Philips-topman wil af van afwentelingsprincipe

EINDHOVEN – Nederland en de Europese Gemeenschap staan aan de vooravond van stormachtige ontwikkelingen op het gebied van kwaliteitsmanagement. In Eindhoven werd vrijdag het Frits Philips Institute for Quality Management geopend. Aan die opening ging een symposium in het Evoluon vooraf. De strekking van de inleidingen: Europa moet de drempel met een vliegende vaart over. Het kwaliteitsdenken loopt tien jaar achter bij de VS en we sukkelen zelfs enkele decennia achter Japan aan.

Het nieuwe instituut is een initiatief van Philips Electronics en de Technische Universiteit in Eindhoven. Philips verstrekte een startkapitaal van anderhalf miljoen gulden. Het instituut wordt gevestigd aan de TU. Er zullen behalve Philips nEg vijftien participanten uit het bedrijfsleven worden aangezocht om in Nederland gekwalificeerde kwaliteitsmanagers te kunnen afleveren. Directeur van het nieuwe instituut is dr. H.G. Boddendijk (52). Hij is tevens benoemd tot hoogleraar voor het vakgebied quality management. Daarmee is hij – na de in juni aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit benoemde professor ir. A.C. Waszink – de tweede Nederlandse hoogleraar voor kwaliteitskunde. . Overheid . Bij monde van drs. M.C. van der Harst, directeur-generaal industrie en regionaal beleid van het ministerie van economische zaken, kondigde de Rijksoverheid stimulerende maatregelen ten aanzien van kwaliteitsmanagement aan. “Economische Zaken heeft een taak op dit terrein” , meent Van der Harst. “Integrale kwaliteitszorg in onze ondernemingen is van het grootste belang. Bloopers bij de overheid halen volop de media. Missers in het bedrijfsleven komen veel minder aan het licht, maar dat betekent niet dat ze er niet zijn. U zit hier omdat er teveel dingen te stelselmatig misgaan in uw onderneming. U zit aan de goede kant. Maar degenen die hier niet zitten – dat is de grote zorg van de overheid” , hield Van der Harst zijn gehoor voor. In het kader van het tot 1993 verlengde overheidsproject ‘Kwaliteit en Logistiek’ verrichte de overheid onderzoek. Uitkomsten: zestien procent van de bedrijven is nog niet begonnen aan kwaliteitszorg en heeft er zelfs nog nooit aan gedacht. Achtenzeventig procent van de deelnemende bedrijven verkeert met kwaliteitszorg in de beginfase. Door de overheid wordt een werkgroep ‘Nederlandse Kwaliteit’ ingesteld die, bepleitte Van der Harst, samenwerking moet zoeken met het nieuwe instituut. Verder wordt in Rotterdam een kenniscentrum voor kwaliteitsmanagement gevestigd. Het platform ‘Nederlandse Kwaliteit’ stelt bovendien een prijs in voor bedrijven die met integrale kwaliteitszorg aansprekende resultaten bereiken. . Reagan . De komende maand wordt in Parijs bekendgemaakt dat er ook een dergelijke prijs op Europees niveau komt: de European Quality Award. Het is een initiatief van de European Foundation for Quality Management en de Europese Commissie. Inkoopdirecteur J.H. Ruts van Philips Electronics pleitte voor een snelle erkenning van de prijs door de Europese wetgever. Hij verwees daarmee naar de betekenis van de Amerikaanse Baldrige Award, waarvan de voorwaarden in de wet liggen verankerd. Die voorwaarden zijn 1987 goedgekeurd door het Amerikaanse Congres. President Ronald Reagan persoonlijk maakte zich indertijd sterk voor het instellen van de prijs, die vooral tot doel heeft het kwaliteitsstreven in het Amerikaanse bedrijfsleven sterk te stiumuleren. D.B. Luther, vice-president en kwaliteitsmanager van de Newyorkse multinational Corning Inc., is een belangrijk jurylid van de Malcolm Baldrige National Quality Award. Luther: “Ik kan me gedurende mijn dertig jaar lange loopbaan niets herinneren dat zoveel impact heeft gehad en zo’n vlucht heeft genomen als Total Quality Management (TQM).” En volgens Luther komt dat niet in de laatste plaats door die felbegeerde Baldrige Award. . TQM . In 1988, vertelde Luther, waren er 140 mededingers naar de prijs; dit jaar zijn het er 1332. In totaal werden er op verzoek in 1991 een kwart miljoen richtlijnen voor de Baldrige Award naar bedrijven verstuurd. Motorola Inc., Xerox en Cadillac waren de winnaars bij de industriele bedrijven in de achterliggende jaren. Onderzoek bij de twintig best scorende Baldrige-finalisten resulteerde in bijna-ongeloofwaardige resultaten. Gemiddeld gaven de bedrijven bij voorbeeld te kennen dat hun marktaandeel jaarlijks(!) met 13,7 procent groeide door TQM, hetgeen Luther een rijkelijk hoog cijfer lijkt. Het aantal tijdige leveranties steeg jaarlijks met 4,7 procent. Bedrijven die TQM niet invoeren, verliezen de strijd, weet Luther zeker. “Bedrijven moeten veel verder gaan dan alleen de behoefte van de klant te bevredigen. In de jaren negentig zien we een verdere strijd rond de service die het produkt omgeeft” , voorspelt hij. “Het geleverde produkt moet al perfect zijn om uberhaupt een voet tussen de deur te krijgen.” . Toeleveranciers . Ruts van Philips stelde dat het in Europa een paar minuten voor twaalf is als het gaat om het kwaliteitsdenken. Hij had de Europese voetbalbokaal van PSV meegenomen om zijn pleidooi kracht bij te zetten: “Het is opvallend dat de concurrentiepositie van de VS halverwege de jaren tachtig relatief is verbeterd. Ik denk dat de Baldrige Award hiervan een belangrijke verklaring is. Er moet haast gemaakt worden met de Europacup voor de kwaliteit. En die moet, net als in de VS, verankerd liggen in de wetgeving. Strijden om de hoogste eer leidt tot betere en hogere prestaties.” Ruts benadrukte het belang van kwaliteitsmanagement bij toeleverende bedrijven. Bij Philips Electronics heeft zestig procent van de totaalomzet betrekking op uitgaven aan toeleverende bedrijven; in 1975 was dat nog slechts 47,9 procent. “We zullen steeds hogere eisen aan de toeleveranciers stellen” , sloeg Ruts met de vuist op tafel. Daarbij zal Philips niet zo ver gaan als in Japan: “Daar is de relatie tussen afnemer en toeleverancier een van dominantie enerzijds en volkomen afhankelijkheid anderzijds.” . Afwenteling . Wel vindt Ruts dat het afwentelingsprincipe totaal van de baan moet. In Europa is het gebruik dat loonsverhogingen en andere kostenstijgingen door de toeleveranciers worden doorberekend aan de afnemers. Dat moet afgelopen zijn, meent Ruts: “Het afwentelingsprincipe moet bij de toeleveranciers worden opgevangen door bij voorbeeld de invoering van nieuwe logistieke principes. Iedereen in de totale keten moet meedenken en meedoen in een continu verbeteringsproces!” Ruts kondigde een verdere vermindering aan van het aantal toeleveranciers bij Philips Electronics: “Wij zijn steeds veeleisender geworden, maar de eisen zullen nog verder worden aangescherpt. De doorlooptijd moet bij Philips nog korter worden. Dat vergt een verbetering van het bedrijfsproces bij ons en de toeleveranciers. Niet- waardevermeerderende stappen dienen te worden geelimineerd. Er moet sprake zijn van een kwalitatieve verbetering van de contacten tussen de toeleverancier en zijn klanten; intensievere samenwerking, co-makership, co-design. Er komt een verdere verkleining van het aantal leveranciers. Een daling van vijfentwintig procent per jaar is niet zeldzaam, maar we blijven natuurlijk altijd in voor nieuwe interessante leveranciers. Wij nodigen de toeleveranciers uit de Total Quality-handschoen op te nemen.”

Door Ubel Zuiderveld

Dr. H.G. Boddendijk, directeur van het nieuwe Frits Philips Institute for Quality Management en hoogleraar quality management aan de TU Eindhoven.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Philips-topman wil af van afwentelingsprincipe | NT

Philips-topman wil af van afwentelingsprincipe

EINDHOVEN – Nederland en de Europese Gemeenschap staan aan de vooravond van stormachtige ontwikkelingen op het gebied van kwaliteitsmanagement. In Eindhoven werd vrijdag het Frits Philips Institute for Quality Management geopend. Aan die opening ging een symposium in het Evoluon vooraf. De strekking van de inleidingen: Europa moet de drempel met een vliegende vaart over. Het kwaliteitsdenken loopt tien jaar achter bij de VS en we sukkelen zelfs enkele decennia achter Japan aan.

Het nieuwe instituut is een initiatief van Philips Electronics en de Technische Universiteit in Eindhoven. Philips verstrekte een startkapitaal van anderhalf miljoen gulden. Het instituut wordt gevestigd aan de TU. Er zullen behalve Philips nEg vijftien participanten uit het bedrijfsleven worden aangezocht om in Nederland gekwalificeerde kwaliteitsmanagers te kunnen afleveren. Directeur van het nieuwe instituut is dr. H.G. Boddendijk (52). Hij is tevens benoemd tot hoogleraar voor het vakgebied quality management. Daarmee is hij – na de in juni aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit benoemde professor ir. A.C. Waszink – de tweede Nederlandse hoogleraar voor kwaliteitskunde. . Overheid . Bij monde van drs. M.C. van der Harst, directeur-generaal industrie en regionaal beleid van het ministerie van economische zaken, kondigde de Rijksoverheid stimulerende maatregelen ten aanzien van kwaliteitsmanagement aan. “Economische Zaken heeft een taak op dit terrein” , meent Van der Harst. “Integrale kwaliteitszorg in onze ondernemingen is van het grootste belang. Bloopers bij de overheid halen volop de media. Missers in het bedrijfsleven komen veel minder aan het licht, maar dat betekent niet dat ze er niet zijn. U zit hier omdat er teveel dingen te stelselmatig misgaan in uw onderneming. U zit aan de goede kant. Maar degenen die hier niet zitten – dat is de grote zorg van de overheid” , hield Van der Harst zijn gehoor voor. In het kader van het tot 1993 verlengde overheidsproject ‘Kwaliteit en Logistiek’ verrichte de overheid onderzoek. Uitkomsten: zestien procent van de bedrijven is nog niet begonnen aan kwaliteitszorg en heeft er zelfs nog nooit aan gedacht. Achtenzeventig procent van de deelnemende bedrijven verkeert met kwaliteitszorg in de beginfase. Door de overheid wordt een werkgroep ‘Nederlandse Kwaliteit’ ingesteld die, bepleitte Van der Harst, samenwerking moet zoeken met het nieuwe instituut. Verder wordt in Rotterdam een kenniscentrum voor kwaliteitsmanagement gevestigd. Het platform ‘Nederlandse Kwaliteit’ stelt bovendien een prijs in voor bedrijven die met integrale kwaliteitszorg aansprekende resultaten bereiken. . Reagan . De komende maand wordt in Parijs bekendgemaakt dat er ook een dergelijke prijs op Europees niveau komt: de European Quality Award. Het is een initiatief van de European Foundation for Quality Management en de Europese Commissie. Inkoopdirecteur J.H. Ruts van Philips Electronics pleitte voor een snelle erkenning van de prijs door de Europese wetgever. Hij verwees daarmee naar de betekenis van de Amerikaanse Baldrige Award, waarvan de voorwaarden in de wet liggen verankerd. Die voorwaarden zijn 1987 goedgekeurd door het Amerikaanse Congres. President Ronald Reagan persoonlijk maakte zich indertijd sterk voor het instellen van de prijs, die vooral tot doel heeft het kwaliteitsstreven in het Amerikaanse bedrijfsleven sterk te stiumuleren. D.B. Luther, vice-president en kwaliteitsmanager van de Newyorkse multinational Corning Inc., is een belangrijk jurylid van de Malcolm Baldrige National Quality Award. Luther: “Ik kan me gedurende mijn dertig jaar lange loopbaan niets herinneren dat zoveel impact heeft gehad en zo’n vlucht heeft genomen als Total Quality Management (TQM).” En volgens Luther komt dat niet in de laatste plaats door die felbegeerde Baldrige Award. . TQM . In 1988, vertelde Luther, waren er 140 mededingers naar de prijs; dit jaar zijn het er 1332. In totaal werden er op verzoek in 1991 een kwart miljoen richtlijnen voor de Baldrige Award naar bedrijven verstuurd. Motorola Inc., Xerox en Cadillac waren de winnaars bij de industriele bedrijven in de achterliggende jaren. Onderzoek bij de twintig best scorende Baldrige-finalisten resulteerde in bijna-ongeloofwaardige resultaten. Gemiddeld gaven de bedrijven bij voorbeeld te kennen dat hun marktaandeel jaarlijks(!) met 13,7 procent groeide door TQM, hetgeen Luther een rijkelijk hoog cijfer lijkt. Het aantal tijdige leveranties steeg jaarlijks met 4,7 procent. Bedrijven die TQM niet invoeren, verliezen de strijd, weet Luther zeker. “Bedrijven moeten veel verder gaan dan alleen de behoefte van de klant te bevredigen. In de jaren negentig zien we een verdere strijd rond de service die het produkt omgeeft” , voorspelt hij. “Het geleverde produkt moet al perfect zijn om uberhaupt een voet tussen de deur te krijgen.” . Toeleveranciers . Ruts van Philips stelde dat het in Europa een paar minuten voor twaalf is als het gaat om het kwaliteitsdenken. Hij had de Europese voetbalbokaal van PSV meegenomen om zijn pleidooi kracht bij te zetten: “Het is opvallend dat de concurrentiepositie van de VS halverwege de jaren tachtig relatief is verbeterd. Ik denk dat de Baldrige Award hiervan een belangrijke verklaring is. Er moet haast gemaakt worden met de Europacup voor de kwaliteit. En die moet, net als in de VS, verankerd liggen in de wetgeving. Strijden om de hoogste eer leidt tot betere en hogere prestaties.” Ruts benadrukte het belang van kwaliteitsmanagement bij toeleverende bedrijven. Bij Philips Electronics heeft zestig procent van de totaalomzet betrekking op uitgaven aan toeleverende bedrijven; in 1975 was dat nog slechts 47,9 procent. “We zullen steeds hogere eisen aan de toeleveranciers stellen” , sloeg Ruts met de vuist op tafel. Daarbij zal Philips niet zo ver gaan als in Japan: “Daar is de relatie tussen afnemer en toeleverancier een van dominantie enerzijds en volkomen afhankelijkheid anderzijds.” . Afwenteling . Wel vindt Ruts dat het afwentelingsprincipe totaal van de baan moet. In Europa is het gebruik dat loonsverhogingen en andere kostenstijgingen door de toeleveranciers worden doorberekend aan de afnemers. Dat moet afgelopen zijn, meent Ruts: “Het afwentelingsprincipe moet bij de toeleveranciers worden opgevangen door bij voorbeeld de invoering van nieuwe logistieke principes. Iedereen in de totale keten moet meedenken en meedoen in een continu verbeteringsproces!” Ruts kondigde een verdere vermindering aan van het aantal toeleveranciers bij Philips Electronics: “Wij zijn steeds veeleisender geworden, maar de eisen zullen nog verder worden aangescherpt. De doorlooptijd moet bij Philips nog korter worden. Dat vergt een verbetering van het bedrijfsproces bij ons en de toeleveranciers. Niet- waardevermeerderende stappen dienen te worden geelimineerd. Er moet sprake zijn van een kwalitatieve verbetering van de contacten tussen de toeleverancier en zijn klanten; intensievere samenwerking, co-makership, co-design. Er komt een verdere verkleining van het aantal leveranciers. Een daling van vijfentwintig procent per jaar is niet zeldzaam, maar we blijven natuurlijk altijd in voor nieuwe interessante leveranciers. Wij nodigen de toeleveranciers uit de Total Quality-handschoen op te nemen.”

Door Ubel Zuiderveld

Dr. H.G. Boddendijk, directeur van het nieuwe Frits Philips Institute for Quality Management en hoogleraar quality management aan de TU Eindhoven.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement