Zo steeg in april van dit jaar de beschikbare vrachtruimte (gemeten in tonkilometers vracht) met maar liefst 13,4% vergeleken met een jaar geleden en met 3,2% als gekeken wordt naar april 2019, toen het coranavirus de wereld nog niet op z’n kop had gezet. Daarmee is de mondiale luchtvrachtsector qua capaciteit voor het eerst sinds drie jaar weer terug op het oude niveau en er zelfs licht overheen gegaan, stellen de analisten van de IATA.

Belly-capaciteit

Die groei komt volgens de analisten van de IATA geheel voor rekening van het herstel van het mondiale passagiersvervoer, waardoor er tegelijkertijd ook meer belly-capaciteit beschikbaar kwam voor het vrachtvervoer op de buik van de passagiersvliegtuigen. De capaciteit op de vrachtvliegtuigen slonk daarentegen vorig jaar met 2,3%, blijkt uit het marktrapport van de IATA.

Die afname had te maken met het feit dat luchtvaartmaatschappijen sinds maart van dit jaar geheel zijn gestopt om passagiersvliegtuigen in te zetten als freighters zonder passagiers aan boord. Deze zogeheten ‘pfreighters’ leverden de airlines tijdens de coronacrisis, toen het passagiersvervoer aan banden was gelegd, nog een aardig zakcentje op.

Minder vraag

Die extra vrachtcapaciteit op passagiersvliegtuigen is eigenlijk iets waar de luchtvrachtsector niet op zit te wachten. Zo daalde de vraag in april van dit jaar met 6,6% vergeleken met een jaar geleden, aldus IATA. Die vraag is al bijna een jaar op zijn retour (in maart -7,7%), waardoor de tarieven zich vergeleken met de piek begin 2022 in een glijvlucht bevinden. De overcapaciteit dreigt er ook voor te zorgen dat geplande investeringen in vrachtvliegtuigen, wellicht worden stopgezet.