KLG Europe valt met zijn dochterondernemingen in drie Europese landen en 1.070 medewerkers onder de houdstermaatschappij SE Logistics, dat juridisch in Rotterdam is gevestigd. Deze holding produceerde na de overname over de laatste twee gedeponeerde fiscale jaren slechts verliescijfers. Zo volgde op het nettoverlies van 2020 (3,9 miljoen euro) een verlies van bijna 1 miljoen euro in 2021. Ter vergelijking: KLG behaalde in het laatste volledige boekjaar (2018) onder de gebroeders Kuijken een nettowinst van 14,7 miljoen euro.

Zelf geeft de directie van SE Logistics in de laatste jaarverslagen geen verklaring voor de opeenvolgende verliezen. Een directierapport zou meer duiding geven, maar is niet toegevoegd.

De holding KLG Europe leed de laatste jaren een verlies van vijf miljoen euro

Hogere lasten

Aan de omzet ligt het negatieve nettoresultaat van de Limburgse wegvervoerder zeker niet. Die liet juist een stevige groei zien. Zo namen de inkomsten in 2021 met ruim 32% (66 miljoen euro) toe naar 268,3 miljoen euro. Is er bij KLG dan iets aan de kostenkant gebeurd dat het verlies verklaart? Ja en nee. De lasten stegen in 2021 door de hogere lonen en een duurdere inkoop van transport bij onderaannemers met 60 miljoen euro naar bijna 260 miljoen euro. Een forse toename, maar uiteindelijk bleef er in de boeken in 2021 met wat plussen en minnen toch nog een positief resultaat voor belasting (ebitda) over van 8,4 miljoen euro (2020: 2,9 miljoen euro).

Financieel lek

Dat doet vermoeden dat het financiële lek, als daar al van mag worden gesproken, toch elders moet worden gezocht. Een indicatie voor het uiteindelijke negatieve resultaat wordt in de jaarrekening over 2021 wel aangetroffen bij de rentelasten (-3,7 miljoen euro) en de belastingaanslag (-5,7 miljoen euro). Met nog een kleine correctie voor baten uit deelnemingen (+128.458 euro) kwam daardoor het uiteindelijk verlies bij de holding over het laatste gedeponeerde boekjaar onder de streep uit op bijna 1 miljoen euro (995.290 euro). In de jaargang 2020 vielen de rentelasten (1,9 miljoen euro) en de vennootschapsbelasting (5 miljoen euro) een stuk lager uit.

Die financieringsasten zijn in het laatste jaarverslag te herleiden naar twee forse leningen van respectievelijk 106,5 miljoen euro en 110,5 miljoen euro van SE Logistics. Die kredieten van in totaal 217 miljoen euro (2020: 222,2 miljoen euro) zijn ondergebracht onder de post ‘finance company debt’ en zijn aangegaan ‘om de koop van alle belangen te financieren in de beoogde ondernemingen’. Het is een beetje raden of het hier eigenlijk gaat om een oorlogskas voor toekomstige acquisities of dat Sinotrans de forse overnamesom voor de KLG-groep uit 2019 geheel of deels als schuld op de balans van de Nederlandse transportholding heeft gezet. Daarmee zou KLG Europe uiteindelijk op termijn zijn eigen overname betalen. Een duidelijk antwoord hierop valt helaas niet te achterhalen in het jaarverslag.

Aflossingstermijn

Voor de aflossing op die forse schuld staat blijkens de jaarrekening ‘een periode van zes jaar’, waarbij een rente is verschuldigd van 1,1% tot 1,27%. Die aflossingstermijn is overigens vanaf begin 2022 bijgesteld en versoepeld, waarbij voor een schuldbedrag van 160 miljoen euro nu een meer royale aflossingstermijn geldt van ‘langer dan vijf jaar’. De moederholding van KLG heeft dan ook nog even tijd om van zijn forse schuldenberg af te geraken.