De grootste economie van de eurozone groeit volgens de nieuwe becijferingen dit jaar waarschijnlijk met 3,7 procent en volgend jaar met 5,2 procent. Eerder werd nog uitgegaan van plussen van 3 en 4,5 procent. In 2023 zou er dan wel weer sprake zijn van een iets lager groeitempo. Nu rekent de Bundesbank voor dat jaar op een groei van 1,7 procent. Dat was bij de vorige raming in december nog 1,8 procent.

De verbeterde vooruitzichten voor Duitsland zijn in lijn met het beeld dat de Europese Centrale Bank (ECB) donderdag al schetste. Die voerde zijn groeiverwachting voor de eurozone toen flink op. Ook de prognose voor de inflatie werd naar boven bijgesteld, maar de sterke toename van het prijspeil is waarschijnlijk wel tijdelijk van aard. Mede daarom vond ECB-president Christine Lagarde het nog ’te vroeg’ om te praten over het afbouwen van het opkoopprogramma voor obligaties, waarmee de centrale bank probeert de economie tijdens de coronacrisis te ondersteunen.

De Bundesbank heeft ook nieuwe inflatieverwachtingen naar buiten gebracht. Daarin wordt voor dit jaar uitgegaan van een stijging van het algehele prijspeil met 2,6 procent. Maar die sterke toename zal in Duitsland ook tijdelijk zijn, denken de rekenmeesters. Voor 2022 en 2023 voorzien ze een inflatie van respectievelijk 1,8 en 1,7 procent. In de eurozone streeft de ECB voor een goede prijsstabiliteit naar een inflatie rond de 2 procent. Pas als dat bezien over het hele landenblok het geval is zal de bank waarschijnlijk besluiten de rentes weer wat te verhogen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement