Fors hogere capaciteit voor sporen in Gentse haven

750 meter

Gespreid over drie jaar breidt Infrabel de capaciteit van sporenbundel Mercator in het havengebied van Gent uit. Mercator is daar de op één na drukste en belangrijkste spoorinfrastructuur. De werken zijn goed voor een investering van 12,5 miljoen euro, deels betaald met Europese middelen.

Foto: Infrabel

De Mercator-sporenbundel ligt nabij het gelijknamige dok, langs de oostkant van het Zeekanaal Gent-Terneuzen, tussen het kanaal zelf en de Kennedylaan. Voor diverse grote bedrijven in de buurt (Volvo Cars, Volvo Trucks, DFDS, Stukwerkers, Ghent Commodity Terminal) is de bundel van cruciaal belang voor hun transporten per spoor.

De bundel werd aangelegd in 1996 en telt negen sporen. Hij verwerkt goederentreinen uit en naar alle richtingen. Aan boord hebben ze staalproducten en grondstoffen zoals steenkool. Zo verstuurt DFDS vanaf hier rollen plaatstaal van ArcellorMittal Gent naar Volvo Zweden en ontvangt er vanuit Zweden onderdelen voor de Volvo-fabriek in Gent. Het zet er ook wekelijks ook vijf treinen met afgewerkte of deels afgewerkte wagens op de trein naar Oostenrijk, voor de Centraal-Europese markt.

Extra spoorlengte

Omdat de bestaande infrastructuur op zijn limieten botst, besloot infrabel de capaciteit ervan gefaseerd uit te breiden. De eerste fase vond dit jaar plaats. Daarbij werden zes sporen langs de Gentse kant van het rangeerterrein verlengd, zodat er langere treinen kunnen rangeren. In totaal kwam er al 200 meter extra spoor tot stand. Tegelijk paste Infrabel de configuratie van de bundel aan, met onder meer de plaatsing van acht nieuwe wissels. ‘Deze werken hadden een niet te onderschatten invloed op de activiteiten van sommige bedrijven die aangesloten zijn op de sporenbundel’, zegt ceo Benoît Gilson. ‘Vooral op die van bedrijven die voor hun stock werken met de logistieke methode van net op tijd leveren, doordat de al uitgevoerde werken plaatsvonden langs de kant van de bundel waar de meeste goederentreinen Mercator binnenrijden. Daarom ook hebben we proactief gecommuniceerd met de betrokkenen en in overleg met hen gekeken naar mogelijke alternatieven om de impact op hun economische activiteiten zoveel mogelijk te beperken.’

Wekelijks vertrekken er vanaf de DFDS-terminal vijf treinen met (deels) afgewerkte Volvo’s naar Oostenrijk. (foto: Koen Mortelmans)

De komende twee jaar verplaatst en vernieuwt de spoorwegbeheerder nog eens twaalf wissels. Tegelijk worden acht sporen langs de kant van Terneuzen verlengd. In combinatie met de eerste fase zorgt dit ervoor dat de sporen een lengte van 750 meter krijgen. ‘Dergelijke sporen zijn de toekomst van het goederenspoorvervoer en ook een belangrijke vraag van de industrie en van Europa. Want op deze lange sporen kan je lange goederentreinen laten aankomen. Zulke treinen drukken de transportkosten. De capaciteitsverhoging maakt ook meer van elkaar onafhankelijke bewegingen op parallelle sporen mogelijk en vergroot zo ook de flexibiliteit.’

Skaldenbrug

De voorbereidende werken voor de tweede fase gaan nog dit jaar van start. Zo moet één van de twee landhoofden van de Skaldenbrug worden verplaatst om ruimte te creëren voor de aanleg van vijf extra sporen. Nu loopt er slechts één lijn onder deze brug door. Voor het verplaatsen van het landhoofd zorgt North Sea Port, als eigenaar van het havengebied. In totaal komt er langs de kant van Terneuzen bijna 3 kilometer extra spoor bij. Tegen de zomer van 2025 moeten alle spoorwerken achter de rug liggen.

Een efficiënte passage onder de Skaldenbrug is erg belangrijk in het voorjaar van 2025, wanneer Infrabel de laatste bestaande sporen van bundel Mercator verlengt. Tijdens deze werken kan men het goederenverkeer dan lokaal versporen naar de nieuwe sporen en zo de hinder beperken.

Geld

Voor de investering van 12,5 miljoen euro kan Infrabel gebruik maken van 8,5 miljoen euro uit het Recovery and Resilience Facility Fund van de Europese Commissie. De Belgische federale overheid past vanuit haar Relanceplan de overige 4 miljoen bij. Met dit en ander geld uit de Belgische en Europese herstelplannen investeert Infrabel in de periode 2022-2024 in Vlaanderen 131,4 miljoen euro. Het grootste deel van deze middelen gaat naar het goederenspoorvervoer en de havens van Antwerpen, Zeebrugge en Gent. Daarnaast is er 45,6 miljoen euro uitgetrokken voor investeringen in het goederenvervoer per spoor in Wallonië. Deze investeringen moeten de modal shift ten voordele van het goederenvervoer per spoor bevorderen en het aandeel ervan bijna verdubbelen, van de huidige 9% naar 16% tegen 2030.

‘Keuze moet rendabel zijn’

‘De havenbedrijven zijn best bereid om in te zetten op modal shift’, zet Gents havenschepen Sofie Bracke (Open VLD). ‘Maar die keuze moet dan wel rendabel zijn. Daarom is de grotere flexibiliteit van de spoorinfrastructuur belangrijk. DFDS heeft hierin al het voortouw genomen en het aantal sporen op de eigen terminal verdubbeld, van twee naar vier.’

Essentieel in de verdere flexibilisering is de uitbouw van de havensporen tussen Gent en Terneuzen tot een volledige ring. ‘Hiervoor moeten België en Nederland de handen in elkaar slaan’, stelt Peter van Parys, coo van North Sea Port. ‘Het principiële basisakkoord is er al. Nederland gaat hiervoor binnenkort 100 miljoen euro vastklikken. Om het project effect te kunnen opstarten moet België een gelijkaardige financiële beslissing nemen.’

peter van parys haven gent (2) Peter Van Parys, coo van North Sea Port (foto: Koen Mortelmans)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Fors hogere capaciteit voor sporen in Gentse haven | NT

Fors hogere capaciteit voor sporen in Gentse haven

750 meter

Gespreid over drie jaar breidt Infrabel de capaciteit van sporenbundel Mercator in het havengebied van Gent uit. Mercator is daar de op één na drukste en belangrijkste spoorinfrastructuur. De werken zijn goed voor een investering van 12,5 miljoen euro, deels betaald met Europese middelen.

Foto: Infrabel

De Mercator-sporenbundel ligt nabij het gelijknamige dok, langs de oostkant van het Zeekanaal Gent-Terneuzen, tussen het kanaal zelf en de Kennedylaan. Voor diverse grote bedrijven in de buurt (Volvo Cars, Volvo Trucks, DFDS, Stukwerkers, Ghent Commodity Terminal) is de bundel van cruciaal belang voor hun transporten per spoor.

De bundel werd aangelegd in 1996 en telt negen sporen. Hij verwerkt goederentreinen uit en naar alle richtingen. Aan boord hebben ze staalproducten en grondstoffen zoals steenkool. Zo verstuurt DFDS vanaf hier rollen plaatstaal van ArcellorMittal Gent naar Volvo Zweden en ontvangt er vanuit Zweden onderdelen voor de Volvo-fabriek in Gent. Het zet er ook wekelijks ook vijf treinen met afgewerkte of deels afgewerkte wagens op de trein naar Oostenrijk, voor de Centraal-Europese markt.

Extra spoorlengte

Omdat de bestaande infrastructuur op zijn limieten botst, besloot infrabel de capaciteit ervan gefaseerd uit te breiden. De eerste fase vond dit jaar plaats. Daarbij werden zes sporen langs de Gentse kant van het rangeerterrein verlengd, zodat er langere treinen kunnen rangeren. In totaal kwam er al 200 meter extra spoor tot stand. Tegelijk paste Infrabel de configuratie van de bundel aan, met onder meer de plaatsing van acht nieuwe wissels. ‘Deze werken hadden een niet te onderschatten invloed op de activiteiten van sommige bedrijven die aangesloten zijn op de sporenbundel’, zegt ceo Benoît Gilson. ‘Vooral op die van bedrijven die voor hun stock werken met de logistieke methode van net op tijd leveren, doordat de al uitgevoerde werken plaatsvonden langs de kant van de bundel waar de meeste goederentreinen Mercator binnenrijden. Daarom ook hebben we proactief gecommuniceerd met de betrokkenen en in overleg met hen gekeken naar mogelijke alternatieven om de impact op hun economische activiteiten zoveel mogelijk te beperken.’

Wekelijks vertrekken er vanaf de DFDS-terminal vijf treinen met (deels) afgewerkte Volvo’s naar Oostenrijk. (foto: Koen Mortelmans)

De komende twee jaar verplaatst en vernieuwt de spoorwegbeheerder nog eens twaalf wissels. Tegelijk worden acht sporen langs de kant van Terneuzen verlengd. In combinatie met de eerste fase zorgt dit ervoor dat de sporen een lengte van 750 meter krijgen. ‘Dergelijke sporen zijn de toekomst van het goederenspoorvervoer en ook een belangrijke vraag van de industrie en van Europa. Want op deze lange sporen kan je lange goederentreinen laten aankomen. Zulke treinen drukken de transportkosten. De capaciteitsverhoging maakt ook meer van elkaar onafhankelijke bewegingen op parallelle sporen mogelijk en vergroot zo ook de flexibiliteit.’

Skaldenbrug

De voorbereidende werken voor de tweede fase gaan nog dit jaar van start. Zo moet één van de twee landhoofden van de Skaldenbrug worden verplaatst om ruimte te creëren voor de aanleg van vijf extra sporen. Nu loopt er slechts één lijn onder deze brug door. Voor het verplaatsen van het landhoofd zorgt North Sea Port, als eigenaar van het havengebied. In totaal komt er langs de kant van Terneuzen bijna 3 kilometer extra spoor bij. Tegen de zomer van 2025 moeten alle spoorwerken achter de rug liggen.

Een efficiënte passage onder de Skaldenbrug is erg belangrijk in het voorjaar van 2025, wanneer Infrabel de laatste bestaande sporen van bundel Mercator verlengt. Tijdens deze werken kan men het goederenverkeer dan lokaal versporen naar de nieuwe sporen en zo de hinder beperken.

Geld

Voor de investering van 12,5 miljoen euro kan Infrabel gebruik maken van 8,5 miljoen euro uit het Recovery and Resilience Facility Fund van de Europese Commissie. De Belgische federale overheid past vanuit haar Relanceplan de overige 4 miljoen bij. Met dit en ander geld uit de Belgische en Europese herstelplannen investeert Infrabel in de periode 2022-2024 in Vlaanderen 131,4 miljoen euro. Het grootste deel van deze middelen gaat naar het goederenspoorvervoer en de havens van Antwerpen, Zeebrugge en Gent. Daarnaast is er 45,6 miljoen euro uitgetrokken voor investeringen in het goederenvervoer per spoor in Wallonië. Deze investeringen moeten de modal shift ten voordele van het goederenvervoer per spoor bevorderen en het aandeel ervan bijna verdubbelen, van de huidige 9% naar 16% tegen 2030.

‘Keuze moet rendabel zijn’

‘De havenbedrijven zijn best bereid om in te zetten op modal shift’, zet Gents havenschepen Sofie Bracke (Open VLD). ‘Maar die keuze moet dan wel rendabel zijn. Daarom is de grotere flexibiliteit van de spoorinfrastructuur belangrijk. DFDS heeft hierin al het voortouw genomen en het aantal sporen op de eigen terminal verdubbeld, van twee naar vier.’

Essentieel in de verdere flexibilisering is de uitbouw van de havensporen tussen Gent en Terneuzen tot een volledige ring. ‘Hiervoor moeten België en Nederland de handen in elkaar slaan’, stelt Peter van Parys, coo van North Sea Port. ‘Het principiële basisakkoord is er al. Nederland gaat hiervoor binnenkort 100 miljoen euro vastklikken. Om het project effect te kunnen opstarten moet België een gelijkaardige financiële beslissing nemen.’

peter van parys haven gent (2) Peter Van Parys, coo van North Sea Port (foto: Koen Mortelmans)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement