Dat meldt de Wall Street Journal op basis van documenten die zijn ingediend bij een rechtbank in Newark, New Jersey.

Wanneer het bedrag wordt uitgekeerd en aan wie is nog niet bekend. Uit een vorig jaar gepubliceerde lijst bleek dat er 51 Nederlandse bedrijven een claim hebben ingediend, waarvan die van overslagbedrijf ECT met afstand de grootste is. De Rotterdamse containerterminaloperator heeft nog zeker 8,6 miljoen euro tegoed van de voormalige Zuid-Koreaanse rederij. Ook de Kramer Group (165.984 euro) en Havenbedrijf Rotterdam (119.809 euro) hebben flinke claims ingediend.

Scheepseigenaren Seaspan, Danaos en Peter Doehle hebben de grootste claims uitstaan. Zij moeten respectievelijk nog ruim 37 miljoen, 32,1 miljoen euro en 31,1 miljoen euro aan charterkosten van Hanjin krijgen. Daarna volgt bunkerleverancier World Fuel Services met een claim van 19,3 miljoen euro en de Amerikaanse spoorwegmaatschappij Burlington Northern and Santa Fe Rail Road, die nog 12,9 miljoen euro van de rederij krijgt.

Hanjin Shipping vroeg op 31 augustus vorig jaar surseance aan nadat een poging om te reorganiseren was mislukt. Als gevolg daarvan kwamen bijna honderd schepen stil te liggen op zee en in havens. Transportbedrijven en verladers spraken van een ‘logistieke puinhoop’. Het faillissement van Zuid-Korea’s grootste rederij liet diepe sporen in een groot aantal jaarverslagen na.