De Hoge Raad heeft de uitspraak van het gerechtshof uit 2017 vernietigd, waarin werd gesteld dat de Hongaarse chauffeurs bij Van de Bosch niet onder de detacheringsrichtlijn vallen en dus ook niet volgens Nederlandse arbeidsvoorwaarden betaald hoeven worden. Het gerechtshof heeft dat niet goed onderbouwd, aldus de Raad, die de zaak nu weer terugverwijst naar de rechtbank Arnhem-Leeuwarden, ‘ter verdere behandeling en beslissing’.
Betaling
Daarmee komt er een nieuw hoofdstuk voor de al sinds 2014 lopende zaak. FNV stapte destijds naar de rechter om betere betaling af te dwingen voor een aantal Hongaarse chauffeurs bij Van den Bosch. Zij waren in dienst bij Hongaarse en Duitse dochterondernemingen van de transporteur en kregen ook betaald volgens de arbeidsvoorwaarden in die landen, terwijl ze ritten uitvoerden waarbij het start- of eindpunt veelal bij Van den Bosch in Erp lag.
Nadat Van den Bosch in 2017 gelijk kreeg, stapte de FNV naar de Hoge Raad. Die besloot vervolgens om advies te vragen bij het Europese Hof van Justitie. Deze Europese rechter in Luxemburg gaf een andere uitleg aan de regels en stelde dat de detacheringsrichtlijn wel degelijk van toepassing kan zijn op het wegtransport. De Hoge Raad neemt dat advies nu over.
Volgens Michelle Vrolijk, partner bij Vallenduuk Transport Advocaten, betekent de uitspraak huiswerk voor de FNV. ‘Beide partijen krijgen van de Hoge Raad een beetje gelijk’, zegt ze. ‘Hoewel de Raad oordeelt dat het gerechtshof zijn uitspraak over de toepasselijkheid van de detacheringsrichtlijn op het wegvervoer niet goed heeft gemotiveerd, is nog niet gezegd dat dat in de zaak van de buitenlandse chauffeurs bij Van den Bosch het geval is. Dat staat niet zo maar vast en kan nog beide kanten op. De FNV moet dus aan de bak om zijn punt beter te onderbouwen.’
Bevestiging
Zowel Van den Bosch als de FNV laten in afwachting van die nieuwe zaak bij het gerechtshof alvast weten dat ze naar eigen oordeel stevig in hun schoenen staan. Ceo Rico Daandels van Van den Bosch zegt zich gesteund te voelen door de uitspraak, die in zijn ogen ‘meer duidelijkheid in deze langslepende en complexe procedure’ biedt. ‘De uitspraak van de Hoge Raad voelt als een bevestiging dat we altijd juist gehandeld hebben’, zegt hij.
FNV-projectleider Edwin Atema heeft geen goed woord over voor de handelwijze van Van den Bosch. ‘In plaats van eerlijk omgaan met haar chauffeurs en het vak van chauffeurs op waarde schatten, rekte het bedrijf alleen maar tijd met ellenlange procedures’, zegt de vakbondsman. ‘De betrokken chauffeurs hebben nog altijd niet het loon gekregen waar ze recht op hebben. Met trajecten als dit laat Van den Bosch zien dat er nog steeds rotte appels zijn in een sector die staat te springen om werknemers. Dat is niet alleen slecht voor chauffeurs maar ook slecht voor het hele imago van de transportsector.’
Van den Bosch uit Erp is gespecialiseerd transport van vloeibare en droge bulkgoederen voor de levensmiddelen- en chemische industrie. De jaaromzet van het bedrijf bedraagt ongeveer 200 miljoen euro. Van den Bosch beschikt over dertien vestigingen in Europa, Afrika en het Midden-Oosten.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?