Equinor, het voormalige Statoil, ontwikkelt samen met BP in de kustwateren van de staat New York de windparken Empire Wind van 2,1 gigawatt en Beacon Wind van 1,2 gigawatt. Het Noorse bedrijf wordt de exploitant tijdens de ontwikkeling, bouw en de productiefase.
De overeenkomst tussen Heerema en Equinor heeft een looptijd van zeven jaar. In die periode gaan ze samenwerken aan ‘de voorbereiding en Jones Act-conforme uitvoering van de projecten’. Dat betekent dat er een Amerikaanse partner moet worden ingeschakeld voor de aanvoer van de windturbines in onderdelen. Verwacht wordt dat de bouw van beide parken na 2023 kan beginnen.
Kort geleden sloot Empire Offshore Wind ook al een overeenkomst met Maersk Supply Service voor de huur van een nieuw installatieschip dat het Deense bedrijf in aanbouw heeft. Die werkt samen met het Amerikaanse Kirby Offshore Wind voor de aanvoer van de turbines in onderdelen. Daarbij gaat het om Vestas-turbines van vijftien megawatt.
Heerema was eerder betrokken bij de plannen voor de bouw van het eerste grote windpark in Amerikaanse kustwateren, het park Vineyard voor de kust van Massachusetts. Het bedrijf zou de funderingen aanvoeren en plaatsen, die gebouwd zouden worden door het Nederlandse Sif.
De twee bedrijven trokken zich terug nadat de vergunningverlening voor het Vineyard-park forse vertraging opliep. Recentelijk maakte het Deme bekend dat het nu als als hoofdaannemer voor dit prestigieuze project is geselecteerd. De Belgische aannemer gaat zowel de funderingen als de turbines zelf installeren.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?