Routedwang niet absoluut

Beuweroute

De routedwang, ofwel verplicht gebruik, voor de Betuweroute, die staatssecretaris Dijksma overweegt in te voeren, biedt nogal wat ontsnappingsmogelijkheden.

Dat blijkt uit de toelichting op de internetconsultatie van de sector, die tot medio september open staat. Dijksma wil vanaf volgend jaar op een aantal trajecten de mogelijkheid van een vervoersverbod voor gevaarlijke stoffen achter de hand houden als dwangmiddel om dat vervoer over de Betuweroute te leiden. De afgelopen jaren zijn de zogenoemde risicoplafonds op die routes voortdurend overschreden.

Uit de toelichting blijkt dat het verbod zou gelden voor twee voor de sector belangrijke trajecten: Amersfoort-Apeldoorn (ofwel de Bentheimroute) en Eindhoven-Venlo (Brabantroute). Het gaat daarbij alleen om brandbare gassen (stofcategorie A) en zeer giftige vloeistoffen (D4). Door die van deze twee trajecten te weren, zou het vervoer van de overige gevaarlijke stoffen op die routes binnen de risicoplafonds blijven.

Maar in de voorgestelde regeling zijn een aantal uitzonderingen opgenomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor ‘bestemmingsverkeer’, los- en laadplekken die direct aan een van de routes liggen. Dijksma wil zo voorkomen dat een aantal bedrijven niet meer over de noodzakelijke aan- en afvoermogelijkheden kunnen beschikken.

Ook als de Duitse spoorwegbeheerder DB Netz bepaalde treinen vanaf de Betuweroute geen toestemming geeft om door te rijden, bijvoorbeeld omdat er aan het derde spoor wordt gewerkt, mogen die alsnog de Brabant- of Bentheimroute nemen. Iets dergelijks zou ook binnen Nederland gaan gelden, indien er door werkzaamheden geen andere route beschikbaar is.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Routedwang niet absoluut | NT

Routedwang niet absoluut

Beuweroute

De routedwang, ofwel verplicht gebruik, voor de Betuweroute, die staatssecretaris Dijksma overweegt in te voeren, biedt nogal wat ontsnappingsmogelijkheden.

Dat blijkt uit de toelichting op de internetconsultatie van de sector, die tot medio september open staat. Dijksma wil vanaf volgend jaar op een aantal trajecten de mogelijkheid van een vervoersverbod voor gevaarlijke stoffen achter de hand houden als dwangmiddel om dat vervoer over de Betuweroute te leiden. De afgelopen jaren zijn de zogenoemde risicoplafonds op die routes voortdurend overschreden.

Uit de toelichting blijkt dat het verbod zou gelden voor twee voor de sector belangrijke trajecten: Amersfoort-Apeldoorn (ofwel de Bentheimroute) en Eindhoven-Venlo (Brabantroute). Het gaat daarbij alleen om brandbare gassen (stofcategorie A) en zeer giftige vloeistoffen (D4). Door die van deze twee trajecten te weren, zou het vervoer van de overige gevaarlijke stoffen op die routes binnen de risicoplafonds blijven.

Maar in de voorgestelde regeling zijn een aantal uitzonderingen opgenomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor ‘bestemmingsverkeer’, los- en laadplekken die direct aan een van de routes liggen. Dijksma wil zo voorkomen dat een aantal bedrijven niet meer over de noodzakelijke aan- en afvoermogelijkheden kunnen beschikken.

Ook als de Duitse spoorwegbeheerder DB Netz bepaalde treinen vanaf de Betuweroute geen toestemming geeft om door te rijden, bijvoorbeeld omdat er aan het derde spoor wordt gewerkt, mogen die alsnog de Brabant- of Bentheimroute nemen. Iets dergelijks zou ook binnen Nederland gaan gelden, indien er door werkzaamheden geen andere route beschikbaar is.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement