Dat blijkt uit antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, die minister Barbara Visser vlak voor de kerst aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De ILT kreeg het afgelopen jaar veel kritiek over het gebrek aan controles. De inspectiedruk in Nederland is een van de laagsten in Europa. Volgens de nieuwste beschikbare cijfers wordt in ons land 1,5% van alle door chauffeurs gewerkte dagen gecontroleerd, terwijl binnen de EU een minimum van 3% is afgesproken.
Convenantenaanpak
Volgens de ILT viel dat cijfer de afgelopen jaren in werkelijkheid hoger uit doordat ze naast de inspecties werkt met toezicht op basis van ‘vertrouwen’. Via deze zogenoemde convenantenaanpak zouden indirect een flink aantal gewerkte chauffeursdagen extra zijn gecontroleerd.
De laatste convenanten zijn echter per 31 december afgelopen, schrijft de minister aan de Kamer. ‘De ILT wil haar capaciteit liever richten op het verbeteren van de naleving bij minder goed of ronduit slecht nalevende bedrijven. De capaciteit die daardoor vrijgekomen is, zet de ILT met name in voor (de ontwikkeling van) digitale bedrijfsinspecties en fysieke controles langs de weg en in bedrijven.’
Inspectiecapaciteit
Door het digitale toezicht is geen extra inspectiecapaciteit nodig, stelt de minister. ‘Door de digitale inspecties zal het totale aantal gecontroleerde chauffeursdagen immers zodanig toenemen dat de Europese norm naar verwachting gehaald zal worden. Met dezelfde capaciteit kunnen meer dagen worden gecontroleerd dan nu het geval is.’
Op de vraag of de effecten van het risicogerichte digitale toezicht ook cijfermatig onderbouwd kunnen worden, moet de bewindsvrouw het antwoord echter schuldig blijven. ‘De ILT is pas recentelijk gestart met digitaal toezicht in het wegvervoer’, schrijft Visser. ‘Dit betekent dat dit nog geen directe gevolgen heeft gehad voor de wijze van (risicogericht) toezicht langs de weg.’
In haar beantwoording belooft Visser verder dat digitale handhaving niet zal leiden tot het verdwijnen van fysieke controles. ‘Digitaal toezicht is geen vervanging van fysieke handhaving, maar deze activiteiten vullen elkaar en aan en versterken elkaar.’
Ongelijk speelveld
De fysieke controles blijven onder meer nodig om buitenlandse voertuigen te kunnen controleren. Onder meer branchevereniging TLN maakte zich in het verleden zorgen dat de inzet op digitale inspecties leidt tot een ongelijk speelveld voor Nederlandse vervoerders.
‘Het bedrijfsmatige digitale toezicht kan de ILT alleen houden op in Nederland gevestigde vervoerders’, zo erkent de minister. ‘Buitenlandse voertuigen worden nu langs de weg gecontroleerd en dat blijft zo.’
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?