Tot die ietwat verrassende conclusies komt de Rebel Group in een rapport over de economische impact van de Seine-Scheldeverbinding.
De consultant voerde de studie uit in opdracht van de Vlaams-Nederlandse Delta, het samenwerkingsnetwerk tussen de provincies Antwerpen, Oost- en West-vlaanderen, Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland. Die hield gisteren in Gent zijn jaarlijkse conferentie, die ditmaal gewijd was aan de “uitdagingen en opportuniteiten” die Seine-Schelde voor de deltaregio vertegenwoordigt.
Volgens Johan Gauderis van Rebel zal Seine-Schelde minder “echt nieuwe” trafieken genereren die rechtstreeks te danken zijn aan de realisatie van het project, dan wel zorgen voor een forse verschuiving van andere modi – lees: weg en spoor – naar de binnenvaart.
Van de huidige vier à vijf miljoen ton op de bestaande verbinding zou de trafiek tegen 2020 volgens prognoses stijgen naar om en bij 14 miljoen ton. Ruim een derde daarvan (circa vijf miljoen ton) zou van de weg overkomen en 2,2 miljoen ton van het spoor.
Gauderis ging ook in op de mogelijke impact van Seine-Schelde op de havens in de deltaregio.
Rotterdam heeft net als Antwerpen een vrij afwachtende houding ingenomen, maar volgens de Rebel-studie zou de Maashaven wel eens het meeste voordeel kunnen halen uit Seine-Schelde, omdat het met de Tweede Maasvlakte zeer goed geplaatst is om in te spelen op de schaalvergroting aan maritieme zijde.
Gauderis kwam ook tot de conclusie dat Seine-Schelde voor de havens in de regio veeleer een “zero sum game” zal worden, waarbij de ene wint wat de andere verliest. Die stelling werd door de verantwoordelijken van de betrokken havens in het daaropvolgende debat zwaar in twijfel getrokken.
Hij waarschuwde ook voor het gevaar van een forse “self-defeating” concurrentie tussen die havens.
Zie De Lloyd van 27/11.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?