Dat heeft VN-afgezant David Gressly na afloop van de conferentie bekendgemaakt. Daarmee is een eerste stap gezet, want volgens hem is er 144 miljoen dollar nodig om de dreiging van de ‘FSO Safer’ af te wenden. Deze 45 jaar oude opslagtanker ligt al sinds het uitbreken van de oorlog in Jemen in 2015 met ruim één miljoen vaten ruwe olie vijf mijl voor de kust van de havenstad Hodeidah geankerd.

Volgens Gressly kan de tanker elk moment uit elkaar vallen of exploderen. Dat zou volgens hem een olieramp veroorzaken, die voor twintig miljard dollar schade kan aanrichten. Meer dan 200.000 Jemenieten in de visserijsector zouden brodeloos kunnen worden, het toerisme zou tot in Egypte worden aangetast en de scheepvaart via het Suezkanaal zou worden verstoord, schetste hij in een onderzoeksrapport.

Nederland

Nederland draagt acht miljoen dollar bij. Volgens minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Liesje Schreinemacher ‘is een belangrijke stap voorwaarts gezet in het elimineren van de dreiging van de FSO Safer’. Andere donoren zijn Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de Europese Unie, Qatar, Zweden, Noorwegen, Finland, Frankrijk, Zwitserland en Luxemburg.

Minister van Buitenlandse Handel Wopke Hoekstra sprak van ‘een heel eenvoudige businesscase’. ‘Samen kunnen we een van de grootste milieurampen in de geschiedenis voorkomen en levens redden. Het voorkomen van  een ramp met de ‘FSO Safer’ ter grootte van twintig miljard kost slechts 144 miljoen.’

Met dat budget zou de olie in een andere tanker overgeheveld kunnen worden. Volgens VN-functionaris  Auke Lootsma is haast geboden ‘omdat het weervenster dreigt te sluiten’. Volgens hem wordt het risico op lekkage of breken van het schip vanaf oktober snel groter door harde wind en hevige golfslag.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement