Van de zestien schepen (totaal 15.950 teu) die beide partners momenteel nog inzetten, blijven er eind deze maand negen over (8550 teu). De capaciteit van de twee wordt dus met 47 procent teruggeschroefd. De deal met Contship is voor CMB Transport meteen het einde van haar CIOS- dienst, een driehoeksdienst tussen India/Pakistan, het Midden-Oosten, Oost-Afrika en de Rode Zee. CMB start een afzonderlijke dienst naar Oost-Afrika. Jeddah wordt niet langer door CMB bediend.
Aangezien beide rederijen reeds tal van slotcharterakkoorden hadden met andere rederijen die behouden blijven, zullen uiteindelijk elf conference-lijnen op dezelfde schepen lading voor India/Pakistan onderbrengen.
CMB Transport had al arrangementen met de Franse rederij Compagnie Generale Maritime en haar eigen dochterrederij Merzario Maritima. Contship heeft een slotuitwisselingsakkoord met de Russische Blasco Indostan Line (die op haar beurt slots verhuurt aan India Steamship) en vercharterde plaats aan NCHP, Hapag-Lloyd, Lloyd Triestino, Cunard Ellerman (nu in handen van Andrew Weir Shipping) en sinds kort ook aan de Shipping Corporation of India (SCI). In totaal elf conference-lijnen dus.
CMB Transport en Contship gaan van start met twee nieuwe, afzonderlijke diensten. De eerste bedient Noord-Europa (Felixstowe, Hamburg en Antwerpen), Dubai (Jebel Ali), Karachi, Bombay en terug. Vooral voor lading vanuit Antwerpen zal dus een snelle transit naar de Golf worden aangeboden, wat voor CMB momenteel niet het geval is.
Contship gaat van start met een directe dienst naar het Midden-Oosten. De rederijen die bij Contship slots charteren, doen dat alleen voor Bombay en Karachi. Een aantal van hen (onder andere Cunard Ellerman en Hapag-Lloyd) hebben hun eigen directe Midden-Oosten-dienst.
In de dienst zullen zes schepen worden ingezet met een achtdaagse frequentie. Het zijn zes CMB-schepen maar drie ervan worden herdoopt en in Contship-kleuren gezet. Wat ook opvalt, is dat Contship haar Rotterdam-call laat vallen, waardoor Antwerpen meer lading zal genereren.

Med-service

Voor de overeenkomst met CMB wisselde Contship, zoals reeds gezegd, slots uit met de Blasco Indostan Line uit Odessa. Die zette drie schepen van 450 teu in. Deze schepen zullen nu een afzonderlijke tweewekelijkse service vanaf het Middellandse Zeegebied verzorgen. Aanloophavens in deze dienst zijn Barcelona, Fos (Marseilles), La Spezia, Napels, Dubai, Karachi en Bombay. Met uitzondering van Cunard Ellerman en Hapag-Lloyd, die geen afzonderlijke Med-service hebben, gaan de andere negen lijnen op deze schepen lading boeken.
De vijf schepen die als gevolg van de rationalisatie uit de trade zullen worden teruggetrokken, zijn de vijf schepen die Contship voorheen inzette. Het gaat hier om vijf ingehuurde schepen met een capaciteit van 1000 tot 1300 teu. De overcapaciteit die op de trade is ontstaan, onder meer als gevolg van de moeilijke economische situatie in India, wordt op deze manier fors aangepakt. Uiteindelijk zal ongeveer negentig procent van de door de conference gecontroleerde trafiek op de gezamenlijke CMB/Contship-dienst worden geladen.
De verschillende partijen benadrukken dat het uitsluitend om een operationele samenwerking gaat. De marketing van de verschillende rederijen blijft gescheiden. Anderzijds zijn alle betrokken reders lid van de IPBC.

CIOS

De CIOS-dienst tussen het Midden-Oosten, India/Pakistan en Oost-Afrika wordt, na een bestaan van iets meer dan twee jaar, dus opgesplitst. De nieuwe dienst naar Oost-Afrika zal CMB Transport verzorgen in samenwerking met haar dochter Deutsche Ost Afrika Linie.
Vier schepen zullen een dertiendaagse afvaart bieden vanuit Le Havre, Felixstowe, Hamburg, Antwerpen, Valencia en La Spezia naar Djibouti, Dar es Salaam en Mombasa. Tanga zal bij voldoende ladingsaanbod eveneens rechtstreeks worden aangelopen. Het schrappen van Lissabon en Jeddah (die binnen de CIOS dienst werden aangelopen) zal resulteren in snellere transittijden naar Oost-Afrika.
De eerste afvaart van de nieuwe Oost-Afrika-dienst wordt verzorgd door de ‘CMB Equator’, die voorheen als ‘Dafra Quator’ (450 teu) door CMB op een van haar West-Afrika-diensten werd ingezet. De bestaande maandelijkse ‘back up’ breakbulk-dienst van DOAL wordt eveneens behouden.
De opsplitsing van de CIOS-dienst illustreert duidelijk de politiek die Jaques Saverys als topman bij CMB voert sinds het ontslag van Jaques Dewilde, die verantwoordelijk was voor de lijnvaartdivisie. Toen Dewilde in juni 1989 de CIOS-dienst startte, maakte de Belgische rederij zich los van de conferences en begon een onafhankelijke dienst. Jaques Saverys gaat terug de weg op naar een samenwerking met meer partners. Alleen door samenwerking raken de reders uit het slop, volgens Saverys.
CMB Transport sloot zich ondertussen ook weer aan bij de IPBC en werd lid van het Europe Middle East Rate Agreement (EMERA). Ook het geschil met de East Africa Conference werd onlangs bijgelegd.

Door Steven Thijsmans