Ze stonden zo’n veertig jaar aan het roer van het expeditiebedrijf uit Osnabrück. Sinds ze respectievelijk in 2016 en 2018 afscheid namen van de dagelijkse leiding zitten ze op het pluche van de aandeelhouder. Ieder hebben ze nog een belang van 50% in Hellmann. Forbes schat hun persoonlijk vermogen op 2,6 miljard euro.

Hoe is eigenlijk ooit het bestuurdersduo Klaus en Jost Hellmann ontstaan?

Jost Hellmann: Wij zijn achterneven. Toen ik 15 was en Klaus 19 zijn we in een kroeg een biertje gaan drinken. Daar heb ik Klaus eigenlijk pas echt leren kennen. We zagen elkaar daarvoor alleen tijdens de kerstdagen. Wij hebben toen een topavond gehad en dat was de grondsteen voor onze latere relatie. Toch hebben wij altijd ver van elkaar geleefd en gewerkt: Klaus in Osnabrück en ik eerst in Hong Kong en later in de VS.

Hebben jullie nooit ruzie gehad in de bijna veertig jaar dat jullie het expeditiebedrijf hebben geleid?

Jost Hellmann: Natuurlijk hadden we niet altijd dezelfde mening. We hebben verschillende strategische opinies over bijvoorbeeld de Duitse groupagemarkt, maar dat was het domein van Klaus. Verder hebben we bijvoorbeeld veel geld verloren in Noord-Amerika, waar Klaus het wellicht anders zou hebben aangepakt dan ik.

Klaus Hellmann: Het komt er uiteindelijk op aan dat de familieleden het eens worden, ook als dat wat langer duurt. Dat proces is juist het speciale aan een familiebedrijf.

Enkele jaren geleden zat het bedrijf in een crisis. Volgens berichten in de media hadden de banken het bedrijf onder curatele gesteld. Stond het voortbestaan van het bedrijf echt op het spel?

Jost Hellmann: Ik heb geen seconde gedacht dat we het niet zouden redden. Ik wist dat we het zouden halen. Door de medewerkers, maar ook dankzij de ondernemingsraad. Zij hebben ons toen de hele weg in die moeilijke tijd gesteund.

Klaus Hellmann: We hebben al eerder angstmomenten gekend. Zoals in 1987 en 1988, toen we het startschot gaven voor ons mondiale expeditienetwerk. Dat was een bijzonder lastige fase in ons bestaan. Ik heb mij echter nooit zorgen gemaakt, want met DPD hadden we destijds een sterke basis. Ik moet er eerlijkheidshalve bij zeggen dat wij toen, 36 en 40 jaar oud, een stukje risico niet schuwden.

Jullie hebben al enkele jaren geleden de dagelijkse leiding overgedragen aan een externe manager. Waar liggen nu de kansen voor Hellmann?

Jost Hellmann: Ik zou zeggen duurzaamheid. Onze klanten verwachten op een gegeven moment dat voor elke zending duidelijk wordt wat de CO2-kosten zijn. Ik denk dat als men als expeditiebedrijf snel handelt, de duurzame logistiek een interessante groeimarkt kan zijn.

Klaus Hellmann: Tegelijkertijd is het ook voor een expediteur gewoon een kwestie van overleven om groene logistieke diensten aan te bieden. Anders transporteer je straks gewoon niets meer.

Het woord duurzaamheid heeft voor een familiebedrijf ook nog een andere betekenis: wie wordt de opvolger? De vijfde generatie Hellmanns telt zeven kinderen. Komt er nog een opvolger uit de eigen rijen?

Jost Hellmann: De volgende generatie moet voor zichzelf uitmaken of ze de verantwoordelijkheid voor zo’n bedrijf werkelijk op zich wil nemen. Er wordt als drager van de familienaam Hellmann nu eenmaal anders naar je gekeken dan wanneer je een externe manager bent. Daar komt nog bij, dat ons expeditiebedrijf vandaag de dag veel groter is dan toen wij in respectievelijk 1976 en 1980 begonnen.

Klaus Hellmann: Eigenlijk is er geen enkele reden waarom onze kinderen niet operationeel actief kunnen worden in ons bedrijf. Voorwaarde is wel dat ze goed opgeleid zijn en interesse hebben in zo’n opgave.

De 35-jarige dochter van Jost, Jil Hellmann Regouby, zou dat mogelijk kunnen zijn. Zij is momenteel actief in de familieholding van haar vader, die behalve het expeditiebedrijf Hellmann nog andere bedrijven bezit. Vader en de verre oom geven haar graag het laatste woord. Ziet ze het zitten?

Natuurlijk heb ik grote belangstelling voor de verdere ontwikkeling van Hellmann en ga ik er van harte voor, maar een operationele rol in Hellmann overweeg ik vooralsnog niet.

Dit interview verscheen eerder in de DVZ.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement