De nieuwe Nederlandse vennootschap Maersk Logistics & Services International, gevestigd in Den Haag, leed tussen januari 2020 en juni 2021 een gevoelig verlies van 88 miljoen euro bij een omzet van amper 283 miljoen dollar, blijkt uit de laatste jaarverslag. Die jaarrekening besloeg door de ontmanteling van Damco, inclusief een ingrijpende en ingewikkelde herverkaveling van de activiteiten van Nederland naar Denemarken, een ongewoon lang tijdsbestek van achttien maanden.
Inclusief het negatief resultaat over het boekjaar 2019 (-127 miljoen euro) bedroeg het nettoverlies van de oude Damco-entiteit over de laatste twee fiscale jaren ruim 215 miljoen euro, valt te achterhalen in de jaarstukken van de Kamer van Koophandel. Je zou het een financieel schoonheidsfoutje kunnen noemen bij de miljardenwinst die de containervaart moederbedrijf Maersk de laatste jaren opleverde.
Tegenover 283 miljoen dollar aan inkomsten stonden ruim 400 miljoen aan kosten
Damco werd tien jaar geleden met veel bombarie van Maersk in de markt gezet om ook in de mondiale expeditie een hoofdrol te vervullen. Daarbij was het de bedoeling om een onafhankelijk expeditienetwerk op te zetten dat financieel zijn eigen broek kon ophouden en dat de containerrederij tegelijkertijd aanvullende logistieke diensten kon bieden in onder meer de luchtvracht en de contractlogistiek.
Wereldmerk
Om afstand te houden van het Deense moederbedrijf en de lijnvaartrederij, werd het internationale hoofdkantoor van Damco verhuisd van Kopenhagen naar het ‘neutrale’ Den Haag, waar zusterbedrijf APMT Europe al kantoor hield in een gebouw aan de Turfmarkt, in het centrum van de Hofstad.
De expediteur had destijds in de persoon van de de Nederlander Rolf Habben Janssen, heden ten dage topman van Hapag-Lloyd, een logistiek zwaargewicht aan het roer. De Rotterdammer, afkomstig van Nedlloyd, kreeg de nobele taak om van Damco een wereldmerk te maken, waarbij de Deense oorlogskas wagenwijd openstond voor de nieuwkomer. De logistieke bonus voor Nederland was ook niet mis. Na Ceva Logistics, voortgekomen uit TNT (en dat inmiddels naar Marseille is verhuisd), kreeg Nederland er met Damco opnieuw een mondiale expediteur van formaat bij. Was tenminste de bedoeling.
Tafellaken
Damco en Maersk werden al vrij snel geconfronteerd met de kille werkelijkheid van de mondiale expeditiewereld. Te klein voor het tafellaken, te groot voor het servet: de bekende uitdrukking bleek op hen van toepassing. Verliezen stapelden zich op bij de expeditiedochter, die al snel aan het financieel infuus moest bij het Deense moederbedrijf. Noodzakelijke acquisities om het bedrijf voldoende schaalgrootte te geven en mee te kunnen spelen in de top van de expeditiemarkt, bleven uit. De kwalificatie ‘middenmoter’ kwam nog het dichtst in de buurt van de werkelijkheid. De enige troeven die Damco nog enige waarde gaven in de expeditiemarkt waren de lucht- en charteractiviteiten in China, de supply chain-kennis en het boekingsplatform Twill.
De Denen deden ondanks toezeggingen dat er voldoende kapitaal beschikbaar was om de ambities van Damco te realiseren juist het tegenovergestelde en draaiden langzaam de geldkraan dicht bij het Nederlandse expeditiebedrijf. Dat resulteerde in de loop van 2019 in het interne besluit om een einde te maken aan het Damco-avontuur. De expediteur werd, als onderdeel van een strategische heroriëntatie die in de Maersk-groep een meer geïntegreerde logistiek moest opleveren, deels ontmanteld. Zo werden eerst supply chain management, e-commerce Iogistics, 4PL, warehousing & distribution, cold chain Iogistics, de handelsfinanciering, TradeLens, douane-afhandeling, intercontinental rail, wegvervoer en verzekeringen overgeheveld naar Kopenhagen en ondergebracht in een nieuwe Deense entiteit: Maersk Logistics & Services International A/S, zo laat het laatste jaarverslag zien.
De verkoop van Twill leverde Damco een boekwinst op van 25 miljoen dollar
Het intellectueel eigendom van onder meer boekingsplatform Twill, gewaardeerd op zo’n 25 miljoen euro, de contracten met verladers en agenten en de verdere lucht- en zeevrachtexpeditie verdwenen uiteindelijk begin 2021 richting de Deense hoofdstad, zo blijkt verder uit de jaarstukken, die een mooi beeld geven van hoe Damco geleidelijk werd uitgekleed tussen 2019 en 2021.
Onderdeel van de sloop was ook een royale vertrekregeling van in totaal meer dan 5 miljoen dollar voor het Damco-personeel dat niet naar Kopenhagen wenste te verhuizen.
Zodoende kwam er zo’n twee jaar geleden ‘een einde aan de historische rol van Damco International’, aldus de directie van Maersk in een toelichting op de jaarrekening. Dat betekende niet dat de juridische entiteit ook werd opgedoekt: onder de nieuwe naam Maersk Logistics & Services International B.V. bleef de Nederlandse vennootschap, weliswaar in een behoorlijk afgeslankte vorm met tweehonderd medewerkers, voortbestaan als ‘internationale holding’, met een ‘ondersteunende rol’ op het gebied van IT (inclusief 38 softwarespecialisten voor het platform van Twill), financiering, juridische, commerciële en andere zaken, blijkt uit het jaarverslag.
Van Maersk Logistics naar Damco en weer terug
Damco, oorspronkelijk de expeditiedivisie van het in 2005 door Maersk overgenomen Nedlloyd, werd in 2013 samengevoegd met Maersk Logistics. Damco had maximaal (2008) zo’n 10.800 medewerkers op de loonlijst en kantoren in 93 landen. Na het avontuur met Damco als zelfstandige expediteur, inclusief de rol als nvocc, besloot Maersk in 2019 het expeditiebedrijf grotendeels te ontmantelen en keerde de logistieke ondersteuning terug onder de vlag van Maersk Logistics. Damco verdween als merknaam in 2021. Wat het expeditie-avontuur de Maersk-groep uiteindelijk heeft gekost, blijft een goed bewaard geheim op het hoofdkantoor in Kopenhagen.
Boekwinst
De inkomsten (283 miljoen in 2020/2021) haalt de voormalige Damco-entiteit in de nieuwe opzet uit een ‘kosten-plus’-vergoeding voor de diensten die het levert aan de Deense maritieme groep, valt er verder te lezen. Daarnaast kon de Nederlandse vennootschap ook nog eens een boekwinst van 38,3 miljoen euro bijschrijven in de boeken op de ‘verkoop’ van het intellectueel eigendom van Damco, waaronder Twill (24,9 miljoen dollar) en onderdelen zoals het SCM-platform (13,4 miljoen dollar).
Zonder die interne verkoop zou het verlies van Damco over de laatste 2,5 jaar boven de kwart miljard dollar zijn uitgekomen, laat een simpel rekensommetje zien.
Tegenover deze inkomsten stonden blijkens de laatste jaarrekening gigantische uitgaven van meer dan 400 miljoen dollar, waarvan ruim 200 miljoen dollar bestond uit administratiekosten. Het ging daarbij hoofdzakelijk om inkoopkosten voor de IT van 143 miljoen dollar, terwijl de salarislasten zo’n 35 miljoen dollar opslokten. De overige 200 miljoen bestond uit niet nader gespecificeerde groepskosten die het hoofdkantoor in rekening bracht bij de Nederlandse dochteronderneming.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?