De berichten uit Duitsland over de ontwikkelingen bij Daimler-Benz, de moedermaatschappij van DASA en AEG, zijn bedroevend. Het concern maakt een ruwe tijd door, waarin de ‘fouten’ van vorige generaties managers breed worden uitgemeten. Uit de gepubliceerde halfjaarcijfers komt duidelijk naar voren, dat de winstgevendheid van het concern ondanks de diversificatie in toenemende mate afhankelijk wordt van de produktie van personen- en bedrijfsauto’s. Vooral de verkopen van bedrijfswagens lopen uitstekend. De verkopen in de Verenigde Staten namen toe met niet minder dan 25%.
De belangrijkste kwestie waarmee Daimler-Benz thans wordt geconfronteerd, is of nog over de nodige middelen wordt beschikt om DASA en het op de rand van een faillissement balancerende Fokker van de ondergang te redden. Een tweede probleemgeval voor het concern is AEG. De bedragen die voor DASA, Fokker en AEG nodig zijn, overtreffen alle verwachtingen. Ongetwijfeld speelt daarbij een rol hoever de huisbankier-grootaandeelhouder van Daimler- Benz bereid is te gaan.
Curieus is de reactie van de effectenbeurs op het verlies van ruim DM 1,5 miljard, dat Daimler-Benz in de eerste zes maanden van dit jaar heeft geleden. In Frankfurt wonden de beleggers zich op een overigens saaie beursdag hoegenaamd niet op over dit verlies, waarop zij kennelijk al hadden gerekend. De koers viel in eerste instantie 2% terug, maar is sindsdien weer sterk hersteld. Donderdag kwam er in Frankfurt een slotkoers uit de bus van DM 745,50. Dat is nog DM 12 meer dan een week tevoren. Er werd grote waardering getoond voor de openheid, waarmee Jurgen E. Schrempp, de nieuwe voorzitter van Daimler- Benz raad van bestuur, de problemen van het concern deze dagen besprak.
Het allergrootste probleem voor het concern is de Amerikaanse dollar, die maar niet tot een aanvaardbaar niveau wil stijgen. Niettemin wil Schrempp over 1995 een dividend uitkeren, omdat hij de vooruitzichten voor het concern bijzonder goed acht. Enkele cijfers voor de eerste helft van 1995:
Het eigen vermogen daalde met circa DM 3 miljard tot DM 17,3 miljard als gevolg van de verliezen en de dividenduitkering voor 1994;
De cash flow liep terug van DM 8,6 miljard tot DM 1,3 miljard;
De investeringen ad DM 2,6 miljard moesten als gevolg van de geleden verliezen voor een deel met kredieten worden gefinancierd.
Uit een toelichting van Schrempp op de halfjaarcijfers blijkt dat de verkopen van personenauto’s fractioneel bij de eerste helft van 1994 zijn achtergebleven: 294.467 na 296.770 eenheden met een waarde van resp. DM 20,1 miljard en DM 21,2 miljard. Daarentegen liepen de verkopen van bedrijfswagens als een trein: 156.319 (een recordaantal!) tegen 135.117. In geld uitgedrukt steeg de omzet van bedrijfswagens met 14% van DM 13,5 miljard tot DM 15,4 miljard. De grootste successen in deze sector werden behaald door het Amerikaanse dochterbedrijf Freightliner, dat in de eerste helft van dit jaar 36.400 eenheden verkocht. Dat betekende een toename met 25%.
De verliezen van DASA zijn maar al te bekend. Daarop kom ik niet terug. Alleen is het misschien interessant te weten dat Schrempp DASA minder afhankelijk wil maken van de dollar. Inmiddels heeft dat beleidsvoornemen donderdag in Duitsland tot grote protestacties geleid, omdat wordt gevreesd dat dit tot massale ontslagen zal leiden. Vooral het personeel van Deutsche Airbus, het enige DASA-onderdeel dat nog wel een positief resultaat behaalt, verzet zich hevig tegen de maatregelen, die in het kader van het plan-Delores worden voorbereid. Het personeel van het Hamburgse bedrijf kreeg steun van burgemeester Henning Voscherau, die het argument van de goedkope dollar die DASA dwarszit, deed hij af als een ‘voorwendsel’. Volgens hem kan Dasa dat valutarisico op termijn afdekken. Vooral de Deutsche Airbus-werknemers voelen zich slachtoffer van de ‘miskoop Fokker’ en willen daarvoor niet bloeden.
Over het andere probleemkind van het concern, AEG Daimler-Benz Industrie AG in Frankfurt is bekendgemaakt, dat de verkopen met DM 4.386 miljoen (1994 DM 4.425 miljoen) weliswaar goed op peil bleven, maar dat het verlies opliep van DM 341 miljoen tot DM 609 miljoen.
Versnellingsbak
Antonov Automotive Technologies BV (AAT) is een onderneming die ten doel heeft een nieuwe vinding op het gebied van automatische transmissies te verzorgen. De eigendom van deze uitvinding omvat in totaal meer dan negentig octrooien met een brede internationale geografische spreiding. De Antonov-automaat is een automatische versnellingsbak ontwikkeld door de voormalig Russische dissident en kernfysicus Roumen Antonov.
De automaat is opgebouwd uit conventionele en gangbare onderdelen, kan op zeer eenvoudige wijze worden gemaakt en onderscheidt zich van andere automaten door een gecombineerde serieschakeling en krachtoverbrenging. In vergelijking met een conventionele versnellingsbak zijn na verschillende testprocedures de volgende resultaten aantoonbaar gemaakt:
40% lagere fabricagekosten;
20% lager brandstofverbruik;
20% minder uitlaatgassen;
qua omvang 25% lichter en 30% kleiner en
een 10% snellere acceleratie.
In eerste instantie wordt gestreefd naar de inbouw van de Antonov-automaat in personenauto’s en lichte vrachtwagens. De automaat kan echter in tegenstelling tot de conventionele automaat en de CVT met enige aanpassingen ook geschikt worden gemaakt voor zware vrachtwagens, zwaar transportmaterieel en tanks.
Waarom is deze wonderautomaat nog niet in produktie genomen? De periode van onderhandelingen met automobielfabrikanten en de daaraan gekoppelde testprogramma’s blijken aanzienlijk meer tijd te vergen dan ten tijde van de publikatie van het emissieprospectus in 1991 werd voorzien. Inmiddels is een letter of intent getekend met een vooraanstaande (niet bij name genoemde) producent van auto’s en onderdelen. Uiteindelijk moet deze intentieverklaring uitmonden in een licentie-overeenkomst (die overigens medio 1995 nog niet was gesloten). Ook met andere gerenommeerde automobielproducenten worden onderhandelingen gevoerd, zij het dat deze vooralsnog niet hebben geleid tot commerciele successen. Overigens kan worden vastgesteld dat uit de tot nog toe uitgevoerde testprogramma’s de Antonov-automaat volledig aan de hooggespannen verwachtingen blijkt te voldoen.
Het is merkwaardig dat een bijna revolutionaire innovatie op automobielgebied, die werkelijk grote verbeteringen op het wegtransport ten gevolge kan hebben, niet meer in het brandpunt der belangstelling is komen te staan.
Het Orange Fund van Kempen en Co. heeft een belang van 2,33% (1.015.669) aandelen in Antonov plc. Op de Londense incourante markt was de koers op 10 augustus 70, waarmee de waarde van het pakket van Orange Funds uitkwam op ruim f 2 miljoen.
Wella
De Duitse Wella AG in Darmstadt streeft naar een optimale efficiency in produktie en transport om het hoofd te kunnen bieden aan de steeds fellere internationale concurrentie en aan de gevolgen van de opheffing van de grensbelemmeringen in Europa.
In het streven om ook de logistieke inspanningen te verbeteren worden de produktie-, verkoop- en transportinspanningen van de onderneming aanzienlijk opgevoerd.
Een voorbeeld: Tot dusver werkten 40 transportbedrijven voor de logistieke centra van de Duitse Wella handelscentrales. In het kader van een herstructurering wil Wella dit werk in het vervolg door slechts drie transportbedrijven laten uitvoeren.
De produktie van Wella is thans geconcentreerd in twee fabrieken in Duitsland, een in Italie en een in Frankrijk. Doordat grotere series zullen worden gemaakt, zal het machinepark efficienter kunnen worden gebruikt, terwijl de grondstoffen tegen gunstiger voorwaarden zullen kunnen worden ingekocht. Tenslotte zullen de vaste kosten dalen.
Benzinevervoer
Bij Shell wordt motorbrandstof niet langer vervoerd door het eigen transportbedrijf. Andere, gespecialiseerde ondernemingen kunnen dit werk beter en goedkoper doen, schrijft Shell Venster. In Arnhem heeft Shell in juni de ‘modernste faciliteit voor de tussenopslag van brandstof van Shell geopend. Zowel wagen als chauffeur worden bij aankomst op het terrein geidentificeerd. De rijder draagt een persoonlijke pas. Bij het vulpunt wordt die gelezen en het recept voor de toevoegingen doorgegeven aan het bevoorradingssysteem. De basisbrandstof wordt dan tijdens het beladen van de tankwagen aangevuld met een uniek additievenpakket dat de uiteindelijke brandstof zal karakteriseren. Een wagen van BP kan dus nooit met een lading Shell-bezine het terrein verlaten of andersom.
Opvallend aspect van dit secundaire transport is dat onder meer zeventig tankwagens in de Shell huisstijlkleuren over Nederlandse wegen rijden. Hoewel ze een volledige Shell identiteit dragen, worden deze transportmiddelen evenals de lichters ingehuurd. Vroeger werd het transport door zelf doen bepaald. Eigen wagens, eigen chauffeurs, eigen schepen en eigen bemanning. Er waren veel mensen nodig om het hele traject tot aan de klant te controleren. Op die wijze was het niet alleen duur, maar ook moeilijk om er expert in te zijn.
Varen en rijden zijn voor Shell in Nederland geen kernactiviteiten meer. Andere, gespecialiseerde ondernemingen waaraan strenge eisen worden gesteld, kunnen dat werk beter en goedkoper doen dan Shell. Inmiddels regelt Shell alleen nog maar, zonder zelf letterlijk achter stuur of roer plaats te nemen.
Dat regelen gebeurt volgens een gedetailleerd uitbestedingsbeleid volgens de eisen die zowel de wet als Shell stellen aan onder meer kwaliteit, betrouwbaarheid, veiligheid en milieu.
De internationale effectenbeurzen waren in de afgelopen week vast gestemd. De lethargie van de voorgaande weken werd doorbroken door de vaste stemming van de dollar, die vooral ten opzichte van de Japanse yen een flinke positieverbetering onderging. Een extra steuntje voor de dollar vormde de verdere verlaging van de Duitse beleningsrente. Beide factoren stuwden de noteringen op de aandelenmarkten omhoog, waarbij de indexcijfers telkens nieuwe recordniveaus bereikten.
De transport- en opslagwaarden profiteerden echter nauwelijks van de verbeterde stemming. KLM, Pakhoed en Van Ommeren moesten zelfs een stapje terugdoen. Nedlloyd en CMB ondervonden wel enige steun van de opgelopen dollar, omdat daarvan een positieve ontwikkeling uitgaat op de winstontwikkeling. Een echte uitschieter was echter Frans Maas, die dankzij het winstherstel in het eerste halfjaar en het uitzicht op een hervatting van de dividendbetaling over het lopende boekjaar donderdagavond op f 52,90 goed 20% duurder was dan een week tevoren.
Op de Londense beurs kwamen twee fondsen in zwaar weer terecht: P en O en Eurotunnel. P en O kwam donderdag met een halfjaarresultaat dat 10 tot 15 miljoen onder de prognoses uitkwam. Niettegenstaande een goede start van het jaar bleef de winst steken op 131,9 miljoen tegen 128,6 miljoen over de eerste helft van het vorgaande boekjaar. De druk op de resultaten wordt toegeschreven aan de stagnatie in de vastgoedmarkt, aan tegenvallende resultaten in de containersector en aan de scherpe concurrentie, waarmee de ferries op het Kanaal hebben te maken. In de City werd geschokt gereageerd op het winstcijfer en de koers van het fonds zakte 31 pence tot 506p.
Relatief beperkt was het koersverlies van 14 pence, dat optrad nadat Eurotunnel had aangekondigd de rentebetaling op een deel van de schulden voor anderhalf jaar op te schorten. Het gaat daarbij om een bedrag van 2 miljoen per dag. Een echte schok voor de financiele markten was de mededeling niet. Enkele weken geleden circuleerden in Frankrijk al geruchten dat de maatschappij met banken in onderhandeling was over een omzetting van een deel van de schulden in nieuw aandelenkapitaal. Die geruchten werden met klem ontkend, waarbij ook werd verwezen naar de sterke groei van het vervoer door de tunnel. Ondanks dat voldoen de resultaten niet aan de verwachtingen, wat het bestuur toeschrijft aan de tarievenslag die de ferriemaatschappijen hebben ontketend. Sir Alastair Morton, co-chairman van het bestuur verklaarde ook nu nadrukkelijk dat de tunnel nu aan de rand van het faillissement staat. Zijn Franse collega Patrick Ponsolle zei te verwachten binnen een halfjaar met de banken overeenstemming te bereiken over een herziening van het aflossingschema voor de leningen. De positie van de aandeelhouders wordt door de jongste ontwikkelingen wel verder aangetast. De slotkoers van Eurotunnel in Londen donderdag van 142 pence is dan ook nog maar een fractie van de ruim 600 pence, waarvoor het fonds begin vorig jaar nog van de hand ging.
door WIM VAN DER MEULEN
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?