‘Een bouwstop voor nieuwe, ruimteverslindende distributiecentra.’ Daarvoor pleitte CDA-Kamerlid Jaco Geurts vorige week in een commissievergadering over Ruimtelijke Ordening, en zijn oproep viel in goede aarde bij zijn vergadergenoten. ‘We moeten voorkomen dat gemeenten waardevolle landbouwgrond verkopen, alleen om tegemoet te komen aan onze behoefte aan troep’, zo stelde Pieter Grinwis van de ChristenUnie, een statement dat ook het stempel van goedkeuring kreeg van D66.

Daarmee tekent zich een breed politiek front af in de strijd tegen de ‘verdozing’, aangezien moties die eerder al instemmend werden begroet vooral afkomstig waren uit het linkse deel van de Tweede Kamer: de motie ‘over het tegengaan van verdozing van het landschap’ van Henk Nijboer (PvdA) en Laura Bromet (GroenLinks) van vorig jaar november en die ‘over landelijke regie om verdozing tegen te gaan’ van Eva van Esch (Partij voor de Dieren), Sylvana Simons (Bij1) en Fahid Minhas (VVD) van afgelopen februari.

Minhas was in het commissiedebat vorige week degene die op de rem trapte en waarschuwde dat het niet verstandig zou zijn om onverbiddelijk ‘nee’ te verkopen aan álle plannen voor nieuwe bedrijventerreinen, omdat de behoefte aan distributieruimte, mede door het toegenomen online winkelgedrag van de Nederlandse consument, nu eenmaal groot is.

Maagdelijke landbouwgrond

Geurts vindt echter dat het al vijf voor twaalf is en dat de koe nu bij de hoorns gevat moet worden. Hij verwees naar een analyse die dit voorjaar werd gemaakt door Investico (platform voor onderzoeksjournalistiek) en Pointer (KRO-NCRV). Zij becijferden dat Nederland er tot eind volgend jaar nog zeker 64 grote distributiecentra bij krijgt, en dat meer dan de helft daarvan op plekken komt te staan die nu nog groen zijn, zoals weilanden. Geurts betoogt dat er in Nederland ‘een strijd om ruimte’ gaande is en dat er een ‘betere bescherming van goede, maagdelijke landbouwgrond’ nodig is. ‘Goede landbouwgrond is een schaars goed waar we in Nederland te laks mee omgaan, maar de oorlog in bijvoorbeeld Oekraïne laat zien dat we niet naïef mogen zijn als het gaat om voedselzekerheid’, aldus het Kamerlid.

Voor Transport en Logistiek Nederland (TLN) was de oproep van Geurts dermate alarmerend dat de organisatie snel het statement naar buiten bracht dat ze ‘hogelijk verbaasd’ is door de houding van de CDA’er. Gesprekken met het ministerie van Binnenlandse Zaken over dit onderwerp zijn nog in volle gang, aldus de TLN-reactie, en die spitsen zich toe op ‘slim ruimtegebruik in Nederland’.

De logistieke belangenorganisatie ‘deelt de mening dat er moet worden gekeken naar het gebruiken van bestaande locaties, maar vindt het onverstandig dat er een streep door nieuwe locaties gaat. Logistiek vastgoed is immers van essentieel belang voor de efficiënte en duurzame bevoorrading van onze inwoners en bedrijven’. Verontschuldigend voegde TLN eraan toe, dat distributiecentra in Nederland ‘voor het overgrote deel alleen Nederland als verzorgingsgebied’ hebben. ‘Slechts een beperkt aantal houdt ook voorraden aan voor de landen om ons heen.’

Bestrijders van de verdozing lijken er gezien het TLN-statement al aardig in geslaagd te zijn om in de logistieke sector voor een nieuw denkpatroon te zorgen. De sector heeft ‘Nederland distributieland’ tot voor kort immers juist altijd gepromoot als dé plek waar grote internationale bedrijven moesten zijn om hun Europese distributiecentra neer te zetten en van hieruit heel Europa te bevoorraden. Trots werd benadrukt dat al die goederenstromen juist niet alleen voor onszelf bedoeld waren. Toen Midden- en Oost-Europese landen die rol als logistieke draaischijf voor heel Europa zo’n anderhalf decennium geleden dreigden af te pakken, werd dat door logistiek Nederland als een groot probleem gezien en ook in deze krant met bezorgdheid besproken.

Gemeentekas

De vurigste verdediger van de logistieke sector was afgelopen week ceo Tim Beckmann van vastgoedontwikkelaar Intospace, die op Linked­in een open brief schreef aan Geurts waarin hij stelde dat het maar goed is dat Nederland altijd zoveel in logistiek heeft geïnvesteerd. ‘Al van oudsher blijkt dat de landen die de kunst van de logistiek verstaan, de meeste welvaart weten te verwerven.’ Volgens Beckmann is het juist een goed teken dat er steeds meer dc’s in ons landschap te zien zijn. ‘Dat komt omdat ze naast de snelwegen worden gebouwd. Gelukkig maar, want dan hoeft het vrachtverkeer niet door onze woonwijken te rijden.’

De getalsmatige realiteit is volgens Beckmann, dat dc’s in Nederland 0,13% van de ruimte innemen en de landbouwsector waarover Geurts zich zorgen maakt een stuk meer: op 24% van het land staan koeien te grazen, op 18% wordt veevoer verbouwd.

De meeste betrokkenen denken nu óf à la Geurts (helemaal geen nieuwe grond meer voor dc’s) óf à la Minhas (nog wel nieuwe grond, maar met beleid). Toch is het voor wethouders nog steeds aanlokkelijk om gemeentegrond te verkopen aan projectontwikkelaars, stelden de Investico/Pointer-onderzoekers vast: het is een makkelijke, snelle manier om de veelal niet vrolijk stemmende gemeentekas wat aan te vullen.

Noord-Brabant

Noord-Brabant, waar het Brabants Dagblad/AD vorige week nog schreef dat de provincie ‘bomvol met distributiecentra staat: liefst twintig keer de Efteling’, heeft als een van de eerste provincies beleid gemaakt om een stokje te steken voor nog meer grote ‘dozen’, maar volgens onderzoekers van de Stec Groep en Denc is verdozing ‘geen exclusief Brabants of Limburgs fenomeen’ meer. ‘Door schaarste in de hotspots zijn ook vestigingslocaties net hierbuiten in opmars.’ Daardoor dreigt een waterbedeffect en zou de verdozing kunnen toeslaan in provincies die nog géén harde maatregelen hebben genomen.

Mede daarom drong de Tweede Kamer eerder al aan op meer landelijke ‘regie’, een opdracht die minister De Jonge beloofde op te zullen pakken. Hij heeft nu een ‘heel veel restrictiever beleid’ aangekondigd, maar daarbij wil hij niet zover gaan als zijn partijgenoot Geurts, die wil dat de minister ‘een streep zet’ door bestaande plannen voor dc’s, ‘net zoals hij deed bij de datacenters’.

In documenten als de Nationale Omgevingsvisie laat De Jonge blijken dat hij streeft naar een ‘samenhangend beleid’ met oog voor economische- én natuurbelangen, waarbij op logistiek gebied waarschijnlijk een gulden middenweg wordt bewandeld en bestaande terreinen beter moeten worden benut, maar er ook ruimte blijft voor een beperkt aantal nieuwe terreinen die architectonisch en qua milieuoverlast niet al té storend zijn.

Verdozingsbestrijder houdt wel van havenkranen

Als geestelijk vader van het woord ‘verdozing’ geldt de Dordtse landschapsarchitect Adriaan Geuze, die het woord in 2018 introduceerde als omschrijving voor reusachtige, eenvormige loodsen die het landschap ontsieren. Een jaar later verklaarde hij in een reportage van het actualiteitenprogramma Nieuwsuur ‘in paniek’ te raken bij de aanblik van plannen voor grote distributiecentra. ‘Ik ben een fijn­proever van het Nederlandse natuurlandschap.’

Geuze is oprichter van West 8, het Rotterdamse ontwerpbureau dat actief is van China tot in de VS en dat in thuisstad Rotterdam betrokken was bij het ontwerp van het nieuwe centraal station en omgeving, de recente opknapbeurt van de Coolsingel en de herinrichting van het Schouwburgplein in de jaren negentig, waarbij het plein werd uitgerust met rode lichtmasten die uiterlijk waren geïnspireerd op havenkranen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement