De transactie komt tot stand via een aandelenruil, waarbij de huidige Aquadrill-aandeelhouders 38 procent van het gecombineerde bedrijf in handen krijgen. Dat krijgt de beschikking over een vloot van ruim twintig boorschepen en booreilanden plus zeven voor derden beheerde eenheden. Daarmee is het een van de grootste spelers in de offshore-sector, die de afgelopen jaren door een diep dal is gegaan.

Seadrill, oorspronkelijk in handen van de Noorse scheepvaart-tycoon John Frederiksen, kreeg vorig jaar de Chapter 11-status, de Amerikaanse variant van een faillissement. Begin dit jaar bereikte de groep een akkoord over een doorstart met zijn financiers, waarbij voor bijna vijf miljard dollar aan schulden werd afgeschreven. Frederiksen werd daarbij als aandeelhouder aan de kant gezet.

Volgens de twee bedrijven levert de bundeling jaarlijks zeventig miljoen aan kostenbesparingen op. Samen hebben ze een orderportefeuille van 2,8 miljoen dollar. Ze verwachten met hun gecombineerde veelzijdige vloot te kunnen profiteren van ‘de stijgende marktomgeving in de gouden driehoek in de offshore boormarkt’. Die omvat de Golf van Mexico, de Braziliaanse wateren en die bij West-Afrika.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement