Dat heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald in een beroepszaak van onder meer Kühne + Nagel, Schenker en Panalpina tegen de geldstraf die ruim zes jaar geleden door de Europese Commissie was opgelegd voor de prijsafspraken. Het bezwaar was ruim een jaar geleden ingediend door de agenten nadat eerder het Europese Gerecht de bezwaren van de expediteurs naar de prullenmand had verwezen. De expediteurs eisten in de laatste beroepszaak het schrappen van de boete of een aanzienlijke vermindering van het geldbedrag.

Het Hof wijst in het vonnis alle argumenten van de expediteurs af en volgt geheel de redenering van het Europees Gerecht in het eerste vonnis. Het stelt verder dat ‘het correct’ was om de hoogte van de geldboete te baseren ‘op de verkoopwaarde van het pakket aan aangeboden expeditiediensten op de bepaalde vrachtroutes’.

In de zaak rond het internationale luchtvrachtkartel lopen ook nog procedures rond de betrokkenheid van de luchtvaartmaatschappijen, waaronder KLM en Martinair. De totale geldboete ligt daar op een bedrag van 776 miljoen euro.