Aangezien de Duitse markt sterk is vervlochten met de Nederlandse luchtvrachtmarkt, gelden die waarden ook grotendeels voor de vrachtsector op Schiphol, dat na Duitsland, Frankrijk en Italië de vierde markt van de EU is.
De waarde van de vervoerde goederen bij andere modaliteiten scoren aanzienlijk lager, geeft BDL aan in het onderzoek. Zo ligt de gemiddelde waarde van een ton vracht in het wegvervoer op zo’n 6.525 euro per ton. Dat is omgerekend iets meer dan 4% van de doorsnee-waarde van 1000 kilo luchtvracht. Een ton zeevracht komt in de berekeningen van de BGL uit op een waarde van iets minder dan 2.500 euro. Afgezet tegen de 153.000 euro van een ton luchtvracht is dat ongeveer 1,6%. Hekkensluiter is volgens BDL het railgoederenvervoer dat op een waardebedrag van 2.090 euro per ton komt. Voor de binnenvaart heeft BGL geen gegevens beschikbaar.
Opvallende dip in 2022
Volgens de Duitse belangenorganisatie groeit het Duitse luchtvrachtvolume jaarlijks met 2%, maar was er vorig jaar sprake van een opvallende dip (-468.000 ton) naar 2,13 miljoen ton. Dat heeft volgens de BDL vooral te maken met het feit dat veel lading in 2021 kortstondig was verhuist van de scheepvaart naar de luchtvrachtsector door het gebrek aan capaciteit in de mondiale containervaart.
China, VS, India, Japan en Zuid-Korea zijn in de luchtvracht de belangrijkste landen voor Duitse luchtvrachtbranche. In totaal komt bijna 65% van alle im-en export voor rekening van die vier landen.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?