In januari kromp de export met 3,1 procent. De uitvoer laat al sinds juni 2023 een daling zien. Ook de goederenimport was lager dan een jaar terug. Daar ging het in februari om een daling van 4,2 procent. Dat was vooral toe te schrijven aan de invoer van minder machines en aardolieproducten.

Het statistiekbureau meet ook iedere maand of de omstandigheden gunstig of ongunstig zijn voor de internationale handel. Volgens die zogeheten exportradar zijn de omstandigheden voor de export in april ongunstiger dan in februari. Dat komt vooral doordat de Nederlandse producenten negatiever waren over de buitenlandse orderpositie. Ook was de jaar-op-jaarkrimp van de Duitse industriële productie groter.

Vertrouwen lager

Nederlandse ondernemers zijn somberder geworden over hun investeringen. Bedrijven waren in maart minder positief over het doen van investeringen dan in dezelfde maand een jaar geleden, meldt het CBS eveneens. Ondernemers in de industrie waren het minst positief.

In de sector vervoer en opslag daalden de verwachtingen het sterkst. Ondanks de verslechterde verwachtingen rekenen steeds meer ondernemers op een stijging van hun investeringen dan een daling. In de cultuur, sport, en recreatie en in de verhuur en handel van onroerend goed zijn ondernemers het meest positief gestemd, aldus het CBS.

Financiële beperkingen, zoals een gebrek aan middelen of te hoge financieringskosten, vormen met name een belemmering voor bedrijven om te investeren. Ook beleid, wet- en regelgeving en een tekort aan personeel kunnen investeringen in de weg staan.

Ruim 88 procent van de bedrijven investeert om “toekomstbestendig te blijven”. Deze bedrijven investeren bijvoorbeeld in digitalisering of automatisering.

In de horeca en zakelijke dienstverlening investeren ondernemers het meest in personeel, bijvoorbeeld door opleidingen of cursussen aan te bieden, stelt het CBS. Duurzaamheid of maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt het meest genoemd in de verhuur en handel van onroerend goed.