel was. En Hans Vervat had zich als wethouder sterk kunnen en moeten maken voor vernieuwing, maar ook hij wordt een dagje ouder, is nog een havenbaron van de oude stempel. Ik ben bij de gemeente wezen aankloppen voor subsidie, maar niemand daar die mijn verhaal begreep. Heel jammer. Dan moet ik het maar helemaal zelf doen.’
En de tijd staat aan zijn kant, weet Zoethout. ‘Mensen van 20, 25 jaar leven al in een heel nieuwe wereld, met hun laptops en iPods. Bij de traditionele cargadoorsbedrijven, die zelf niet meer tot verandering in staat zijn, werken nu al zulke jongeren die in de toekomst misschien zelf een bedrijf zoals Mister Agent gaan beginnen.’
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?