Minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) tekende maandag een intentieovereenkomst met de Branche Organisatie Zeehavens (BOZ), waarin de publiek-private afspraken over de uitrol van walstroom zijn vastgelegd.
Met de aankomende Alternative Fuels Infrastructure Regulation (AFIR) zijn Europese havens vanaf 2030 verplicht om bepaalde grote schepen van walstroom te voorzien. Het gaat dan om containerschepen, cruiseschepen, passagiersschepen, en gecombineerde passagiers- en vrachtschepen vanaf 5.000 ton.
Terminals kunnen een aanvraag doen voor subsidie, die op volgorde van binnenkomst worden behandeld. Harbers benadrukte bij de ondertekening dat de regeling een ‘helpende hand’ is waarmee walstroom moet worden gestimuleerd. Sancties voor havens of terminals die in 2030 niet aan de verplichtingen voldoen zijn vooralsnog niet in zicht.
De middelen voor walstroom zijn met name bedoeld voor terminals waar AFIR-schepen aanmeren, maar ook andere walstroomprojecten voor de zeevaart gaan in aanmerking komen voor subsidie.
Europese verplichting
De overeenkomst is nu getekend door de havens van Groningen, Amsterdam, Rotterdam, Moerdijk en door North Sea Port, verenigd in de Brancheorganisatie Zeehavens (BOZ). Voorzitter Boudewijn Siemons, tevens COO van Rotterdam, ziet geen sluitende businesscase in de installatie van walstroom voor terminals en rederijen zonder subsidie – ondanks de klimaatambities die er zijn. De regeling biedt ‘aantrekkelijke randvoorwaarden’, zei hij bij de ondertekening. ‘Zeker vooruitlopend op de verplichte Europese invoering van walstroom per 2030.’
De BOZ heeft eerder berekend dat er de komende jaren voor de AFIR-schepen zo’n 270 megawatt aan walstroomvermogen zal moeten worden geïnstalleerd in de havens om aan de aankomende verplichting te voldoen, met een benodigde investering van meer dan 300 miljoen euro. Daarbij gaat de brancheorganisatie uit van ruim 220 kiloton CO2-reductie per jaar (gelijk aan circa 75.000 huishoudens van het gas af), en 2,5 kiloton NOX-reductie.
Capaciteit
De capaciteit voor alle walstroominstallaties moet worden bereikt door uitbreiding van het net en bij voorkeur ook vanuit windenergie van zee zodat er groene stroom kan worden ingezet. Zorgen over de capaciteit heeft de minister niet. ‘Er wordt volop geïnvesteerd en gewerkt aan uitbreiding van het net’, zegt hij. ‘Dit gaat lukken.’
Brigit Gijsbers, DG Luchtvaart & Maritiem van het ministerie van IenW, legt uit dat er flexibiliteit zit in de AFIR-verplichting. ‘De walstroom moet er in eerste instantie zijn voor alleen die grootste zeeschepen. Uitzonderingen zijn er voor schepen die al zero-emissie zijn en ook voor schepen die korter dan twee uur aan de kade liggen. Verder moeten havens 90% van de schepen van stroom kunnen voorzien, dat geeft speling. Het is namelijk nu nog de vraag of er ten alle tijde voldoende energie beschikbaar gaat zijn.’
Door walstroomvoorzieningen te realiseren wordt niet alleen milieuwinst geboekt en geluidsoverlast teruggedrongen: er ontstaat mogelijk ook stikstofruimte voor klimaatprojecten in de havens. Of dat betekend dat projecten zoals Porthos in Rotterdam doorgang kunnen vinden, is onzeker. ‘Die specifieke beslissing is aan de rechter’, zei minister Harbers. ‘Maar de klimaat- en milieuwinst door walstroom moge duidelijk zijn.’
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?