De ILT houdt toezicht op in totaal 35 zogeheten ‘stelsels’. De dienst moet erop toezien dat diensten en producten in deze sectoren voldoen aan de wettelijke eisen. De inspectie concludeert na onderzoek naar zes van de 35 sectoren echter dat het maar de vraag is of de benodigde certificaten voor veiligheid en kwaliteit wel terecht worden afgegeven.

De inspectie heeft haar taken voor een groot deel uitbesteed aan externe partijen. In totaal gaat het om ongeveer 1.500 certificerende instellingen. Deze zogenoemde conformiteit beoordelende instanties (CBI) zijn private partijen die namens de inspectie keuringen uitvoeren en certificaten afgeven.

‘De beoordeling of alles voldoet aan de wettelijke eisen door private partijen gaat in de praktijk niet altijd goed’, schrijft de dienst in de rapportage. ‘De betrokken organisaties vullen hun rollen en verantwoordelijkheden niet altijd goed in en er zijn onvoldoende afspraken over de inrichting van het publieke toezicht.’

Weinig prikkels

Zo schiet de uitwisseling van informatie met de dienst en met andere instanties tekort, waardoor de ILT niet kan controleren of goedkeuring wel terecht is verleend. Ook is het een probleem dat de certificerende bedrijven weinig prikkels hebben om de regels goed na te leven. Klanten zouden bij een strenge beoordeling namelijk kunnen overstappen naar een concurrerende organisatie, ziet de ILT.

Verder hebben sommige organisaties een dubbele rol. CBI’s voeren in een aantal gevallen niet alleen inspecties uit, maar treden ook op als adviseur of verzekeraar. ‘Dat kan hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid beïnvloeden wanneer zij onderzoek doen en certificaten afgeven’, aldus de ILT, die verder concludeert dat het nog maar de vraag is ‘of alle afgegeven certificaten en erkenningen in alle gevallen in lijn zijn met de wettelijke eisen’.

De ILT komt tot zijn conclusies na onderzoek naar onder meer de zeescheepvaart. In deze sector zorgen klassenbureaus namens de ILT voor de scheepscertificaten. Het Kiwa is verantwoordelijk voor de bemanningscertificaten.

Havenstaatcontroles

De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), de branchevereniging voor de Nederlandse zeescheepvaart, ziet in de uitkomsten van het zelfonderzoek door de ILT echter ‘geen reden tot paniek’. KVNR-directeur Annet Koster wijst erop dat er naast het nationaal toezicht is nog een controlemechanisme in de zeevaart: havenstaatcontroles. ‘Nederlandse schepen worden in buitenlandse havens geïnspecteerd door de lokale autoriteiten op naleving van de internationale regels.’

‘Als, bijvoorbeeld, Noorwegen fouten op een Nederlands schip en bemanning ziet dan eist Noorwegen dat het schip niet vertrekt uit de Noorse haven voordat de fouten zijn hersteld. Zo werkt dat mechanisme voor havenstaatcontrole: rotte plekjes in de appel moeten meteen worden weggehaald en compleet verrotte appels gaan direct uit de mand.’

Toch vindt ook Koster dat er zaken anders kunnen en moeten. ‘De KVNR pleit al jaren dat er binnen de overheid een Nederlandse maritieme autoriteit moet komen. Één maritieme autoriteit als overheidsorgaan waar beleid, uitvoering én handhaving zijn ondergebracht. Met voldoende ambtenaren om wél goed toezicht te houden op de certificerende instellingen en wél voldoende informatie met ze uit te wisselen.’

Wegvervoer

De ILT is nog bezig met onderzoek naar de 29 andere sectoren, waaronder het wegvervoer. Er is volgens de inspectie echter sprake van een patroon waardoor het de verwachting is dat bij de andere stelsels dezelfde problemen aan het licht zullen komen.

De Tweede Kamer wil de uitkomsten van die onderzoeken niet verder afwachten en roept de inspectiedienst naar Den Haag voor een hoorzitting. Een voorstel daartoe van D66 kreeg daarvoor woensdagochtend voldoende steun van andere fracties.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement