Dit laat ACM weten in een voorlopig besluit. Partijen die gebruik maken van het spoor betalen ProRail een bijdrage waardoor zij meebetalen aan de kosten die de spoorbeheerder maakt voor het beheer en onderhoud van het spoor. Naast een tarief per gereden treinkilometer, mag ProRail ook een deel van haar vaste kosten in rekening brengen bij de gebruikers via een extra heffing. Voor de periode 2025 tot 2029 heeft ProRail een nieuwe methode opgesteld voor het berekenen van deze extra heffing.

Bij het berekenen van de hoogte van de heffing wordt er onderscheid gemaakt tussen verschillende marktsegmenten die gebruik maken van het spoor. Het goederenvervoer is één van die marktsegmenten.

Prijsveranderingen

Prijsgevoeligheid is onderdeel van de berekening van de heffing. Om te bepalen hoe hoog de heffing voor het goederenvervoer moet worden, berekent ProRail onder andere hoeveel de vraag naar goederenvervoer afneemt wanneer de prijs stijgt. Als een marktsegment gevoeliger is voor prijsveranderingen, zorgt dit ervoor dat de extra heffing daalt omdat partijen dan minder kunnen dragen. De hoogte van de heffing is daarnaast ook afhankelijk van andere onderdelen, zoals de transportprijs. In de nieuwe berekening wordt het spoorgoederenvervoer als minder prijsgevoelig gezien dan in de huidige berekening, waardoor de heffing mogelijk hoger uitvalt dan zou moeten.

De ACM stelt twijfels te hebben over de betrouwbaarheid van de nieuwe rekenmethode en stelt deze dan ook niet te kunnen goedkeuren. Dit is onder andere gebaseerd op vergelijkingen met andere landen, zoals Duitsland. Dat land heeft de prijsgevoeligheid van spoorgoederenvervoer een stuk hoger ingeschat en brengt een lagere extra heffing in rekening.

In België en Frankrijk hoeft het goederenvervoer bovendien zelfs helemaal geen extra heffing te betalen, terwijl het passagiersvervoer dat wel moet. Dat bewijst volgens het ACM dat de draagkracht van het goederenvervoer daar als laag wordt gezien.

Bovendien is dat niet te rijmen met de situatie in Nederland, waarbij de prijsgevoeligheid van het goederenvervoer zelfs iets lager wordt ingeschat dan die van het passagiersvervoer.  Het orgaan heeft bovendien ook gekeken naar studies over dit onderwerp, waarin de mate waarin het goederenvervoer gevoelig is voor prijsaanpassingen ook een stuk hoger werd ingeschat.

Eindelijk actie

Belangenorganisatie voor het spoorgoederenvervoer RailGood laat weten ‘blij te zijn dat de ACM nu eindelijk actie onderneemt’. ‘In tegenstelling tot de Duitse spoorbeheerder, stelt ProRail dat het vrachtvervoer per spoor nauwelijks gevoelig is voor prijsveranderingen. ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat negeren ook al jarenlang dat België en Frankrijk geen extra heffing in rekening brengt, omdat de markt dat niet kan dragen’, aldus de organisatie.

‘Wij hebben onderzoek gedaan in opdracht van IenW naar de mogelijkheid van een nieuwe heffing. Deze heffing is bedoeld om de lasten evenwichtiger dan nu te verdelen onder vervoerders. Volgens de ACM is het resultaat van dat onderzoek onbetrouwbaar, omdat het onduidelijk is wat de verschillende marktsegmenten kunnen dragen aan lasten.

Gevolg van deze uitspraak van de ACM is dat we dit extra heffingsinstrument niet mogen gebruiken om de kosten tussen vervoerders waar nodig beter in evenwicht te brengen. Wij gaan nu kijken wat we kunnen doen om ervoor te zorgen dat we dit voor een volgende keer zo kunnen doen dat het wel goed inzichtelijk is’, zo laat een woordvoerder van ProRail weten over de uitspraak.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement