Het onderzoek gebeurde in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W), na vragen uit de Tweede Kamer. De Kamer wilde onderzocht hebben of er extra eisen gesteld kunnen worden aan afhandelingsbedrijven op Schiphol om de arbeidsomstandigheden voor het personeel te verbeteren. Onderdeel van het onderzoek zou een enquête zijn onder medewerkers hoe zij omgaan met veiligheidsrisico’s en incidenten en of ze die ook durven te melden. Ook waren er vragen of de vliegveiligheid in het geding komt door de hoge werkdruk.

Concurrentie

De enquête stuitte volgens EenVandaag op grote weerstand bij de afhndelingsbedrijven op Schiphol. Zo schortte het veiligheidsplatform van Schiphol, waarin alle belangrijke bedrijven op de luchthaven zitten, begin van dit jaar alle medewerking aan het onderzoek op. Pas nadat het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), het bureau dat het onderzoek uitvoerde, de opzet had aangepast en de enquête had geschrapt, wilden Schiphol en de afhandelingsbedrijven weer meewerken.

Demissionair minister Barbara Visser van Infrastructuur stuurde het eindrapport onlangs naar de Tweede Kamer. De enquête werd niet meer gehouden, omdat die niet meer nodig zou zijn, zei de VVD-minister aan de Kamer. Maar uit opnames van gesprekken tussen NLR en vakbond FNV, in bezit van EenVandaag, blijkt dat de betrokken onderzoekers teleurgesteld zijn over het niet doorgaan van de enquête. ‘Het betekent dat wij op dat punt (de veiligheidscultuur bij afhandelingsbedrijven, red.) geen conclusies kunnen trekken. Noch in de zin dat er problemen zijn, noch dat ze er niet zijn.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement