Dat maakte Elisabeth Post, bestuursvoorzitter van TLN, donderdag bekend op Multimodaal Transport Expo in Breda.

‘Er zit weer leven in de super-ecocombi’, zei Post. De bestuursvoorzitter is blij met de nieuwe pilot, maar vindt het jammer dat het nog een jaar duurt. ‘Bij RDW is een gebrek aan capaciteit, daarom kan het pas in maart 2024.’

Gap analyse

De pilot bestaat uit een zogenoemde gap analyse, waar TLN samen met RDW gaat kijken naar de obstakels die in vorige proeven naar voren kwamen. Ook gaan de partijen onderzoeken hoe de super-ecocombi in het buitenland werkt en waarom de combinatie in landen als Zweden, Finland en Spanje al wel de weg op kan. Uit de pilot moet ook blijken hoe andere weggebruikers op de sec reageren.

Bij eerdere pilots met de super-ecocombi vormde met name de veiligheid een obstakel. Vluchthavens op provinciale wegen zijn bijvoorbeeld niet lang genoeg voor de combinaties van 32 meter. Het was de reden voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de stekker uit het project te trekken. TLN maakte eind 2022 bekend dat er toch opnieuw plannen waren voor een nieuwe pilot met de super-ecocombi.

Nederland was juist een van de eerste landen die tests met langere en zwaardere vrachtwagencombinaties (lzv) op de weg uitvoerde. Volgens Post is RDW voorzichtiger geworden met de goedkeuring van nieuwe voertuigen na het Stint-ongeluk in 2018. Bij het ongeluk met het elektrische voertuig in Oss kwamen vier jonge kinderen om het leven.

De super-ecocombi is een vrachtwagencombinatie die bestaat uit een trekker en twee 13,60 meter trailers, die via een dolly verbonden zijn. De sec krijgt daarmee een lengte van 32 tot 34 meter en dezelfde hoeveelheid lading vervoeren als twee reguliere combinaties van 16,5 meter lengte.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement