Levering van twaalf containers kookolie via rechter afgedwongen

Rechtspraak

Een bedrijf dat lang moest wachten op het papierwerk om twaalf containers vol gebruikte kookolie uit de terminal te kunnen halen, stapte met succes naar de rechter. Die oordeelde dat de verkopende partij fout zat door de bill of lading niet te overhandigen.

Van de rechter moet de verkopende partij de benodigde partijen verstrekken. Foto: Shutterstock

Het Oostenrijkse Bio Oil kocht ruim 260 ton gebruikte kookolie (used cooking oil, UCO) van het Britse Greencharge. Per ton werd een prijs van 915 dollar afgesproken. Nadat 90 procent van de koopsom werd voldaan (een kleine twee ton in euro’s), verscheepte Yang Ming de olie in twaalf containers van China naar de haven van Rotterdam. Daar bleven ze echter tegen de wens van Bio Oil opgeslagen bij Hutchison Ports Delta 1.

Omdat de lading zich dus in Nederland bevond, moest Bio Oil naar de Nederlandse rechter stappen om te zorgen dat Greencharge de overeenkomst na zou komen. Dat bedrijf erkende overigens dat Bio Oil recht heeft op de 260 ton used cooking oil die het heeft aangekocht. Maar de documenten waarmee het bedrijf die lading kan afhalen bij vervoerder Yang Ming werden maar niet overhandigd. En zonder de juiste bill of lading kon Yang Ming de containers niet meegeven aan Bio Oil.

Problemen met andere lading

Dat bedrijf vermoedde op zijn beurt dat er aan de zijde van Greencharge sprake was van frauduleus handelen. Bij de rechter werd dat bestreden. Het bedrijf gaf toe dat het in gebreke was gebleven. Dat zou komen door problemen met een andere lading, met gevolgen voor de cashflow en planning van het bedrijf. Aan de rechtbank werd gevraagd om nog eens tien werkdagen uitstel om de zaken in orde te brengen.

Die vond echter dat de kwestie lang genoeg had geduurd. De eisen die erop neerkomen dat Yang Ming gedwongen zou worden om de containers af te geven, werden echter afgewezen. Yang Ming is in deze kwestie immers de vervoerder en die staat feitelijk buiten het conflict dat Bio Oil en Greencharge over de bill of lading danwel het cognossment hebben. Alleen aan de rechtmatige eigenaar van dat document kan de lading in kwestie worden afgegeven. En dat is kort gezegd niet het probleem van Yang Ming als vervoerder, maar van Greencharge als degene die de vracht gebruikte kookolie heeft verkocht, aldus de rechter.

Vertraging voor eigen rekening

Omdat Greencharge ook heeft erkend dat Bio Oil recht heeft op de lading en op het document dat nodig is om de twaalf containers te krijgen, staat niets die gang van zaken volgens de rechter in de weg. De vertraging aan de kant van Greencharge door problemen met een andere lading is dan weer niet het probleem van Bio Oil; dat komt voor eigen rekening van Greencharge.

Greencharge moet dus zorgen dat de 260 ton used cooking oil wordt geleverd aan Bio Oil door de vereiste documenten te verstrekken. Om de druk nog wat op te voeren legt de rechter een dwangsom van 1.000 euro op per dag dat Greencharge langer in gebreke blijft, met een maximum van 400.000 euro.

Levering van twaalf containers kookolie via rechter afgedwongen | NT

Levering van twaalf containers kookolie via rechter afgedwongen

Rechtspraak

Een bedrijf dat lang moest wachten op het papierwerk om twaalf containers vol gebruikte kookolie uit de terminal te kunnen halen, stapte met succes naar de rechter. Die oordeelde dat de verkopende partij fout zat door de bill of lading niet te overhandigen.

Van de rechter moet de verkopende partij de benodigde partijen verstrekken. Foto: Shutterstock

Het Oostenrijkse Bio Oil kocht ruim 260 ton gebruikte kookolie (used cooking oil, UCO) van het Britse Greencharge. Per ton werd een prijs van 915 dollar afgesproken. Nadat 90 procent van de koopsom werd voldaan (een kleine twee ton in euro’s), verscheepte Yang Ming de olie in twaalf containers van China naar de haven van Rotterdam. Daar bleven ze echter tegen de wens van Bio Oil opgeslagen bij Hutchison Ports Delta 1.

Omdat de lading zich dus in Nederland bevond, moest Bio Oil naar de Nederlandse rechter stappen om te zorgen dat Greencharge de overeenkomst na zou komen. Dat bedrijf erkende overigens dat Bio Oil recht heeft op de 260 ton used cooking oil die het heeft aangekocht. Maar de documenten waarmee het bedrijf die lading kan afhalen bij vervoerder Yang Ming werden maar niet overhandigd. En zonder de juiste bill of lading kon Yang Ming de containers niet meegeven aan Bio Oil.

Problemen met andere lading

Dat bedrijf vermoedde op zijn beurt dat er aan de zijde van Greencharge sprake was van frauduleus handelen. Bij de rechter werd dat bestreden. Het bedrijf gaf toe dat het in gebreke was gebleven. Dat zou komen door problemen met een andere lading, met gevolgen voor de cashflow en planning van het bedrijf. Aan de rechtbank werd gevraagd om nog eens tien werkdagen uitstel om de zaken in orde te brengen.

Die vond echter dat de kwestie lang genoeg had geduurd. De eisen die erop neerkomen dat Yang Ming gedwongen zou worden om de containers af te geven, werden echter afgewezen. Yang Ming is in deze kwestie immers de vervoerder en die staat feitelijk buiten het conflict dat Bio Oil en Greencharge over de bill of lading danwel het cognossment hebben. Alleen aan de rechtmatige eigenaar van dat document kan de lading in kwestie worden afgegeven. En dat is kort gezegd niet het probleem van Yang Ming als vervoerder, maar van Greencharge als degene die de vracht gebruikte kookolie heeft verkocht, aldus de rechter.

Vertraging voor eigen rekening

Omdat Greencharge ook heeft erkend dat Bio Oil recht heeft op de lading en op het document dat nodig is om de twaalf containers te krijgen, staat niets die gang van zaken volgens de rechter in de weg. De vertraging aan de kant van Greencharge door problemen met een andere lading is dan weer niet het probleem van Bio Oil; dat komt voor eigen rekening van Greencharge.

Greencharge moet dus zorgen dat de 260 ton used cooking oil wordt geleverd aan Bio Oil door de vereiste documenten te verstrekken. Om de druk nog wat op te voeren legt de rechter een dwangsom van 1.000 euro op per dag dat Greencharge langer in gebreke blijft, met een maximum van 400.000 euro.