Dit blijkt uit een rapport van IRG-rail, een samenwerkingsverband tussen Europese regelgevende instanties. Zo is uit Nederland de Autoriteit Consument en Markt hierbij aangesloten. Volgens het rapport hadden de voormalige monopolisten in hun eigen land in 2021 gemiddeld 49% van de markt in handen en in andere Europese landen 15%. In 2017 ging dat nog om respectievelijk 57- en 14%. Dit bood ruimte aan nieuwere spoorbedrijven. Deze bedrijven wisten hun marktaandeel in Europa op te hogen van 29% in 2017 naar 36% in 2021.

In Nederland zijn er geen gevestigde bedrijven uit eigen land. Desondanks hebben voormalige staatsbedrijven uit het buitenland, zoals bijvoorbeeld het Duitse DB Cargo en het Belgische Lineas er nog een aanzienlijk marktaandeel. In 2021 bedroeg het marktaandeel van dergelijke buitenlandse bedrijven in Nederland 42%. Dat houdt in dat nieuwere partijen in Nederland nu maar liefst 58% van het marktaandeel bezitten.

Afnemende volumes

In zeventien van de 27 onderzochte Europese landen waren de vrachtvolumes desondanks nog voor het grootste deel in handen van de gevestigde partijen. In vier van deze landen had nog steeds één bedrijf in het spoorgoederenvervoer een monopoliepositie. In het overgrote deel van de Europese landen is echter wel te zien dat de gevestigde bedrijven in hun moederland met afnemende volumes te maken hebben.

Alleen in Frankrijk, Finland, Slowakije, Spanje en het Verenigd Koninkrijk legden deze bedrijven in 2021 meer tonkilometers af dan in 2019. Op het Verenigd Koninkrijk na, ging het bovendien om kleine toenames. De concurrerende bedrijven vervoerden in 2021 in het overgrote deel van de landen juist gemiddeld meer tonkilometers dan in 2019. Het aantal tonkilometers in Europa op naam van de nieuwere bedrijven steeg in 2021 met 11% ten opzichte van 2019, terwijl de voormalige monopolisten juist 6% minder transporteerden.

Meer keuzemogelijkheden

De Europese branchevereniging ERFA is zeer te spreken over deze ontwikkeling. ‘Deze prestatie laat het succes zien van het openen van de markt voor concurrentie’, zo stelt de organisatie. De vereniging stelt bovendien dat de nieuwere bedrijven in de meeste gevallen geen bestaande handelsstromen hebben overgenomen, maar juist nieuwe markten hebben gecreëerd, zoals bijvoorbeeld in het intermodaal vervoer. Ook stelt de organisatie dat verladers door de komst van meer concurrenten steeds meer keuzemogelijkheden hebben.

Toch moet er nog veel gebeuren om de Europese modal shift naar het spoor te bewerkstelligen, zo benadrukt de vereniging ook. Zo werd er in 2021 slechts 2% meer tonkilometer per spoor vervoerd dan in 2017, terwijl er stevige groeidoelstellingen liggen vanuit de Europese Commissie. ERFA wijst hierbij ook op een recent rapport van de Europese Rekenkamer.

‘Hoewel het aan de ene kant bemoedigend is om te zien dat het goed gaat met de concurrentie in het spoorgoederenvervoer, moeten we ook erkennen dat er meer moet gebeuren als we het spoorgoederenvervoer willen laten groeien. Het is de realiteit dat het goederenvervoer per spoor nu behoorlijk divers en internationaal is en niet meer gecentraliseerd en nationaal. Hiervoor moeten we een passend wettelijk kader ontwerpen’, zo stelt Conor Feighan, secretaris-generaal van ERFA.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement