Het belangrijkste struikelblok in de GATT-onderhandelingen over de nagestreefde liberalisering van het dienstenverkeer zijn de meningsverschillen over scheepvaart. In tegenstelling tot de Europese gemeenschap en andere GATT-leden willen de Verenigde Staten onder druk van Amerikaanse reders scheepvaart buiten de GATT-onderhandelingen houden. De VS willen alle dienstenverkeer onder de meestbegunstigingsregel van de GATT laten vallen, met uitzondering van de scheepvaart.
De EG wil geen GATT-akkoord over diensten sluiten zonder scheepvaart. In feite ligt de Verenigde Staten op het gebied van de scheepvaart in de GATT-onderhandelingen even dwars als de Europese gemeenschap op het gebied van de landbouw. De regel van meestbegunstiging houdt in dat handelsvoordelen die een GATT-lidstaat aan een of meer landen geeft, automatisch betrekking hebben op de handel met andere GATT-staten.
De Amerikaanse wetgeving biedt de VS de mogelijkheid unilateraal op te treden tegen landen die zich in Amerikaanse ogen schuldig maken aan oneerlijke handelspraktijken. De VS kan tegen dergelijke landen eigenmachtig strafmaatregelen nemen. Als scheepvaart onder de GATT- regels zou vallen, zou in dergelijke gevallen een procedure bij de GATT in Geneve aanhangig gemaakt moeten worden. De GATT moet dan een uitspraak doen over het al dan niet onwettig zijn van de aangevochten handelspraktijken.
Amerikaanse onderhandelaars in Geneve stellen dat zij sterker staan met unilaterale acties dan met GATT-procedures. Amerikaans optreden tegen oneerlijke praktijken zou in de praktijk sneller tot liberalisatie van het scheepvaartverkeer leiden dan GATT-procedures, aldus de Amerikaanse onderhandelaars.

Onenigheid

Een ander punt dat in Geneve tot onenigheid tussen Amerika en de meeste andere GATT-leden leidt, is de Amerikaanse wetgeving die Amerikaanse scheepvaart beschermt en buitenlandse scheepvaart vanuit de VS gedeeltelijk of geheel onmogelijk maakt. Zo moet driekwart van alle Amerikaanse voedselhulp aan andere landen, inclusief graanverschepingen, worden vervoerd met schepen onder Amerikaanse vlag.
Tenminste de helft van alle transporten die in opdracht van federale overheidsinstellingen worden uitgevoerd, moeten door Amerikaanse schepen uitsland

den vervoerd. En alle export die wordt gefinancierd door de Amerikaanse Export Import Bank moet volledig door Amerikaanse schepen worden vervoerd. Al die verschepingen maken zo’n veertig procent uit van de totale scheepvaart die door schepen onder Amerikaanse vlag worden uitgevoerd.
Verder is er het verbod op kustvaart van buitenlandse schepen in Amerika, zoals geregeld in de Jones Act. Alle scheepvaart tussen Amerikaanse havens moet door Amerikaanse schepen met Amerikaanse bemanning worden uitgevoerd. De Jones Act betekent ook een feitelijk verbod op olietransporten vanuit Alaska met buitenlandse schepen.

Cabotage

In een aantal Europese landen is kustvaart door buitenlandse schepen tussen twee of meer havens van een land verboden of onderworpen aan een vergunningenstelsel. In de EG is in principe met ingang van 1992 vrije cabotage overeengekomen door schepen van EG-lidstaten, met uitzondering van het transport van en naar eilanden.
De Scandinavische voorstellen laten de kustvaart buiten schot, zij het dat zij een bepaling willen die het GATT-staten mogelijk moet maken om onderhandelingen te openen over het opheffen van die restricties. Landen die dat zouden willen zouden daarover onderling afspraken moeten kunnen maken. Die afspraken vallen dan niet onder de meestbegunstigingsregel omdat die geen uitzonderingen of onderlinge afspraken toelaat.
Zoals bekend hebben de Scandinavische voorstellen geen betrekking op gesloten conferences. De Amerikaanse regering wil dat gesloten conferences open moeten staan voor nieuwe leden, terwijl de EG en een aantal Europese landen vinden dat gesloten conferences mogelijk moeten zijn. Ontwikkelingslanden hebben zich nog niet uitgesproken over de Scandinavische voorstellen, maar zij hebben wel laten weten dat die voorstellen geen inbreuk mogen maken op de Unctad-code, de overeenkomst die een bepaalde verdeling van het scheepvaartverkeer met ontwikkelingslanden aanbeveelt, bij voorbeeld de 40/40/20 verdeling. Overigens heeft de Amerikaanse overheid de Unctad-code niet aanvaard.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement